Leestijd voor kinderen: 7 min
EERSTE SPROOKJE
Er was eens een oude vos, die negen staarten had. Hij dacht dat zijn vrouw hem bedroog en nu wilde hij haar eens op de proef stellen. Hij ging onder de bank liggen, hield zich doodstil, en deed of hij zo dood was als een pier.
Mevrouw Vos ging naar haar kamer, sloot zich op, en haar meid, juffrouw Poes, zat bij de haard en kookte. Toen het bekend werd, dat de oude vos dood was, kwamen de vrijers eraan. De meid hoorde dat er iemand voor de deur stond en aanklopte, ze ging opendoen. Het was een jonge vos. Hij zei:
„Hoe zou juffrouw Poes het maken? Zou ze slapen ofwel waken?“
Ze gaf ten antwoord:
„Ik slaap niet, ik moet waken,
Om ‚t eten klaar te maken,
Ik kook wat boter in ‚t hete bier:
Ben je mijn gast en blijf je hier?“
„Ik dank je wel, juffrouw Poes,“ zei de vos, „en hoe gaat ‚t met mevrouw Vos?“
„Mevrouw Vos zit boven te klagen over haar levensdagen. Ze schreit haar ogen rozerood, Want onze oude heer Vos is dood.“
„Zeg haar dan toch, juffrouw Poes, dat er iemand voor haar is, en ‚t is een jonge vos en hij wilde graag om haar vrijen.“ – „Heel goed, heer Vos.“
Toen ging de kat van tripperdetrap
en sloeg de deur van klipperdeklap,
„Mevrouw Vos, bent u te spreken?“
„Ach, Poes! mijn tranen leken!“
„Maar buiten staat een schone knaap.“
„Ach Poes! dat is een and’re zaak,
Heeft hij zo’n fraaie staartenbos
Als onze zalige oude vos?“
„Nee,“ zei de Poes, „dat niet. Hij heeft maar één staart.“ – „Dan moet ik ook niets van hem hebben.“
Juffrouw Poes ging weer naar beneden en stuurde de vrijer weg. Maar kort daarop werd er weer geklopt, en er was weer een vos aan de deur, en die wilde ook om mevrouw Vos vrijen; en hij had twee staarten. Maar ‚t ging niet beter dan de eerste keer. Daarna kwamen er nog meer vossen, allemaal met één staart er bij, en ze werden allemaal afgewezen. Maar eindelijk kwam er één en die had negen staarten net als de oude heer Vos. En toen de weduwe dat hoorde, zei ze vol vreugde tegen juffrouw Poes:
„Gooi nu maar deur en poorten los
en smijt uit huis de oude vos!“
Maar toen de bruiloft zou worden gehouden, toen kroop de oude vos onder de bank uit, ranselde al het vossetuig af, en jaagde hen uit zijn huis en mevrouw Vos erbij!
TWEEDE SPROOKJE
Toen de oude Vos gestorven was, kwam de Wolf zich aanmelden als vrijer; hij klopte aan de deur, en de kat, die als meid bij mevrouw Vos diende, deed open. De Wolf groette haar en zei:
„Goedendag juffrouw Kat van Kortgene, hoe zit je daar zo allene? en maak je wat lekkers klaar?“
En de kat antwoordde:
„Ik maak een pap van melk en brood,
en u bent als mijn gast genood.“
„Dank je wel, vrouw Kat,“ antwoordde de Wolf, „is mevrouw Vos niet thuis?“ De kat zei:
„Die heeft haar kamer op slot,
beweent haar droevig lot,
beweent haar grote nood,
want de oude heer Vos is dood!“
De wolf antwoordde:
„En wil mevrouw Vos weer trouwen?
Dan kan ze van mij gaan houwen“
De kat liep daarna zoetjes
de trap op met fluwelen voetjes,
totdat ze kwam aan ‚t slaapvertrek.
Daar opende ze haar kleine bek
en klopte met haar vijf klauwen:
„Mevrouw Vos, wil je weer trouwen? Dan moest je naar beneden gaan,
want daar zit weer een and’re man.“
Mevrouw Vos vroeg: „Heeft hij een rood rokje aan en heeft hij een spits snoetje?“ – „Neen,“ zei de kat. „Dan moet ik hem niet hebben.“
Toen de wolf afgewezen was, kwam er een hond, en een hert en een haas, en een beer, en een leeuw, en achter mekaar alle dieren van het bos. Maar altijd ontbrak er iets aan, en niemand had al de goede eigenschappen van de oude heer Vos, en de kat moest de nieuwe vrijer steeds weer wegsturen. Eindelijk kwam er een jonge vos. Toen vroeg mevrouw Vos: „Heeft hij een rood rokje aan en heeft hij een spits snoetje?“ – „Ja,“ zei de kat, „dat heeft hij.“
„Dan moet hij maar boven komen,“ zei mevrouw Vos en beval de meid om ‚t bruiloftsmaal te bereiden. „Kat, veeg de kamer en zeem de ruiten en gooi de oude Vos naar buiten. Wat kwam hij dikwijls thuis, met ’n dikke vette muis, maar eten deed hij alleen, en mij gaf hij er nooit één!“
Toen werd de bruiloft gehouden met de jonge heer Vos, en er werd gejuicht en gedanst, en als ze niet opgehouden zijn, dansen ze nog!

Achtergronden
Interpretaties
Tekstanalyse
„De Bruiloft van Vrouw Vos“ is een verhaal van de Gebroeders Grimm dat de thema’s van trouw, bedrog, en vernieuwing verkent, verpakt in een sprookjesachtige vertelling.
Samenvatting van de Verhalen:
Eerste Sprookje:
Het eerste verhaal begint met een oude vos met negen staarten die vermoedt dat zijn vrouw hem ontrouw is. Om haar trouw te testen, doet hij alsof hij dood is. Terwijl zijn vrouw, mevrouw Vos, in haar kamer treurt om zijn „dood“, komen verschillende vrijers, jonge vossen met een toenemend aantal staarten, naar het huis om haar het hof te maken. Juffrouw Poes, de dienstmeid, verwelkomt hen maar mevrouw Vos wijst hen een voor een af omdat ze niet evenveel staarten hebben als haar oude vos. Uiteindelijk komt er een vos met eveneens negen staarten en mevrouw Vos besluit met hem te trouwen. Dan onthult de oude vos dat hij nog leeft, verjaagt de nieuwe vrijer en ook mevrouw Vos wordt uit het huis gezet.
Tweede Sprookje:
In de tweede versie is de oude vos daadwerkelijk dood. Weer komen er verschillende dieren als vrijers, waaronder een wolf, een hond en andere bosdieren. Geen enkele van hen voldoet aan de verwachtingen van mevrouw Vos omdat ze niet dezelfde kenmerken hebben als haar overleden echtgenoot. Uiteindelijk arriveert er een jonge vos die dezelfde eigenschappen heeft als de oude vos. Mevrouw Vos besluit met hem te trouwen en laat de dienstmeid de voorbereidingen voor het huwelijk treffen, door het huis schoon te maken en de oude vos naar buiten te gooien.
Analyse:
Dit verhaal speelt met humor en ironie rondom trouw en de zoektocht naar een geschikte partner. Het benadrukt ook de waarde die gehecht wordt aan oppervlakkige eigenschappen, zoals het aantal staarten of het dragen van een specifiek kledingstuk. De afwijzing van alle kandidaten totdat een gelijkwaardige vervanging van de oude vos verschijnt, kan worden gezien als commentaar op menselijke relaties en de weerstand tegen verandering. Daarnaast worden de dynamieken van macht en verraad op een speelse manier behandeld, met de oude vos die uiteindelijk zijn dominantie herstelt, terwijl in de tweede versie een nieuwe start wordt gevonden bij een jongere vos.
„De Bruiloft van Vrouw Vos“ van de Gebroeders Grimm bestaat uit twee verschillende interpretaties die elk een eigen kijk bieden op rouw, trouw en verraad. Zowel het eerste als het tweede sprookje volgen het overlijden van de oude Vos en de pogingen van Vrouw Vos om een nieuwe partner te vinden. Hoewel de kernthema’s in beide versies identiek zijn, zijn de situaties en uitkomsten verschillend, wat leidt tot interessante variaties in de verhaallijn en de moraal.
Eerste Sprookje:
In dit verhaal test de oude Vos zijn vrouw door te doen alsof hij dood is, vermoedend dat ze hem met een ander zal bedriegen. Mevrouw Vos krijgt vervolgens bezoek van verschillende jonge vossen die om haar hand willen dingen. Met de hulp van haar meid, Juffrouw Poes, beoordeelt ze elke vrijer op basis van het aantal staarten dat hij heeft. Uiteindelijk wordt alleen de jonge vos met evenveel staarten als de oude Vos in overweging genomen. Op dat moment onthult de oude Vos zijn bedrog door uit zijn schuilplaats tevoorschijn te komen en wreekt hij zich op de vrijers en op zijn vrouw. Dit sprookje legt de nadruk op loyaliteit en het falen van tests die zijn gebaseerd op wantrouwen.
Tweede Sprookje:
Hier is de oude Vos daadwerkelijk gestorven, en de vrijers die langskomen zijn geen vossen, maar andere bosdieren. Ook al zijn het verschillende soorten, geen van de dieren bezit de kwaliteiten van de oude Vos die Vrouw Vos belangrijk vindt. Het is niet tot een jonge vos verschijnt, met de juiste eigenschappen, dat Vrouw Vos eindelijk besluit hem te accepteren. Het verhaal eindigt met een groot feest en een nieuwe start voor mevrouw Vos. Deze versie toont het belang van persoonlijke voorkeuren en eigenschappen die bij een partner gezocht worden, evenals de hoop op nieuw geluk na verlies.
In beide verhalen is de hulp van de kattige dienstmeid cruciaal voor het verloop van het verhaal. Ze fungeert als tussenpersoon en adviseur, wat een subtiele laag van feministische ondertonen toevoegt. Beide sprookjes behandelen op hun eigen manier thema’s als rouw, wraak, en de zoektocht naar liefde. Ze rekenen af met de gebreken van de oude relatie en vieren de mogelijkheden die een nieuw begin biedt, hoewel er spanning blijft hangen over de motivaties en keuzes van de personages.
De „Bruiloft van vrouw Vos“ van de Gebroeders Grimm is een sprookje dat op speelse wijze thema’s van huwelijkstrouw en verleiding verkent. Het verhaal wordt gepresenteerd in twee versies, waarbij beide een vergelijkbaar thema van een weduwe die op zoek is naar een nieuwe partner hanteren, maar met variaties in de gebeurtenissen en personages.
Ritme en Rijm: Het sprookje maakt gebruik van veel rijm en ritme, vooral in de dialogen. Dit is typisch voor volksverhalen en sprookjes, omdat het de mondelinge overdracht vergemakkelijkt en de vertelling levendiger en gedenkwaardiger maakt.
Voorbeelden zijn:
– „Hoe zou juffrouw Poes het maken? / Zou ze slapen ofwel waken?“
– „Ik maak een pap van melk en brood, / en u bent als mijn gast genood. “
Herhaling: De herhaling van gebeurtenissen (verschillende dieren die aan de deur komen) is kenmerkend voor sprookjes. Het creëert een voorspelbare structuur die jonge luisteraars helpt het verhaal te volgen en anticiperen op toekomstige gebeurtenissen.
Personificatie: Dieren worden gepersonifieerd en handelen als mensen, wat een veelvoorkomend motief is in fabels en sprookjes. Karakters zoals de Vos, Poes, en Wolf hebben menselijke eigenschappen en voeren sociale interacties uit zoals huwelijksaanzoeken.
Dramatische Ironie: In het eerste sprookje is er sprake van dramatische ironie wanneer de oude vos zich doodstil houdt om zijn vrouw op de proef te stellen. De lezers weten dat hij niet dood is, terwijl mevrouw Vos in het ongewisse is, wat spanning en humor toevoegt aan het verhaal.
Dialoog en Directe Spraak: Directe spraak speelt een cruciale rol in de narratieve structuur. Het geeft de personages leven en maakt de dialoog speels en interactief. Deze stijl maakt het sprookje dynamisch en helpt de karakters en hun motivaties beter te begrijpen.
Thematiek: Trouw en bedrog zijn thema’s die beide versies van het sprookje doorkruisen. De oude vos twijfelt aan de trouw van zijn vrouw en stelt haar op de proef om haar ware gevoelens te ontdekken. In beide versies speelt het concept van uiterlijk vertoon een rol, gezien de nadruk op uiterlijkheden zoals de staarten van de vos en de uiterlijke kenmerken van de vrijers.
Moraal: De verhalen lijken een morele boodschap over het belang van trouw en de betrekkelijkheid van uiterlijk vertoon te communiceren, vermengd met humor en ironie.
Conclusie:
Dit sprookje van de Gebroeders Grimm combineert rijke linguïstische kenmerken met universele thema’s die resoneren in veel volksverhalen. Door deze technieken te gebruiken, blijft de „Bruiloft van vrouw Vos“ een gedenkwaardige en vermakelijke vertelling die de tand des tijds heeft doorstaan.
Informatie voor wetenschappelijke analyse
Kengeta | Waarde |
---|---|
Aantal | KHM 38 |
Aarne-Thompson-Uther-Index | ATU Typ 65 |
Vertalingen | DE, EN, DA, ES, PT, IT, JA, NL, PL, RU, TR, VI, ZH |
Leesbaarheidsindex door Björnsson | 23.5 |
Flesch-Reading-Ease Index | 83.3 |
Flesch–Kincaid Grade-Level | 4.7 |
Gunning Fog Index | 6.7 |
Coleman–Liau Index | 7.7 |
SMOG Index | 7.5 |
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex | 3.5 |
Aantal karakters | 4.244 |
Aantal letters | 3.130 |
Aantal zinnen | 64 |
Aantal woorden | 784 |
Gemiddeld aantal woorden per zin | 12,25 |
Woorden met meer dan 6 letters | 88 |
Percentage lange woorden | 11.2% |
Totaal lettergrepen | 1.030 |
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord | 1,31 |
Woorden met drie lettergrepen | 36 |
Percentage woorden met drie lettergrepen | 4.6% |