Leestijd voor kinderen: 8 min
Er was eens een koningszoon, en hij had trouwplannen en zijn verloofde was hem zeer dierbaar. Eens zat hij heel gelukkig bij haar, toen het bericht kwam, dat zijn vader doodziek was en hem nog vóór zijn einde wilde zien. Hij zei tegen zijn meisje: „Ik moet nu weg, maar ik geef je een ring als aandenken. Als ik koning ben, kom ik terug en haal je thuis.“ Hij reed weg, en toen hij bij zijn vader kwam, was deze doodziek en het einde naderde. Hij sprak tot hem: „Lieve zoon, ik heb je vóór mijn dood nog eens willen zien, beloof me dat je zult trouwen overeenkomstig mijn wens,“ en hij noemde hem een bepaalde prinses, waarmee hij moest trouwen. De zoon was zo bedroefd over de toestand van zijn vader, dat hij zich niet bedacht, maar zei: „Ja vader, wat uw wens is, zal gebeuren,“ en daarop sloot de koning de ogen, en stierf.
De zoon werd nu tot koning uitgeroepen, de rouwtijd ging voorbij, en nu moest hij de belofte houden die hij zijn vader had gegeven, en hij zond boden naar de prinses om haar een aanzoek te doen, en dit werd ook aanvaard. Dat hoorde ook zijn eerste meisje, en zij was zo bedroefd over zijn ontrouw, dat het leven haar weinig meer waard was. Toen zei haar vader tegen haar: „Mijn lieve kind, waarom ben je zo droevig? Wat je wenst kan je krijgen.“ Ze bedacht zich een ogenblik, toen zei ze: „Lieve vader, wat ik graag zou hebben, dat zijn elf meisjes, die in gezicht, gestalte en grootte volkomen op mij lijken.“
De koning zei: „Als het mogelijk is, zal je wens vervuld worden,“ en hij liet in zijn hele rijk zo lang zoeken, tot er elf meisjes gevonden waren, die op zijn dochter in gezicht, gestalte en grootte volkomen leken.
De meisjes kwamen bij de prinses, en zij liet twaalf stel jagerskleren maken, allemaal precies gelijk, en de elf meisjes moesten die jachtkledij aantrekken, en zelf trok ze ‚t twaalfde stel aan. Toen nam ze.afscheid van haar vader, reed met de meisjes weg en reed naar het hof van haar vroegere verloofde, van wie ze zoveel hield. Daar vroeg ze of hij jagers kon gebruiken, en of hij hen niet allen tezamen in dienst wilde nemen. De koning zag haar in ‚t gezicht, maar hij herkende haar niet, maar daar het zulke knappe mensen waren, zei hij: „ja, hij wilde hen graag in dienst nemen,“ en voortaan waren zij de twaalf jagers van de koning. De koning had echter een leeuw, en dat was een heel verwonderlijk dier, want hij wist alle verborgen en geheime dingen. En op een avond zei de leeuw tegen de koning: „De koning meende, dat hij twaalf jagers had?“ – „Ja,“ zei de koning, „het zijn twaalf jagers.“ Maar de leeuw zei: „Het is een vergissing, het zijn twaalf meisjes.“ De koning antwoordde: „Geen sprake van, hoe wou je me dat bewijzen?“ – „Laat maar eens erwten strooien in de voorkamer,“ antwoordde de leeuw, „dan blijkt het dadelijk. Mannen hebben een vaste tred, als die over erwten lopen, dan beweegt er geen; maar meisjes, die trippelen en trappelen en schuifelen, zodat de erwten rollen.“ Dat vond de koning een aardige raad, en hij liet inderdaad erwten strooien.
Nu was er echter een lakei van de koning, die was de jagers goedgezind, en toen hij hoorde, dat ze op de proef zouden worden gesteld, ging hij erheen, vertelde hun alles en zei: „De leeuw wil de koning wijsmaken dat jullie meisjes zijn.“ De prinses bedankte hem en zei toen tegen haar genoten: „Doe jezelf geweld aan, en loop stevig over de erwten.“ Toen nu de koning de volgende morgen de twaalf jagers bij zich riep en ze de voorkamer binnentraden, waar de erwten lagen, stapten ze er stevig over en hadden zo’n sterke gang, dat er geen enkel erwtje rolde of bewoog. Ze gingen toen weer weg en de koning zei tegen de leeuw: „Je hebt me bedrogen, hun loop is van mannen.“ De leeuw antwoordde: „Ze moeten het geweten hebben, dat ze op de proef werden gesteld, en ze hebben zichzelf geweld aan gedaan. Laat nu maar eens twaalf spinnewielen in de voorkamer brengen, ze zullen ernaartoe gaan en het aardig vinden, en dat doet een man niet.“ Dat vond de koning een goede raad, en hij liet de spinnewielen in de voorkamer zetten.
Maar de lakei die het wel goed met de jagers meende, ging naar hen toe en vertelde het nieuwe plan. Toen ze alleen waren, zei de prinses tegen haar elf meisjes: „Pas nu op en kijk niet naar die spinnewielen.“ De koning liet de volgende morgen zijn twaalf jagers aantreden; ze kwamen door de voorkamer en naar de twaalf spinnewielen keken ze niet eens. Weer zei de koning tegen de leeuw: „Je hebt het mis gehad; het zijn mannen, want ze hebben niet naar de spinnewielen gekeken.“ De leeuw antwoordde: „Ze zijn gewaarschuwd, dat ze op de proef gesteld zouden worden, en ze hebben zich in bedwang weten te houden.“ Maar de koning geloofde de leeuw niet meer.
De twaalf jagers gingen altijd met de koning mee op jacht en hij hield steeds meer van hen. Nu gebeurde het, dat er onder een jacht bericht kwam, dat de bruid van de koning op komst was. Toen de eerste verloofde dat hoorde, deed het haar zo’n verdriet, dat ‚t haar ‚t hart brak en ze bewusteloos neerviel. De koning dacht, dat er iets gebeurd was met zijn lieve jager, hij liep erheen, wilde helpen en trok hem de handschoen uit. Daar zag hij de ring, die hij aan zijn eerste meisje gegeven had, en toen hij haar aankeek, herkende hij haar. Toen werd zijn hart zo getroffen, dat hij haar kuste, en toen ze de ogen opsloeg, zei hij: „Jij bent de mijne, ik ben de jouwe, en niemand ter wereld kan dan veranderen.“ Maar aan de andere bruid liet hij boden zenden, en liet haar vragen, terug te keren, want hij had al een vrouw en wie een oude sleutel teruggevonden heeft, heeft geen nieuwe nodig. Daarop werd de bruiloft gevierd; en de leeuw kwam weer in de gunst van de koning.

Achtergronden
Interpretaties
Tekstanalyse
„De twaalf jagers“ is een sprookje van de Gebroeders Grimm dat op verschillende niveaus speelt met thema’s van trouw, identiteit, en misleidingen. Hier zijn enkele belangrijke achtergronden en analyses van dit verhaal:
Thema van Gehoorzaamheid en Plicht: Het verhaal begint met de koningszoon die zich in een moreel en emotioneel dilemma bevindt door de belofte aan zijn stervende vader om te trouwen met een prinses die hij niet liefheeft. Dit thema van plicht versus persoonlijke wensen is een vaak voorkomend thema in sprookjes en weerspiegelt de sociale verwachtingen van gehoorzaamheid aan ouderlijke en koninklijke wensen.
Vermomming en Identiteit: De prinses en haar elf gezellinnen die zich als jagers verkleden, spelen met het idee van genderrollen en identiteit. Hun vermomming stelt hen in staat om in een exclusief mannelijke rol te stappen en zo de nabijheid van de koning te behouden. Dit roept vragen op over identiteit en de aard van bedrog en oprechtheid.
Rol van de Dieren: De leeuw in het verhaal fungeert als een waarzeggende en bijna magische figuur. In veel sprookjes vertegenwoordigen dieren instinctieve wijsheid, maar hier komt de suggestie van de leeuw niet uit, wat een subversieve wending is in de traditionele rol van dieren als betrouwbare gidsen.
Symboliek van de Ring: De ring die de prinses draagt, fungeert als een symbolisch voorwerp van belofte en trouw. Het ontdekken ervan leidt tot de herkenning en hereniging met de koning, een gebruikelijke trope in verhalen over verloren en teruggevonden geliefden.
Patriotisme en Vergevingsgezindheid: Het besluit van de koning om de andere prinses af te wijzen en de leeuw weer in zijn gunst te nemen, pleit voor vergevingsgezindheid en trouw aan het eigen hart boven politieke en sociale verplichtingen.
Dit sprookje van de Gebroeders Grimm bevat klassieke elementen van romantiek en intrige en onderzoekt de balans tussen persoonlijke liefde en maatschappelijke verwachtingen. Met zijn focus op list en ontdekking blijft het een fascinerende verkenning van menselijke relaties en keuzes.
„De twaalf jagers“ van de Gebroeders Grimm is een sprookje dat, net als veel van hun andere verhalen, verschillende interessante thema’s en interpretaties biedt.
Hier zijn enkele mogelijke interpretaties van het verhaal:
Loyaliteit en Belofte: Een belangrijk thema in dit sprookje is de spanning tussen loyaliteit aan familie en persoonlijke liefde. De jonge koning voelt zich verplicht te voldoen aan de laatste wens van zijn vader, ondanks zijn liefde voor zijn eerste verloofde. Zijn oorspronkelijke belofte aan zijn geliefde en de uiteindelijke trouw aan haar onderstreept de diepgaande betekenis van persoonlijke beloften en hun inherente waarde boven gedwongen verplichtingen.
Identiteitsverwisseling en Bedrog: De jongedame en haar elf metgezellen verkleden zich als jagers om in de nabijheid van de koning te blijven. Het vermommingsmotief en de bijbehorende misleiding roepen vragen op over authenticiteit en hoe uiterlijke verschijningen vaak misleidend kunnen zijn.
De Kracht van Doorzettingsvermogen: De eerste verloofde van de koning toont vastberadenheid en vindingrijkheid door haar plan om de nabijheid van de koning te behouden. Haar vermogen om de hindernissen die op haar pad komen te overwinnen, benadrukt thema’s van standvastigheid en doorzettingsvermogen in liefde.
Interpretatie van Voorspellingen: De leeuw, die verborgen waarheden kan weten, staat symbool voor het proberen te ontdekken van de werkelijkheid en de moeilijkheid om echt te vertrouwen op wat ons verteld wordt. Dit kan verwijzen naar de manier waarop orakels of voorspellende figuren in sprookjes en mythen vaak dubbelzinnig zijn en niet altijd met vertrouwen gevolgd kunnen worden.
Genderrollen en Stereotypen: De tests die de leeuw voorstelt, zoals het strooien van erwten of het neerzetten van spinnewielen, zijn gebaseerd op traditionele genderrollen en stereotypes. Deze elementen kunnen kritiek suggereren op dergelijke verouderde ideeën, vooral wanneer de jagers erin slagen om deze tests te doorstaan zonder hun ware identiteit te verraden.
Emotionele Herkenning: Uiteindelijk wordt de identiteit van de prinses onthuld door haar emotionele reactie wanneer ze hoort over de aanstaande bruiloft van haar geliefde. Dit benadrukt dat ware liefde en emotionele verbinding de sterkste herkenningspunten zijn, sterker dan vermommingen.
Deze verschillende interpretaties maken „De twaalf jagers“ tot een rijk en multidimensionaal verhaal dat zowel vermakelijk is als uitnodigt tot reflectie.
De taalkundige analyse van het sprookje „De twaalf jagers“ van de Gebroeders Grimm biedt interessante inzichten in de structuur, stijl en kenmerken van dit klassieke verhaal.
Zoals veel sprookjes heeft dit verhaal een typische opbouw: introductie (het geplande huwelijk en zijn verhindering), complicatie (de belofte aan de stervende vader), ontwikkeling (de reactie van de eerste verloofde en haar plan), climax (de ontmaskering door de ring), en resolutie (het herstel van de oorspronkelijke relatie).
Motieven en Thema’s: Het sprookje bevat motieven van trouw en ontrouw, herkenning en verkleding, wat vaak voorkomt in sprookjes. Er zijn ook expliciete verwijzingen naar sociale klasse en genderrollen, zichtbaar in hoe de prinses en haar gezelschap zich verkleden als jagers.
Kenmerkend Taalgebruik: Het sprookje maakt gebruik van direct en eenvoudig taalgebruik, kenmerkend voor orale vertellingen. Zinnen zijn vaak kort en direct, wat de aandacht van de luisteraar vasthoudt.
Dialogen: Dialoog speelt een belangrijke rol, waarbij belangrijke gebeurtenissen vaak worden aangedreven door gesprekken tussen personages, zoals het gesprek tussen de prins en zijn vader, en tussen de koning en de leeuw.
Herhaling: Er is een opvallend gebruik van herhalende elementen, zoals het driemaal uitvoeren van testen door de koning om de identiteit van de jagers te bevestigen.
Protagonist: De prinses is een actieve en vindingrijke hoofdpersoon, die zelf haar lot en dat van haar elf vriendinnen probeert te veranderen.
Bijpersonages: De leeuw fungeert als een magisch wezen met kennis van zaken, wat een typisch sprookjesachtig element is. Noch de koning, noch de vader van de prinses zijn verder erg ontwikkeld, ze vervullen vooral functionele rollen.
Ringen en Sleutels: De ring als symbool voor trouw en identiteitsherkenning speelt een cruciale rol in de plot. Het idee van een ‚oude sleutel‘ benadrukt het idee van het herontdekken van iets waardevols wat al eerder van betekenis was.
Genderrollen: Interessant is hoe genderrollen worden onderzocht en omgedraaid, aangezien de prinses en haar metgezellen zich vermommen als mannelijke jagers om hun doelen te bereiken, waarmee traditionele genderidentiteiten worden uitgedaagd.
Moraal: Zoals veel sprookjes bevat „De twaalf jagers“ een impliciete moraal: trouw zijn aan je oorspronkelijke liefde, eerlijkheid en de kracht van vindingrijkheid. Tegelijkertijd legt het verhaal ook nadruk op het idee van lot en bestemming, gezien het onvermijdelijke samenzijn van de prins en de prinses.
Door deze analyse kan men begrijpen hoe „De twaalf jagers“ een breed scala aan sprookjesclichés en -elementen gebruikt om een verhaal te vertellen over liefde, loyaliteit en vindingrijkheid, met een nadruk op de vrouwelijke rol in een overwegend door mannen gedomineerde wereld van macht en status.
Informatie voor wetenschappelijke analyse
Kengeta | Waarde |
---|---|
Aantal | KHM 67 |
Aarne-Thompson-Uther-Index | ATU Typ 884 |
Vertalingen | DE, EN, DA, ES, PT, IT, JA, NL, RU, TR, ZH |
Leesbaarheidsindex door Björnsson | 35.9 |
Flesch-Reading-Ease Index | 63.3 |
Flesch–Kincaid Grade-Level | 9.9 |
Gunning Fog Index | 11.8 |
Coleman–Liau Index | 9.3 |
SMOG Index | 10.6 |
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex | 9.7 |
Aantal karakters | 5.711 |
Aantal letters | 4.425 |
Aantal zinnen | 47 |
Aantal woorden | 1.038 |
Gemiddeld aantal woorden per zin | 22,09 |
Woorden met meer dan 6 letters | 143 |
Percentage lange woorden | 13.8% |
Totaal lettergrepen | 1.486 |
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord | 1,43 |
Woorden met drie lettergrepen | 77 |
Percentage woorden met drie lettergrepen | 7.4% |