Leestijd voor kinderen: 10 min
In oude tijden, toen wensen nog hielp, leefde er een koning wiens dochters allen mooi waren; maar de jongste was zo mooi dat de zon zelf, die toch zoveel gezien heeft, zich erover verbaasde iedere keer als hij haar gezicht bescheen. Vlak bij het slot van de koning lag een groot donker bos en in dat bos bevond zich onder een oude linde een bron. Als het nu overdag heel warm was liep het koningskind het bos in en ging aan de rand van de koele bron zitten – en als zij zich verveelde nam zij een gouden bal die zij omhoog wierp en weer opving; en dat was haar liefste spel.

Nu gebeurde het op een keer dat de gouden bal van de koningsdochter niet in haar handje viel, dat zij omhoog hield, maar er naast op de grond terechtkwam en regelrecht in het water rolde. De prinses volgde hem met haar ogen, maar de bal verdween en de bron was zó diep, zó diep dat je de bodem niet zag. Toen begon zij te huilen en huilde steeds harder en zij was ontroostbaar. En toen zij daar zo zat te jammeren riep iemand haar toe: „Wat is er toch, koningsdochter, je huilt zo dat je er een steen mee zou vermurwen.“ Zij keek rond om te zien waar die stem vandaan kwam; daar zag zij een kikker die zijn lelijke dikke kop uit het water stak. „Ach, ben jij het, oude watertrapper,“ zei zij, „ik huil om mijn gouden bal die in de bron is gevallen.“ – „Wees maar stil en huil maar niet,“ antwoordde de kikker, „ik weet er wel raad op, maar wat geef je mij als ik je speelgoed weer naar boven haal?“ – „Wat je maar hebben wilt, beste kikker,“ zei zij, „mijn kleren, mijn parels en edelstenen en ook nog de gouden kroon die ik draag.“ De kikker antwoordde: „Je kleren, je parels en edelstenen en je gouden kroon wil ik niet hebben, maar als je mij wilt liefhebben en ik je vriendje en speelkameraad mag zijn, naast je aan je tafeltje mag zitten, van je gouden bordje eten, uit je bekertje drinken en in je bedje slapen: als je mij dat belooft, dan zal ik naar de diepte afdalen en je gouden bal weer naar boven brengen.“ – „Ach, ja,“ zei zij, „ik beloof je alles wat je wilt, als je mij mijn bal maar weer terugbrengt.“ Zij dacht echter: „Wat praat die kikker dom, die zit in ‚t water bij de andere kikkers en kwaakt en de vriend van een mens kan hij toch niet zijn.“
Toen de kikker de belofte had gekregen, dook hij met zijn kop onder water, liet zich naar beneden zakken en na een tijdje kwam hij weer naar boven roeien, met de bal in zijn bek en wierp die in het gras. De koningsdochter was verheugd toen zij haar mooie speelgoed terugzag, raapte het op en snelde ermee weg. „Wacht, wacht,“ riep de kikker, „neem mij mee, ik kan niet zo snel lopen als jij.“ Maar wat hielp het hem of hij haar zo hard hij maar kon zijn Kwak-Kwak nariep. Zij luisterde er niet naar, holde naar huis en zij was de arme kikker die weer in zijn bron moest afdalen, al gauw vergeten.
Toen zij de volgende dag met de koning en de hele hofhouding aan tafel zat en van haar gouden bordje at, kwam daar klits-klats, klits-klats iets de marmeren trap opkruipen en toen het boven was aangeland klopte het op de deur en riep: „Doe open, prinsesje, doe open!“ Zij liep naar de deur om te zien wie er buiten stond. Toen zij echter opendeed zat de kikker voor de deur.

Zij wierp die haastig dicht, ging weer aan tafel zitten en was heel bang. De koning zag wel dat haar hart hevig klopte en sprak: „Mijn kind, wat is er, ben je misschien bang dat er een reus voor de deur staat, die je wil meenemen?“ – „Ach, nee,“ antwoordde zij, „het is geen reus maar een lelijke kikker.“ – „Wat wil die kikker van je?“ – „Ach, lieve vader, toen ik gisteren in het bos bij de bron zat te spelen, viel mijn gouden bal in het water, en omdat ik zo schreide heeft de kikker hem weer naar boven gehaald en omdat hij het beslist wilde, beloofde ik hem dat hij mijn vriendje kon worden, maar ik had nooit gedacht dat hij uit het water zou kunnen komen; nu staat hij daarbuiten en wil bij mij binnenkomen.“ Intussen klopte de kikker voor de tweede maal en riep:
„Doe open, prinsesje,
Doe open! Weet je niet wat je gisteren
Mij hebt beloofd
Bij de koele bron? Doe open, prinsesje,
doe open!“
Toen zei de koning: „Wat je beloofd hebt, daaraan moet je je ook houden, ga hem maar opendoen!“ Zij stond op om de deur te openen en daar sprong de kikker naar binnen en volgde haar op de voet tot aan haar stoel. Daar zat hij en riep: „Til mij op.“ Zij aarzelde tot de koning het tenslotte beval. Toen de kikker eenmaal op de stoel zat wilde hij op de tafel en toen hij daar zat sprak hij: „Schuif nu je gouden bordje dichter naar mij toe, zodat wij samen kunnen eten.“ Dat deed zij wel, maar het was duidelijk te zien dat zij het niet leuk vond. De kikker liet het zich goed smaken, maar de prinses bleef bijna iedere hap in de keel steken.

Tenslotte sprak de kikker: „Ik heb mijn buikje rond gegeten en ik ben moe; draag mij nu naar je kamertje en maak je zijden bedje op, dan gaan wij slapen.“ De koningsdochter begon te huilen en was bang voor de koude kikker die zij niet durfde aanraken en die nu in haar mooie schone bedje moest slapen. Maar de koning werd toornig en sprak: „Iemand die je geholpen heeft in de nood, mag je daarna niet verachten.“ Toen pakte zij hem met twee vingers op, droeg hem naar boven en smakte hem zo hard zij kon tegen de muur. „Nu kan je rusten, jij lelijke kikker.“
Maar toen hij naar beneden viel was hij geen kikker meer, maar een koningszoon met mooie vriendelijke ogen.

En nu was hij zoals haar vader wilde, haar lieve metgezel en echtgenoot. Toen vertelde hij haar dat hij door een boze heks was betoverd en dat niemand hem uit de bron had kunnen verlossen dan zij alleen en morgen zouden zij samen naar zijn rijk gaan. Daarop vielen zij in slaap en de volgende ochtend toen de zon hen wekte kwam er een wagen aanrijden, bespannen met acht witte paarden die witte struisveren op het hoofd hadden en in gouden kettingen liepen en achterop stond de dienaar van de jonge koning, dat was de trouwe Hendrik. De trouwe Hendrik was zo bedroefd geweest toen zijn heer in een kikker werd veranderd, dat hij drie ijzeren banden om zijn hart had laten slaan opdat het niet van smart en droefenis zou breken. De wagen moest de jonge koning afhalen om hem naar zijn rijk te brengen. De trouwe Hendrik hielp hen beiden instappen, ging weer achterop staan en was zeer verheugd over de verlossing.
En toen zij een eind gereden hadden, hoorde de koningszoon een gekraak achter zich alsof er iets brak. Toen draaide hij zich om en riep:
„Hendrik, de wagen breekt!“
„Nee, Heer, het is de wagen niet,
Maar een ring van mijn hart,
Die mij steunde in mijn smart,
Toen u in de bron ging wonen
En u als kikker moest vertonen.“
Nóg een keer en nóg een keer brak er ijzer op de weg en de prins dacht steeds dat de koets brak, maar het waren de ijzeren ringen die van het hart van de trouwe Hendrik afvielen, omdat zijn heer nu bevrijd en gelukkig was.

Achtergronden
Interpretaties
Tekstanalyse
Het sprookje „De Kikkerkoning of IJzeren Hendrik“ van de Gebroeders Grimm vertelt het verhaal van een koningsdochter die haar gouden bal verliest in een diepe bron. Een kikker biedt aan om de bal terug te halen in ruil voor haar vriendschap en gezelschap. Hoewel de prinses terughoudend instemt, voldoet ze uiteindelijk niet aan haar belofte wanneer de kikker haar huis bezoekt. Onder druk van haar vader, de koning, laat ze de kikker binnen en deelt haar maaltijd en kamer met hem, ondanks haar afkeer.
Wanneer ze uit frustratie de kikker tegen de muur smijt, verandert hij in een knappe prins, verlost van een betovering door een boze heks. De prinses en de prins worden een paar, en samen met de trouwe dienaar Hendrik, die zijn eigen hart met ijzeren banden had omringd tijdens de droeve periode van zijn heer, keren ze terug naar het rijk van de prins. Tijdens hun reis breken de ijzeren banden om Hendriks hart één voor één, symbool voor de vreugde en opluchting dat zijn meester weer bevrijd is. Het verhaal eindigt met een focus op de thema’s van trouw, belofte en transformatie.
„De Kikkerkoning of IJzeren Hendrik“ van de Gebroeders Grimm is een intrigerend sprookje dat in de loop der jaren op verschillende manieren is geïnterpreteerd. Het verhaal vertelt over een jonge prinses die vriendschap sluit met een kikker, die uiteindelijk een betoverde prins blijkt te zijn. Hier zijn een paar manieren waarop het verhaal kan worden geïnterpreteerd:
Transformatie en Groei: Het sprookje kan gelezen worden als een verhaal over transformatie en persoonlijke groei. De prinses moet haar angst en afkeer overwinnen om de kikker te accepteren zoals hij is. Door dit proces ondergaat de prinses zelf een transformatie, leert ze meer empathie en geduld en groeit ze als persoon. De kikker ondergaat eveneens een fysieke transformatie terug naar zijn ware zelf als prins.
Loyaliteit en Belofte: Een andere interpretatie richt zich op het belang van trouw en het houden van beloftes. De prinses leert dat de beloften die ze geeft, zelfs als ze onder dwang of emotie worden gedaan, consequenties hebben en dat ze verantwoordelijk is om haar woord na te komen. Dit aspect van het sprookje benadrukt morele en ethische lessen over verantwoordelijkheid en trouw.
Dieper Liggende Psychologische Symboliek: Psychologisch kan het verhaal gezien worden als een allegorie voor innerlijke conflicten en de integratie van onderdrukte delen van de psyche. De kikker kan een symbool zijn van onbeminde aspecten van het zelf die integratie en acceptatie vereisen. De prinses die de kikker tegen de muur gooit, wat uiteindelijk leidt tot de onthulling van zijn ware identiteit, kan worden geïnterpreteerd als een daad van confrontatie en integratie.
Romantische Liefde en Huwelijk: Er is ook een romantisch perspectief waarbij de relatie tussen de kikker/prins en de prinses een metafoor is voor het huwelijksritueel. De gedwongen nabijheid van de kikker en de prinses aan tafel en in bed symboliseert de uitdagingen en uiteindelijk beloningen van de intieme en vaak ongemakkelijke reis naar echte liefde en partnerschap.
Sociale en Culturele Normen: De rol van de koning als figuur die de prinses aanspoort om haar belofte na te komen, kan worden gezien als een symbool van de sociale en culturele normen en verwachtingen van de tijd waarin de verhalen zijn verteld. Het is een herinnering dat individuen vaak moeten voldoen aan bredere maatschappelijke waarden.
Deze interpretaties demonstreren de veelzijdigheid van sprookjes en hun vermogen om, door de eeuwen heen, steeds weer nieuwe en relevante betekenissen en inzichten te bieden. Elk van deze interpretaties geeft verschillende lagen van het verhaal weer en toont hoe rijk en diepgaand sprookjes kunnen zijn.
„Linguïstische analyse van het sprookje“ is een interessante opdracht waarbij je verschillende aspecten van taalgebruik binnen het sprookje „De Kikkerkoning of IJzeren Hendrik“ van de Gebroeders Grimm kunt onderzoeken. Hier zijn enkele mogelijke benaderingen voor een dergelijke analyse:
Ouderwets Taalgebruik: Bekijk hoe het oude taalgebruik zich onderscheidt van modern Nederlands. Woorden en zinsconstructies zoals „koningskind“ en „watertrapper“ zijn minder gebruikelijk vandaag de dag.
Herhaling van Woorden: Let op het gebruik van herhaling om emoties te versterken, zoals „steeds harder“ bij het huilen van de prinses.
Zinsstructuur: Bestudeer de lengte en complexiteit van de zinnen. In sprookjes worden vaak langere zinnen met veel bijzinnen gebruikt om een beschrijvend en verhalend karakter te geven.
Direct en Indirecte Reden: Analyseer het gebruik van directe en indirecte rede in dialogen en hoe dat bijdraagt aan de betrokkenheid van de lezer.
Gespreksstructuren: Bekijk de conversatie tussen de prinses en de kikker en hoe hun interactie de sociale dynamiek en machtsverhoudingen weerspiegelt.
Belofte en Verplichting: Onderzoek de sociale normen en verwachtingen die worden getoond door de beloftes die worden gemaakt en nagekomen in het verhaal.
Woordvorming: Geef aandacht aan hoe samenstellingen en affixen worden gebruikt om nieuwe betekenis te voegen aan basiswoorden, zoals „gouden bordje“ of „watertrapper“.
Verken de symboliek in het verhaal: de bron kan symbool staan voor het onderbewuste, de kikker voor ongewenste plichten of verrassingen, enzovoort.
Emotionele Kleur: Analyseer hoe de woordkeuze bijdraagt aan de emotionele kleur in het verhaal, bijvoorbeeld het verschil in toon wanneer de prinses haar belofte vergeet versus wanneer ze gedwongen wordt die na te komen.
Plotontwikkeling: Bestudeer de opbouw van het verhaal en hoe de linguïstische keuzes bijdragen aan het ontwikkelen van spanning en resolutie.
Karakterontwikkeling: Analyseer de taal die gebruikt wordt om personages te beschrijven en te ontwikkelen gedurende het verhaal.
Alliteratie en Rijm: Zoek naar klankherhalingen, rijm en ritme die vaak in sprookjes wordt gebruikt om de verhalende ervaring te vergemakkelijken.
Door al deze elementen te combineren, kan je een grondige linguïstische analyse van het sprookje uitvoeren die zowel inzicht biedt in de stilistische keuzes van de schrijvers als in de bredere thema’s en structuren binnen de tekst.
Informatie voor wetenschappelijke analyse
Kengeta | Waarde |
---|---|
Aantal | KHM 1 |
Aarne-Thompson-Uther-Index | ATU Typ 440 |
Vertalingen | DE, EN, EL, EL, DA, ES, FR, PT, FI, HU, IT, JA, NL, KO, PL, RO, RU, TR, VI, ZH |
Leesbaarheidsindex door Björnsson | 35.2 |
Flesch-Reading-Ease Index | 66.3 |
Flesch–Kincaid Grade-Level | 10.1 |
Gunning Fog Index | 12.7 |
Coleman–Liau Index | 8.2 |
SMOG Index | 10.8 |
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex | 10.1 |
Aantal karakters | 6.889 |
Aantal letters | 5.343 |
Aantal zinnen | 53 |
Aantal woorden | 1.308 |
Gemiddeld aantal woorden per zin | 24,68 |
Woorden met meer dan 6 letters | 138 |
Percentage lange woorden | 10.6% |
Totaal lettergrepen | 1.786 |
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord | 1,37 |
Woorden met drie lettergrepen | 93 |
Percentage woorden met drie lettergrepen | 7.1% |