Childstories.org
  • 1
  • Alle sprookjes
    van Grimm
  • 2
  • Gesorteerd op
    leestijd
  • 3
  • Perfect voor
    het voorlezen
De trouwe Johannes
Grimm Märchen

De trouwe Johannes - Sprookje van de Gebroeders Grimm

Leestijd voor kinderen: 20 min

Er was eens een oude koning, die ziek was geworden en dacht: dat kon wel eens een sterfbed worden, waar ik op lig. Toen vroeg hij: „Laat de trouwe Johannes bij mij komen.“ De trouwe Johannes was zijn liefste dienaar en heette zo, omdat hij hem zijn leven lang trouw geweest was. En toen deze aan het bed kwam, zei de koning tegen hem: „Trouwe Johannes; ik voel dat mijn einde nadert, en dan heb ik geen andere zorg dan voor mijn zoon: hij is nog zo jong dat hij nog niet voor zichzelf kan zorgen; en als u mij niet belooft, hem te onderrichten in alles wat hij weten moet, als u zijn pleegvader niet wilt zijn – dan kan ik de ogen niet rustig sluiten.“ Toen antwoordde de trouwe Johannes: „Ik zal hem niet verlaten en hem trouw dienen; al ging het om mijn leven.“ Toen zei de oude koning: „Nu sterf ik getroost en in vrede.“ En hij sprak verder: „Na mijn dood moet u hem het hele slot laten zien; alle kamers, zalen en gewelven, en alle schatten die er zijn; maar de laatste kamer in de lange gang, die moet u hem niet tonen; waar de beeltenis staat van de prinses van het Gouden Dak. Als hij dat beeld zou zien, zou hij in hevige liefde voor haar ontbranden; hij zou bewusteloos neervallen en om harentwille in groot gevaar komen; daarvoor moet u hem behoeden.“ En toen de trouwe Johannes de koning nog eens de hand daarop gegeven had, werd deze stil, legde zijn hoofd op het kussen en stierf.

Toen de oude koning ten grave gedragen was, vertelde de trouwe Johannes aan de jonge koning, wat hij zijn vader op zijn sterfbed had beloofd; en hij zei: „Die belofte zal ik zeker houden, en u trouw zijn, zoals ik ook hem trouw ben geweest – al ging het om mijn leven.“ De rouwtijd ging voorbij; toen sprak de trouwe Johannes tot hem: „Nu is het tijd dat u uw erfgoed ziet; ik wil u het vaderlijk slot tonen.“ Hij leidde hem nu overal rond, in zolders en kelders; en liet hem al de rijkdommen en de prachtige zalen zien, alleen dat ene vertrek deed hij niet open, daar stond het gevaarlijke beeld in. Maar het was zo opgesteld, dat zodra de deur openging, het oog erop vallen moest, en het was zo, dat het scheen te leven; en het was of er op de hele wereld niets mooiers en lieflijkers was. Maar de jonge koning merkte wel, dat de trouwe Johannes steeds die ene deur oversloeg; en hij zei: „Waarom wordt deze deur nooit geopend?“ – „Daar is iets,“ antwoordde hij, „waar u voor terugschrikt.“ Maar de koning zei weer: „Ik heb nu het hele slot gezien, nu wil ik ook weten wat daar in is,“ en hij liep er heen en wilde de deur met geweld openstoten. Daarvan weerhield de trouwe Johannes hem en hij zei: „Ik heb je vader voor zijn dood beloofd je ervan te weerhouden om te kijken wat er in die kamer is; voor u en voor mij zou het einde een groot ongeluk zijn.“ – „Neen,“ zei de jonge koning, „als ik daar niet in mag, dan is het nog veel erger, dag en nacht zou ik onrustig zijn, tot ik het met eigen ogen gezien had. Nu blijf ik hier tot u mij toegang geeft.“

Toen zag de trouwe Johannes in, dat er niets aan te veranderen was, en hij zocht, bezwaard van hart en onder diepe zuchten, de sleutel in de grote bos. Terwijl hij de deur opende, trad hijzelf meteen het eerst naar binnen, en hoopte nog het beeld te bedekken zodat de koning het niet zag; maar wat gaf dat? De koning ging op de tenen staan en keek over zijn schouder naar binnen. En toen hij het beeld ontdekte, dat zo heerlijk was en blonk van goud en edelstenen, toen viel hij bewusteloos neer. De trouwe Johannes hief hem op, droeg hem naar zijn bed en dacht vol zorg: „Nu is het ongeluk gebeurd; wat zal er nu van ons worden?“ Toen sterkte hij hem met een teug wijn, zodat hij weer bijkwam. Het eerste wat hij zei, was: „Wie is dat prachtige beeld?“ – „Dat is de prinses van het Gouden Dak,“ antwoordde de trouwe Johannes. Toen zei de koning weer: „Ik heb zo’n grote liefde voor haar opgevat, dat alle bladeren van alle bomen het niet konden zeggen als ze spreken konden; mijn leven zet ik in, om haar te krijgen. Mijn trouwste Johannes, u moet me helpen.“

De trouwe dienaar peinsde er geruime tijd over, hoe hij deze moeilijkheden moest aanvatten, want het was al moeilijk om haar persoonlijk te naderen. Eindelijk had hij er wat op gevonden; en hij zei tegen de koning: „Alles wat ze aan en om zich heeft is van goud: tafels, stoelen, schotels, bekers, kommen en alle huisraad; in uw schatkamers liggen vijf tonnen goud, laat één van de beste goudsmeden dit bewerken tot allerlei vaatwerk en gereedschappen, vogels en wilde en wonderbaarlijke dieren, we willen daarmee op reis gaan en ons geluk beproeven.“ De koning beval, dat alle goudsmeden ontboden zouden worden; zij moesten dag en nacht werken, tot eindelijk de heerlijkste voorwerpen klaar waren. Alles werd in een schip geladen; toen trok de trouwe Johannes een koopmanspak aan, en de koning moest dat ook doen, om niet herkend te worden. Dan voeren ze over zee en voeren zo lang, tot ze in de stad kwamen waar de koningsdochter van het Gouden Dak woonde.

De trouwe Johannes liet de koning op ‚t schip blijven en op hem wachten. „Misschien,“ sprak hij, „breng ik de prinses mee, zorg dus dat alles klaar is, laat al het gouden vaatwerk neerzetten en zorg, dat het hele schip versierd is.“ Nu stopte hij in zijn voorschoot allerlei gouden dingetjes, ging aan land en recht toe recht aan naar ‚t paleis. Toen hij op het voorplein kwam, stond daar bij de fontein een lief meisje, ze had twee gouden emmers in de hand en putte water. Terwijl zij het blinkende water weg wilde dragen, draaide zij zich om, zag de vreemde man en vroeg, wie hij was. Toen antwoordde hij: „Ik ben een koopman“ en opende zijn voorschoot en liet haar even kijken. Daar riep zij uit: „O wat een beeldige dingen, allemaal van goud!“ zette de emmer neer en bekeek het stuk voor stuk. „Dat moet de prinses zien,“ ging ze voort, „die houdt zo van alles wat van goud is, dat ze zeker alles van je zal kopen.“ Ze nam hem bij de hand en bracht hem naar boven, want zij was de kamenier. De prinses bekeek de gouden dingetjes, was er verrukt over en zei: „Het is zo mooi gemaakt, ik wil alles kopen.“ Maar de trouwe Johannes sprak: „Ik ben maar de knecht van een rijke koopman; wat ik hier bij me heb is nog niets, bij alles wat mijn heer in zijn schip heeft; en dat is het kunstigste en het kostelijkste, wat ooit in goud is gemaakt.“ Ze wilde dat alles bij haar gebracht zou worden, maar hij zei: „Daar zouden vele dagen voor nodig zijn, zo groot is de schat; en zoveel zalen om het op te stellen, dat dit huis niet eens groot genoeg is.“ Toen werd haar nieuwsgierigheid en lust nog meer geprikkeld, zodat ze eindelijk zei: „Breng mij dan naar het schip, ik wil er zelf ingaan en de schatten van je meester bekijken.“

Nu bracht de trouwe Johannes haar naar het schip en hij verheugde zich over ‚t slagen van zijn list; en de koning – die zag dat zij nog veel mooier was dan het beeld; en hij dacht dat zijn hart van vreugde zou barsten. Zij kwam aan boord, de koning bracht haar naar binnen, de trouwe Johannes echter bleef aan dek bij de stuurman en liet de trossen losgooien. „Alle zeilen hijsen,“ zei hij, „zodat ‚t schip vliegt als een vogel door de lucht.“ De koning binnen toonde haar het gouden vaatwerk, stuk voor stuk, de schotels, de bekers, de kommen, de vogels en al de wonderbaarlijkste dieren. Uren gingen voorbij terwijl ze alles bekeek, en in haar blijdschap merkte ze niet dat het schip was gaan varen. Toen ze ‚t laatste bekeken had, bedankte ze de koopman en wilde weer naar huis, maar aan dek gekomen zag ze dat ze ver van land op hoge zee voeren en met volle zeilen voortijlden. „O!“ riep ze verschrikt, „ik ben bedrogen, ik ben ontvoerd en in de macht van een koopman geraakt; ik kan beter sterven!“ De koning echter vatte haar bij de hand, en zei: „Een koopman ben ik niet, ik ben een koning en niet minder van geboorte dan u; maar dat ik u met list geschaakt heb, dat is uit overmaat van liefde gebeurd. De eerste maal dat ik uw beeld gezien heb, ben ik bewusteloos neergestort.“ Toen de prinses van het Gouden Dak dat hoorde, troostte ze zich, haar hart sprak voor hem, zodat ze graag erin toestemde zijn vrouw te worden.

Eens op een keer toen zij midden op zee voeren, zat de trouwe Johannes op de voorsteven en speelde een deuntje; daar zag hij in de lucht drie raven, die naar hem toe kwamen vliegen. Hij hield op met spelen en luisterde wat zij tegen elkaar zeiden, want hij kende de vogeltaal. De ene riep: „Kijk, die trouwt de prinses van ‚t Gouden Dak.“ – „Ja,“ kraste de tweede, „maar ze zijn er nog niet.“ En de derde: „Jawel, ze is al bij hem in ‚t schip.“ Toen begon de eerste weer en riep: „Geeft dat wat? Zodra ze aan land komen, zal hem een vuurrood paard tegemoet springen; daar zal hij zich op willen zetten; doet hij dat, dan gaat het paard er met hem vandoor en door de lucht, zodat hij de prinses nooit weer ziet.“ Dan de tweede: „Is er geen redding mogelijk?“ – „Jawel, als een ander snel opstijgt, de pistool uit de halster haalt en ‚t paard doodschiet. Dat is de redding van de jonge koning. Maar wie weet dat? en wie het weet en ‚t hem zegt, die wordt van steen, van de voetzool tot de knie!“ Toen zei de tweede: „Ik weet nog wat! Als ‚t paard dood is, dan krijgt de koning zijn bruid nog niet; als ze samen bij ‚t kasteel komen, ligt er een prachtig bruidshemd klaar in de hal, ‚t ziet er uit als van goud en zilver, maar dat is in werkelijkheid zwavel en pek; wie het aandoet verbrandt tot ‚t merg in zijn knokkels.“ De derde zei: „Is dan geen redding mogelijk?“ – „Jawel,“ zei de tweede, „als iemand ‚t hemd met handschoenen opneemt en ‚t in ‚t vuur werpt en ‚t verbrandt – dat is de redding van de jonge koning. Maar wat geeft dat? wie het weet en ‚t hem vertelt, die wordt van steen, van de knie tot het hart.“ Toen sprak de derde: „Ik weet nog wat! Al verbrandt het hemd, dan krijgt de koning zijn bruid nog niet: als na de bruiloft het bal begint, en de jonge koningin zal dansen, zal ze opeens verbleken en voor dood neervallen; als iemand haar niet opneemt en uit haar rechter borst drie druppels bloed zuigt en die weer uitspuwt, dan sterft ze. Wie het verraadt en ‚t hem vertelt, die wordt van steen van hart tot hoofd.“ Toen de raven dat samen gekrast hadden, vlogen ze weg, en de trouwe Johannes had alles goed begrepen, maar daarna werd hij stil en treurig; want als hij verzweeg wat hij gehoord had, kwam er ongeluk over zijn meester; vertelde hij het hem, dan kostte ‚t hem zijn leven. Eindelijk echter zei hij bij zichzelf: „Mijn koning zal ik redden, al moest ik sterven.“

Zij kwamen eindelijk aan land. Het gebeurde als de raaf had voorspeld; er kwam een prachtig paard aangesprongen, rood als een vos. „Welaan,“ zei de koning, „hij moet mij naar ‚t kasteel rijden,“ en hij wilde opstijgen. Maar de trouwe Johannes drong hem opzij, zwaaide zich in ‚t zadel, trok ‚t pistool uit de halster en schoot het paard neer. De andere dienaren die de trouwe Johannes niet goed zetten konden, riepen luid: „Wat een schande, zo’n prachtig dier te doden, dat de koning naar ‚t kasteel zou rijden!“ Maar de koning zei: „Zwijg, laat hem begaan, hij is mijn trouwe Johannes, wie weet waar het goed voor was!“ Nu gingen zij naar ‚t kasteel, en daar lag in de hal een prachtig bruidshemd, en het leek geheel van goud en zilver. De jonge koning liep erheen en wilde ‚t aanpakken, maar de trouwe Johannes schoof hem terzijde, pakte ‚t zelf met handschoenen aan en gooide ‚t op ‚t vuur en liet ‚t verbranden. De andere dienaren spraken er weer schande van en zeiden: „Kijk, nu verbrandt hij het eigen bruidskleed van de koning.“ Maar de jonge koning zei: „Wie weet waar het goed voor was, laat hem begaan, hij is mijn trouwe Johannes!“ Nu werd de bruiloft gevierd; het bal begon, de bruid trad binnen. De trouwe Johannes hield haar in ‚t oog en keek naar haar gezicht. Opeens verbleekte zij en viel voor dood neer. Toen sprong hij snel naar haar toe, tilde haar op en droeg haar naar een zijvertrek; daar legde hij haar neer, knielde en zoog drie bloeddruppels uit haar rechter borst en spuwde ze uit. Weldra begon ze weer te ademen en kwam weer bij, maar de koning had het ook gezien en wist niet wat de reden van deze daad van de trouwe Johannes was; hij werd boos en riep: „In de gevangenis met hem!“ De volgende morgen werd de trouwe Johannes veroordeeld en naar de galg geleid; en toen hij op de ladder stond en de strop om de hals zou krijgen, sprak hij: „Ieder die sterven moet, mag vóór zijn dood nog éénmaal spreken; kan ik dat recht ook verkrijgen?“ – „Ja,“ antwoordde de koning, „het is u vergund.“ Toen zei de trouwe Johannes: „Onrechtvaardig ben ik veroordeeld, en ik ben u altijd trouw geweest.“ En hij vertelde hoe hij op zee het gekras van de raven had gehoord en verstaan en hoe hij, om zijn meester te redden, alles had moeten doen zoals hij het gedaan had. Toen riep de koning: „O mijn trouwe Johannes. Vergeving! Vergeving! Breng hem weer hier!“ Maar de trouwe Johannes was bij het laatste woord dat hij gesproken had, dood gevallen en was versteend.

De koning en de koningin hadden daar groot verdriet van, en de koning zei: „O, wat heb ik deze grote trouw slecht beloond!“ en hij liet ‚t stenen beeld naar ‚t kasteel brengen en naast zijn bed neerzetten. Elke keer als hij het zag, begon hij te huilen en zei: „Kon ik je maar weer levend maken, mijn trouwe Johannes!“ Toen begon de steen te spreken en zei: „Ja, u kunt mij weer levend maken; als u ervoor over hebt het liefste wat u bezit.“ De koning riep: „Alles wat ik op de wereld heb, wil ik afstaan voor u!“ Het stenen beeld zei weer: „Houw eigenhandig uw beide kinderen ‚t hoofd af; besprenkel mij met hun bloed, dan ben ik behouden.“ De koning schrok toen hij hoorde dat hij zijn liefste kinderen zelf moest doden; maar hij dacht aan de onwankelbare trouw, waarmee Johannes voor hem de dood was ingegaan. Hij trok zijn zwaard en sloeg eigenhandig zijn beide kinderen ‚t hoofd af. Maar toen hij met hun bloed het stenen beeld besprenkeld had, keerde bij hem het leven terug, en de trouwe Johannes stond weer gezond in levenden lijven voor hem. Hij zei tegen de koning: „Uw trouw zal niet onbeloond blijven.“ En hij nam de kinderhoofdjes, zette die weer op hun lichamen en bestreek de wonde met hun eigen bloed. Daarvan werden ze op ‚t zelfde ogenblik gezond, ze sprongen op en speelden weer verder, alsof er niets gebeurd was. Nu was de koning overmatig blij; en toen hij de koningin zag aankomen, verborg hij de trouwe Johannes en de beide jongens in een grote kast. Toen ze binnentrad, sprak hij: „Ben je gaan bidden in de kerk?“ – „Ja,“ zei ze, „en ik heb voortdurend aan de trouwe Johannes gedacht; dat hij door ons toedoen zo ongelukkig is geworden.“ Toen zei hij: „Lieve vrouw, wij kunnen hem tot ‚t leven terugbrengen, maar dat gaat alleen ten koste van onze zoontjes, die moeten wij offeren.“ De koningin verbleekte en schrok tot diep in haar hart, maar toch zei ze: „Dat zijn wij hem verschuldigd ter wille van zijn grote trouw.“ Hij was blij dat zij net zo gedacht had als hijzelf; hij trad op de kast toe en ontsloot die, hij haalde er de kinderen en de trouwe Johannes uit en sprak: „God zij geprezen, Johannes is verlost en onze zoontjes zijn ook weer in ‚t leven teruggekeerd.“ En hij vertelde haar hoe alles was gebeurd. Toen leefden zij tezamen in groot geluk tot aan hun einde.

Lees nog een kort sprookje (5 min)

LanguagesLearn languages. Double-tap on a word.Learn languages in context with Childstories.org and Deepl.com.

Achtergronden

Interpretaties

Tekstanalyse

„De trouwe Johannes“ is een sprookje van de Gebroeders Grimm dat de thema’s van trouw, opoffering en wederzijdse liefde verkent. Het verhaal begint met een oude koning die op zijn sterfbed ligt en bezorgd is over zijn jonge zoon. Hij vertrouwt zijn trouwe dienaar, Johannes, de taak toe om de jonge koning te beschermen en te begeleiden. Johannes belooft plechtig om de jonge koning trouw te blijven dienen, zelfs als dat zijn eigen leven zou kosten.

Wanneer de oude koning sterft, neemt Johannes zijn verantwoordelijkheid serieus en begeleidt hij de jonge koning door de schatten van het koninkrijk, met uitzondering van een gevaarlijke kamer met een portret van de prinses van het Gouden Dak. Tegen de instructies in, wil de jonge koning het portret zien en wordt ogenblikkelijk verliefd. Johannes beseft het gevaar en besluit om de koning te helpen de prinses te winnen, ondanks de enorme uitdagingen die dat met zich meebrengt.

Het verhaal vervolgt met het avontuur van de jonge koning en Johannes, die erin slagen de prinses met een list naar het schip van de koning te brengen. Tijdens de reis hoort Johannes echter een dreigend gesprek tussen drie raven over de toekomst van de koning, waarin meerdere levensbedreigende gevaren worden voorspeld. Johannes weet wat hij moet doen om de koning te redden, maar dat vereist enorme persoonlijke offers. Uiteindelijk kiest Johannes ervoor om opofferingen te maken en de koning te redden, zelfs als het betekent dat hij zelf versteend zal worden.

Als de koning ontdekt welke offers Johannes heeft gebracht, voelt hij diepe spijt en verdriet. Het verhaal bereikt zijn climax als de koning, gepijnigd door zijn schuld, bereid is om het liefste wat hij bezit – zijn eigen kinderen – op te offeren om Johannes weer tot leven te wekken. Het sprookje eindigt echter met een wonderlijke wederopstanding waardoor Johannes weer levend is en ook de koningskinderen herleven, en iedereen samen in harmonie en geluk verder leeft.

De moraal van het verhaal gaat over de kracht van oprechte toewijding en onvoorwaardelijke liefde, en over de erkenning en beloning van trouw, zelfs als daar grote offers voor nodig zijn. Het sprookje laat zien dat ware vriendschap en loyaliteit uiteindelijk beloond worden, hoe moeilijk de omstandigheden ook zijn.

„De trouwe Johannes“ is een van de sprookjes verzameld door de Gebroeders Grimm. Dit sprookje bevat veel van de elementen die vaak in Grimm-verhalen voorkomen, zoals trouw, opoffering, en magische gebeurtenissen. Er zijn verschillende manieren waarop het verhaal kan worden geïnterpreteerd:

Trouw en Loyaliteit: Een centrale thematiek in het sprookje is de onwrikbare loyaliteit van Johannes aan zowel de oude als de jonge koning. Zijn toewijding gaat zelfs zover dat hij bereid is zijn leven op te geven om de jonge koning te redden. Dit kan worden gezien als een idealisering van trouw, waarin deze de hoogste deugd vertegenwoordigt. Het verhaal suggereert dat ware trouw uiteindelijk beloond wordt, ook al lijkt het op korte termijn tot tragedie te leiden.

Opoffering en Beloning: Johannes‘ bereidheid om zijn leven te riskeren door de geheimen van de raven te onthullen, laat zien dat ware opoffering soms noodzakelijk is voor het grotere goed. De uiteindelijke beloning die Johannes krijgt door weer tot leven gewekt te worden, versterkt het idee dat oprechte opoffering niet onbeloond blijft.

Kousenband en Wederopstanding: Het moment waarop de koning zijn kinderen moet onthoofden kan worden gezien als een metafoor voor radicale opoffering ter herstel van moraliteit en rechtvaardigheid. Het gebruik van bloed als middel tot de wederopstanding van Johannes en de kinderen legt de nadruk op de magische en soms onverklaarbare elementen in sprookjes, waaruit blijkt dat liefde en trouw elk offer waard zijn.

Waarschuwing tegen Onbezonnenheid: Het gedrag van de jonge koning illustreert de gevaren van onbezonnenheid en nieuwsgierigheid. Zijn verlangen om het verboden beeld te zien, veroorzaakt het probleem dat Johannes moet oplossen met zijn trouw en strategisch denken. Dit aspect van het verhaal kan dienen als een waarschuwing tegen het volgen van impulsen zonder de gevolgen te overwegen.

Magische Realiteit: Zoals veel sprookjes maakt „De trouwe Johannes“ gebruik van magische elementen, zoals sprekende raven en het tot leven wekken met bloed, om bepaalde morele of filosofische punten over te brengen. Deze magische elementen zijn typisch voor sprookjes en helpen om de dieperliggende boodschappen op een manier over te brengen die zowel wonderbaarlijk als didactisch is.

Gezinsdynamiek en Macht: De relatie tussen de oude koning, de jonge koning, en Johannes kan ook gezien worden als een reflectie op de verplichtingen binnen een familie en de manier waarop macht en verantwoordelijkheid overgedragen worden. Johannes fungeert als een vaderfiguur voor de jonge koning, wat illustreert hoe ouderlijke rollen soms door anderen kunnen worden vervuld in tijden van nood.

Met al deze elementen biedt het sprookje rijke mogelijkheden voor interpretatie en discussie, waarbij thema’s zoals trouw, opoffering, nieuwsgierigheid, en de gevolgen van macht en autoriteit centraal staan.

De linguïstische analyse van het sprookje „De trouwe Johannes“ van de Gebroeders Grimm biedt een diepgaand inzicht in de taal en vertelstructuren die in traditionele sprookjes worden gebruikt. Hier zijn enkele belangrijke linguïstische elementen en kenmerken van het sprookje:

Oude Taal: Het verhaal maakt gebruik van verouderde Nederlandse taalvormen en zinsconstructies, wat typerend is voor de vertalingen van de Grimm-sprookjes. Dit kan woorden als „trossen“ en constructies als „al ging het om mijn leven“ omvatten, die tegenwoordig minder gebruikelijk zijn.

Dialogen: Het sprookje maakt rijkelijk gebruik van directe rede om de handelingen en emoties van de personages weer te geven. De dialogen zijn helder en vaak dramatisch, en geven inzicht in de motivatie en loyaliteit van de personages, bijvoorbeeld de beloftes van de trouwe Johannes aan de koning.

Herhalingen en Formuleachtige Constructies: Sprookjes gebruiken vaak herhaling en standaardzinnen om de structuur van het verhaal te versterken en de luisteraar te helpen het verhaal te onthouden. Voorbeelden hiervan zijn „al ging het om mijn leven“ en „wie het weet en ‚t hem vertelt, die wordt van steen“.

Symboliek en Motieven: De tekst bevat veel symboliek, bijvoorbeeld het gouden vaatwerk en het vuurrode paard, die vaak belangrijk zijn in sprookjes als symbolen voor rijkdom, verleiding, en gevaar. Er zijn ook veelvoorkomende sprookjesmotieven zoals de drie opdrachten of testen, die de held moet doorstaan.

Personificatie: Niet-menselijke elementen krijgen menselijke eigenschappen toegewezen. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar in de pratende raven die belangrijke informatie verschaffen over de toekomst.

Emotioneel en Moreel Onderwijs: Veel sprookjes bevatten een morele les of boodschap. In dit verhaal wordt trouw zwaar beloond, zelfs ten koste van groot persoonlijk offer. Dit reikt verder dan het individuele naar een diepere sociale les over de waarde van loyaliteit en opoffering.

Narratieve Structuur: Het verhaal volgt een klassieke sprookjesstructuur met een duidelijke introductie („er was eens“), een probleem of uitdaging (de voorbestemde ongelukken en beproevingen van Johannes en de jonge koning), en een conclusie met herstel en beloning.

Door deze linguïstische en narratieve elementen samen te analyseren, kunnen we begrijpen hoe „De trouwe Johannes“ erin slaagt thema’s van trouw en opoffering op een manier over te brengen die zowel aantrekkelijk als leerzaam is voor luisteraars en lezers van alle leeftijden. Het sprookje gebruikt traditionele middelen om een meeslepende en betekenisvolle verhaallijn te ontwikkelen die bijdraagt aan het voortbestaan van de rijke culturele erfenis van sprookjes.


Informatie voor wetenschappelijke analyse

Kengeta
Waarde
AantalKHM 6
Aarne-Thompson-Uther-IndexATU Typ 516
VertalingenDE, EN, EL, DA, ES, FR, PT, FI, HU, IT, JA, NL, KO, PL, RU, TR, VI, ZH
Leesbaarheidsindex door Björnsson36.5
Flesch-Reading-Ease Index68
Flesch–Kincaid Grade-Level9.4
Gunning Fog Index11.4
Coleman–Liau Index8.8
SMOG Index10
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex9.5
Aantal karakters15.313
Aantal letters11.840
Aantal zinnen126
Aantal woorden2.834
Gemiddeld aantal woorden per zin22,49
Woorden met meer dan 6 letters398
Percentage lange woorden14%
Totaal lettergrepen3.887
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord1,37
Woorden met drie lettergrepen173
Percentage woorden met drie lettergrepen6.1%
Vragen, opmerkingen of ervaringsverslagen?

Privacyverklaring.

De beste Sprookjes

Copyright © 2025 -   Over ons | Privacyverklaring |Alle rechten voorbehouden Aangedreven door childstories.org

Keine Internetverbindung


Sie sind nicht mit dem Internet verbunden. Bitte überprüfen Sie Ihre Netzwerkverbindung.


Versuchen Sie Folgendes:


  • 1. Prüfen Sie Ihr Netzwerkkabel, ihren Router oder Ihr Smartphone

  • 2. Aktivieren Sie ihre Mobile Daten -oder WLAN-Verbindung erneut

  • 3. Prüfen Sie das Signal an Ihrem Standort

  • 4. Führen Sie eine Netzwerkdiagnose durch