Childstories.org
  • 1
  • Alle sprookjes
    van Grimm
  • 2
  • Gesorteerd op
    leestijd
  • 3
  • Perfect voor
    het voorlezen
De goddelooze Koning
Grimm Märchen

De goddelooze Koning - Sprookje van Hans Christian Andersen

Leestijd voor kinderen: 8 min

Er was eens een goddelooze koning; al zijn denken en streven was slechts daarop gericht, alle landen der wereld te veroveren en alle menschen vrees in te boezemen; te vuur en te zwaard trok hij rond, en zijn soldaten vertrapten het zaad op de velden en staken het huis van den boer in brand, zoodat de roode vlam de bladeren van den boom verschroeide en de vruchten gebraden aan de verzengde, zwarte boomen hingen.

Met een naakten zuigeling op den arm vluchtte menige arme moeder achter de nog rookende muren van haar afgebrande woning; maar hier zochten de soldaten haar ook, en als zij de ongelukkigen vonden, dan gaf dit nieuw voedsel aan hun duivelachtige vreugde; booze geesten hadden niet erger huis kunnen houden dan deze soldaten; maar de koning vond, dat het zoo goed was, dat het zoo moest toegaan. Met den dag groeide zijn macht aan, zijn naam werd door allen gevreesd, en het geluk volgde zijn schreden bij al zijn ondernemingen.

Uit de veroverde steden voerde hij onmetelijke schatten weg; in zijn residentiestad werd een rijkdom opgestapeld, die op geen andere plaats zijns gelijke had. Hij liet paleizen, kasteelen en kerken bouwen, en iedereen, die deze prachtige gebouwen en deze schatten zag, riep vol eerbied uit: «Welk een groot koning!» Zij dachten niet aan de ellende, die hij over andere landen en steden gebracht had; zij hoorden de zuchten en de jammerklachten niet, die er uit de in de asch gelegde steden ten hemel opklommen.

De koning beschouwde zijn goud en zijn prachtige gebouwen, en dacht daarbij evenals de menigte: «Welk een groot koning!—Maar ik moet veel meer hebben, veel meer! Geen macht mag met de mijne gelijkstaan, of grooter dan de mijne zijn!» Hij verklaarde daarom den oorlog aan de naburige koningen en overwon ze allen. De overwonnen koningen liet hij met gouden ketenen aan zijn wagen vastbinden, en zoo reed hij door de straten van zijn residentie; als hij aan tafel zat, dan moesten die koningen voor hem en zijn hovelingen op de knieën liggen en zich met de brokken, die hun van de tafel toegeworpen werden, verzadigen.

Eindelijk liet de koning zijn eigen beeldzuil op de publieke pleinen en in de koninklijke kasteelen oprichten, ja, hij wilde ze zelfs in de kerken voor het altaar des Heeren plaatsen, maar de priesters verzetten zich daartegen en zeiden: «O koning! gij zijt groot, maar God is grooter; wij wagen het niet, uw bevel te gehoorzamen!»

«Welaan dan!» riep de koning uit, «ik zal ook God overwinnen!» En in overmoed en dwazen wrevel liet hij een kostbaar schip bouwen, waarmee hij door de lucht kon zeilen; het was bont en prachtig om aan te zien, als de staart van een pauw, en het was als met duizenden oogen bezet en bezaaid;—maar ieder oog was een geweerloop. De koning zat in het midden van het schip, hij behoefde slechts op een daar aangebrachte veer te drukken, en dan vlogen er duizend kogels naar alle kanten heen, terwijl de vuurwapenen terstond weer op nieuw geladen waren.

Honderden arenden werden er voor het schip gespannen, en met pijlsnelheid ging het nu opwaarts naar de zon toe. Wat lag daar de aarde diep beneden! Met haar bergen en bosschen scheen zij slechts een akker te zijn, waarin de ploeg zijn voren getrokken had; al spoedig geleek zij nog slechts op een platte landkaart met onduidelijke lijnen, en eindelijk was zij geheel in wolken en nevelen gehuld. Gedurig hooger vlogen de arenden, opwaarts in de lucht.

Nu zond God een enkelen zijner ontelbare engelen uit; de goddelooze koning schoot duizenden kogels op hem af, maar de kogels stuitten op de schitterende vleugels van den engel af en vielen als gewone hagelkorreltjes neer; maar een bloeddroppel, slechts een enkele, droppelde er van een der witte vleugelen neer, en deze droppel viel op het schip, waarop de koning zat; hij brandde in het schip in, woog als duizend centenaars lood en deed het schip met bliksemsnelheid naar beneden naar de aarde neerdalen.

De sterke vleugels der arenden braken, de wind gierde om het hoofd van den koning, en wolken in de rondte, deze waren immers uit den rook der verbrande steden samengesteld, vormden zich in dreigende gestalten, als mijlenlange zeekrabben, die haar pooten en haar scharen naar hem uitstrekten, stapelden zich op tot ontzaglijke rotsen met neerrollende, verpletterende blokken, vormden zich tot vuurspuwende draken. Halfdood lag de koning op het schip uitgestrekt, en dit bleef eindelijk met een vreeselijken schok in de dikke takken van een bosch hangen.

«Ik wil God overwinnen!» zei de koning, «ik heb het gezworen, mijn wil moet geschieden!» En zeven jaren lang liet hij bouwen en werken aan kunstige schepen tot het doorzeilen der lucht, liet bliksemstralen van het hardste staal snijden, want hij wilde den hemelburcht doen springen. Uit al zijn landen verzamelde hij legers, die, als zij man naast man geschaard stonden, een ruimte van verscheidene mijlen besloegen. Het leger ging aan boord van de kunstige schepen, de koning begaf zich naar het zijne; daar zond God een kleinen zwerm muggen uit. Deze gonsden om den koning heen en staken zijn gezicht en zijn handen; in toorn ontstoken, trok hij zijn zwaard en sloeg om zich heen, maar hij sloeg slechts in de lucht, en de muggen trof hij niet.

Nu beval hij, kostbare tapijten te brengen en hem daarin te wikkelen, opdat geen mug hem meer zou kunnen steken, en de dienaren deden, zooals hun bevolen was. Maar een enkele mug had zich op den binnenkant van het tapijt neergezet; van hier kroop zij in het oor des konings en stak hem; het brandde als vuur, het vergif drong in zijn hersenen door; als waanzinnig rukte hij de tapijten van zijn lichaam af en slingerde ze ver van zich weg, verscheurde zijn kleederen en danste naakt in de rondte voor de oogen van zijn ruwe soldaten, welke nu den spot dreven met den krankzinnigen vorst, die God wilde beoorlogen en die door een enkele kleine mug overwonnen was.

LanguagesLearn languages. Double-tap on a word.Learn languages in context with Childstories.org and Deepl.com.

Achtergronden

Interpretaties

Tekstanalyse

De goddeloze koning is een krachtig verhaal van Hans Christian Andersen dat diepere thema’s van macht, overmoed en de grenzen van menselijke ambitie verkent. Het verhaal begint met een koning die gedreven wordt door een onverzadigbare drang naar macht en verovering, ongeacht de verwoesting die hij aanricht. Hij domineert talloze koninkrijken en stapelt immense rijkdommen op, terwijl hij zijn brute heerschappij tentoonstelt door overwonnen vorsten te vernederen.

De koning gaat zelfs zover dat hij zichzelf boven God probeert te plaatsen. Zijn ambitie kent geen grenzen, en hij bedenkt plannen om God te overwinnen door een luchtvaartuig te bouwen, bewaakt door arenden, om de hemel te bestormen. Zijn overmoed wordt zijn ondergang, want hij wordt uiteindelijk tegengehouden door een enkele engel wiens bloeddruppel zijn schip vernietigt.

Zelfs na deze nederlaag blijft de koning vastberaden en verzamelt hij nieuwe troepen voor een aanval op de hemel. Maar hij wordt verslagen door een onverwacht eenvoudige kracht: een enkele mug. De nietigheid van deze kleine vijand benadrukt de ultieme nederlaag van de trotse koning. Hoewel hij zich had voorbereid om de meest grandioze tegenstander te bevechten, werd hij uiteindelijk verslagen door iets ogenschijnlijk onbenulligs en zwaks.

Dit sprookje legt de nadruk op de beperkingen van menselijke macht en herinnert ons eraan dat hoogmoed kan leiden tot de val. Het vertelt ons dat er krachten zijn die groter zijn dan wijzelf, en het suggereert een mate van nederigheid en bescheidenheid ten opzichte van het grotere geheel, symbolisch vertegenwoordigd door God. De koning faalt, niet door de kracht van een andere machtige koning, maar door zijn eigen gebreken en arrogantie.

„De goddelooze Koning“ van Hans Christian Andersen is een minder bekend sprookje dat een diepe boodschap bevat over hoogmoed en de limieten van menselijke macht. Hoewel het verhaal op een sprookjesachtige manier is geschreven, weerspiegelt het mogelijk sociale en politieke kritiek op de machtige leiders van Andersens tijd.

Verschillende interpretaties van dit sprookje kunnen de volgende zijn:

Hoogmoed komt voor de val: Het verhaal illustreert de klassieke boodschap dat hoogmoed en arrogantie leiden tot de ondergang. De koning, verblind door zijn eigen macht en succes, gelooft dat hij zelfs God kan uitdagen, maar faalt uiteindelijk op een groteske manier door iets zo kleins en nietigs als een mug.

De vernietigende aard van macht: De koning gebruikt zijn macht om terreur te zaaien en rijkdom te vergaren ten koste van anderen. Dit kan worden gezien als een kritiek op imperialistische praktijken en dictaturen, waar persoonlijk succes en nationale glorie worden nagestreefd zonder morele overwegingen.

De kracht van het kleine en zwakke: In tegenstelling tot de grote legers en imposante technologieën van de koning, zijn het de nederige muggen die zijn val veroorzaken. Dit kan worden gezien als een metafoor voor hoe kleine, ogenschijnlijk onbeduidende dingen of gebeurtenissen grote veranderingen kunnen teweegbrengen en krachtige individuen of regimes kunnen ten val brengen.

Religieuze en morele orde: Het verhaal suggereert dat er grenzen zijn aan menselijke macht en dat er krachten zijn die veel groter zijn dan menselijke ambitie. De mislukking van de koning om God te overwinnen is een herinnering aan de suprematie van een hogere morele orde en de noodzaak van nederigheid en erkenning van deze grote orde.

Psychologische kant van macht: De waanzin van de koning aan het einde van het verhaal kan ook worden geïnterpreteerd als een manifestatie van hoe de zoektocht naar absolute macht en controle kan leiden tot zelfdestructie en vervreemding van de menselijke realiteit en kwetsbaarheid.

Dit sprookje, hoewel eenvoudig van opzet, biedt dus rijke lagen van interpretatie die resoneren met zowel persoonlijke als maatschappelijke thema’s.

De linguïstische analyse van het sprookje „De goddelooze Koning“ van Hans Christian Andersen kan op verschillende aspecten worden uitgevoerd, zoals de structuur, het stilistische gebruik van taal, en de morfologie en syntaxis van het Nederlands in de 19e eeuw.

Structuur en Vertelstijl: Het sprookje volgt de klassieke structuur van veel sprookjes met een introductie („Er was eens. . . „), een opeenvolging van gebeurtenissen, en een climax. De tekst gebruikt archaïsche spelling zoals „goddelooze“ in plaats van het moderne „goddeloze“, wat kenmerkend is voor de tijd waarin Andersen schreef.

Er is een duidelijke morele les, een kenmerk van sprookjes: overmoed en goddeloosheid leiden tot de val van de koning.

Stilistisch Gebruik van Taal: De tekst maakt gebruik van veelvoudige beschrijvende zinnen en sterke beelden, zoals „roode vlam“, „versengde, zwarte boomen“, en „duivelachtige vreugde“, om de scène levendig en dramatisch te maken. Herhalingen worden gebruikt voor nadruk, bijvoorbeeld het herhaaldelijke „ik wil. . . „. Er is een gebruik van antithese zoals in „groot koning“ versus „God is grooter“, wat de machtsdynamiek beklemtoont.

Morfologie en Syntaxis: De tekst gebruikt oudere Nederlandse grammaticale structuren, zoals inversie en het gebruik van samengestelde zinnen met meerdere bijzinnen. Er is een rijk gebruik van bijzinnen om de verhaalcomplexiteit te vergroten, bijvoorbeeld: „zoodat de roode vlam de bladeren van den boom verschroeide en de vruchten gebraden aan de verzengde, zwarte boomen hingen. “
– Werkwoordvervoegingen en naamwoordspellingen wijken af van het hedendaagse Nederlands, reflecterend de tijdsperiode van de tekst.

Lexicale Kenmerken: Oudnederlandse woorden zoals „duivelsche“, „zuil“, en „scharen“ worden gebruikt. Een rijkdom aan synoniemen en variërende beschrijvende termen verrijkt de tekst en creëert een kleurrijke voorstelling van de koning en zijn misdaden.

Thematische en Culturele Elementen: Thematisch richt het sprookje zich op de strijd tussen goed en kwaad, menselijke arrogantie, en de uiteindelijke onoverwinnelijkheid van hogere machten (zoals God). De culturele elementen van het sprookje verwijzen naar koning- en soldaatachtige hiërarchieën die typerend zijn voor de tijd en setting.

De analyse van deze sprookje biedt inzicht in de manier waarop Andersen universele thema’s en culturele waardes van zijn tijd verwerkte door een rijk en beschrijvend gebruik van het Nederlands uit de 19e eeuw.


Informatie voor wetenschappelijke analyse

Kengeta
Waarde
Leesbaarheidsindex door Björnsson62.6
Flesch-Reading-Ease Index32.9
Flesch–Kincaid Grade-Level12
Gunning Fog Index19
Coleman–Liau Index12
SMOG Index12
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex12
Aantal karakters5.547
Aantal letters4.445
Aantal zinnen23
Aantal woorden939
Gemiddeld aantal woorden per zin40,83
Woorden met meer dan 6 letters204
Percentage lange woorden21.7%
Totaal lettergrepen1.471
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord1,57
Woorden met drie lettergrepen126
Percentage woorden met drie lettergrepen13.4%
Vragen, opmerkingen of ervaringsverslagen?

Privacyverklaring.

De beste Sprookjes

Copyright © 2025 -   Over ons | Privacyverklaring |Alle rechten voorbehouden Aangedreven door childstories.org

Keine Internetverbindung


Sie sind nicht mit dem Internet verbunden. Bitte überprüfen Sie Ihre Netzwerkverbindung.


Versuchen Sie Folgendes:


  • 1. Prüfen Sie Ihr Netzwerkkabel, ihren Router oder Ihr Smartphone

  • 2. Aktivieren Sie ihre Mobile Daten -oder WLAN-Verbindung erneut

  • 3. Prüfen Sie das Signal an Ihrem Standort

  • 4. Führen Sie eine Netzwerkdiagnose durch