Leestijd voor kinderen: 3 min
Eens op een middag was het Kindeke Jezus in zijn wiegje gaan liggen en hij was ingeslapen; en toen kwam zijn moeder bij de wieg, keek hem vol geluk aan en sprak: „Ben je gaan slapen, kindje? Slaap zacht, ik zal ondertussen naar het bos gaan en een handvol aardbeien voor je zoeken; ik weet wel dat je het heerlijk zult vinden, als je wakker wordt.“
Buiten in het bos vond zij een plek met de allermooiste aardbeien, maar toen ze zich bukte om er één te plukken, toen sprong er uit het gras een adder op. Zij schrok, ze liet de aardbeien staan en snelde weg. De adder schoot haar achterna, maar de Moeder God – dat kun je je wel voorstellen – wist wel raad. Ze verschool zich achter een hazelaarstruik en bleef daar staan, tot de adder weer in de grond gekropen was.
Toen ging ze weer aardbeien plukken, en toen ze weer de weg naar huis opging, zei ze: „Zoals de hazelaar ditmaal mijn beschermengel is geweest, zo zal ze het voortaan ook voor alle mensen zijn.“ Daarom is sinds oude tijden een groene hazelaartak de beste bescherming tegen adders, slangen en wat er verder op aarde kruipt.

Achtergronden
Interpretaties
Tekstanalyse
Dit prachtige verhaal van de Gebroeders Grimm vertelt een legende die de hazelaar verbindt met bescherming. De symboliek van de hazelaar als beschermer tegen gevaar is op een fraaie manier verweven door het verhaal van Maria en het Kindeke Jezus. Wanneer Maria op zoek is naar aardbeien voor haar kind, wordt ze bedreigd door een adder. Ze vindt echter bescherming achter een hazelaarstruik, waarna ze besluit dat de hazelaar een universele beschermer zal zijn tegen slangen en ander onheil.
In deze context is de hazelaar meer dan enkel een struik; het wordt een symbool van bescherming en veiligheid. Het verhaal illustreert hoe elementen uit de natuur in sprookjes vaak bijzondere betekenis en krachten krijgen toegekend. De associatie van de hazelaar met bescherming heeft mogelijk wortels in oude tradities en volksgeloof, waar bomen en struiken vaak magische of spirituele krachten werden toegeschreven. Dit soort verhalen benadrukt ook het idee dat de natuur een bondgenoot kan zijn voor de mens, en dat er in de natuurlijke wereld krachten zijn die bescherming en steun kunnen bieden.
Dit sprookje van de Gebroeders Grimm lijkt ons te willen vertellen over de betekenis en symboliek van de hazelaar als beschermend element in de folklore. Hier zijn enkele interpretaties en overwegingen bij dit verhaal:
Bescherming en veiligheid: De hazelaar wordt voorgesteld als een beschermende kracht. Dit is een kenmerk dat in veel culturen en volksverhalen terugkomt; de hazelaar wordt gezien als een symbool van bescherming tegen kwade krachten. In dit verhaal fungeert de hazelaar als schuilplaats voor Maria, die bescherming zoekt tegen de adder.
Moederlijke zorg: Het verhaal begint met een beeld van moederlijke liefde en zorg. Maria, als moeder van het Kindeke Jezus, wil haar kind een plezier doen door aardbeien te zoeken. Dit benadrukt de opoffering en liefde die moeders tonen.
Symboliek van de adder: De adder kan worden geïnterpreteerd als een symbool voor gevaar of verleiding, iets dat in de context van bijbelse en christelijke verhalen vaak voorkomt. Het ontwijken van de adder door Maria zou kunnen verwijzen naar het vermijden van kwaad en beproevingen.
Religieuze elementen: De aanwezigheid van het Kindeke Jezus in het verhaal benadrukt de religieuze ondertoon. Het verhaal legt een verbinding tussen christelijke symboliek en heidense gebruiken, zoals de associatie van de hazelaar met bescherming.
Natuurelementen: De keuze voor een bos als achtergrond voor het verhaal en de focus op aardbeien en hazelaars wijzen op een nauwe band met de natuur. Het vertelt iets over de afhankelijkheid van mensen van natuurlijke elementen voor zowel voeding als bescherming.
Door deze interpretaties kunnen we zien dat het sprookje verschillende lagen van betekenis bevat, waarin natuur, religie, en symboliek met elkaar verweven zijn om een boodschap over bescherming en moederlijke liefde te communiceren.
De linguïstische analyse van het sprookje „De hazelaar“ van de Gebroeders Grimm omvat verschillende aspecten, waaronder de woordenschat, zinsstructuur, stijlkenmerken, en de functionele elementen in de tekst.
Archaïsche en poëtische elementen: Het sprookje maakt gebruik van oudere en poëtische vormen van het Nederlands, zoals „Kindeke Jezus“ en „Moeder God“, die tegenwoordig minder gangbaar zijn.
Eenvoudig en direct taalgebruik: Zoals gebruikelijk in sprookjes, is de woordkeuze eenvoudig om een breed publiek, inclusief kinderen, te bereiken.
Lange, samengestelde zinnen: De tekst bevat samengestelde zinnen met meerdere bijzinnen, bijvoorbeeld wanneer er handelingen beschreven worden die tegelijkertijd gebeuren.
Directe rede: Er is gebruik gemaakt van directe rede, waarbij de Moeder God het Kindeke Jezus direct aanspreekt. Dit geeft een intiem en persoonlijk karakter aan het verhaal.
Herhaling: Er wordt herhaling van bepaalde zinsdelen en motieven gebruikt om het ritmische en betoverende aspect van het sprookje te versterken.
Symboliek en moraliteit: De hazelaar wordt gepresenteerd als een symbool van bescherming, en deze symboliek wordt uiteindelijk gegeneraliseerd naar een bredere moraal over bescherming voor alle mensen.
Beschrijvingen en actie: De tekst wisselt tussen beschrijvingen van de omgeving (de wieg, het bos) en actie (de moeder die aardbeien zoekt en vlucht voor de adder).
Religieuze en culturele referenties: Het verhaal bevat elementen van religieuze en culturele symboliek, zoals het figuur van het Kindeke Jezus en het gebruik van de hazelaar als beschermend element. Dit weerspiegelt culturele tradities en geloofssystemen die een rol speelden in de tijd dat de Gebroeders Grimm actief waren.
Het sprookje „De hazelaar“ volgt daarmee de traditionele kenmerken van sprookjes: een eenvoudige plot, symbolische elementen, een didactische ondertoon, en het gebruik van eenvoudige maar affectieve taal om universele thema’s over te brengen.
Informatie voor wetenschappelijke analyse
Kengeta | Waarde |
---|---|
Leesbaarheidsindex door Björnsson | 37.5 |
Flesch-Reading-Ease Index | 64.3 |
Flesch–Kincaid Grade-Level | 10.5 |
Gunning Fog Index | 13 |
Coleman–Liau Index | 9.4 |
SMOG Index | 11.1 |
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex | 11.2 |
Aantal karakters | 1.094 |
Aantal letters | 856 |
Aantal zinnen | 8 |
Aantal woorden | 200 |
Gemiddeld aantal woorden per zin | 25,00 |
Woorden met meer dan 6 letters | 25 |
Percentage lange woorden | 12.5% |
Totaal lettergrepen | 277 |
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord | 1,39 |
Woorden met drie lettergrepen | 15 |
Percentage woorden met drie lettergrepen | 7.5% |