Childstories.org
  • 1
  • Alle sprookjes
    van Grimm
  • 2
  • Gesorteerd op
    leestijd
  • 3
  • Perfect voor
    het voorlezen
Hans mijn Egel
Grimm Märchen

Hans mijn Egel - Sprookje van de Gebroeders Grimm

Leestijd voor kinderen: 15 min

Er was eens een boer die geld en goed in overvloed had maar hoe rijk hij ook was, toch ontbrak er iets aan zijn geluk: zijn vrouw en hij hadden geen kinderen. Dikwijls, als hij met de andere boeren naar de stad ging, bespotten zij hem en vroegen waarom hij geen kinderen had. Tenslotte werd hij heel boos en thuisgekomen sprak hij: „Ik wil een kind hebben, al was het een egel!“ Toen kreeg zijn vrouw een kind dat van boven een egel was en van onderen een jongen en toen zij het kind zag schrok ze en zei: „Zie je, je hebt een vloek over ons uitgesproken.“ Toen sprak de man: „Er is niets aan te doen, gedoopt moet hij worden, maar wij kunnen er geen peet bij halen.“ De vrouw sprak: „En wij kunnen hem ook niet anders dopen dan „Hans mijn Egel.“ – “ Toen hij gedoopt was zei de pastoor: „Hij kan vanwege zijn stekels niet in een gewoon bed liggen.“ Toen werd achter de kachel wat stro in orde gemaakt en Hans mijn Egel werd daarop gelegd. Hij kon ook niet bij zijn moeder drinken want hij zou haar met zijn stekels gestoken hebben. Zo lag hij daar acht jaren lang achter de kachel en zijn vader kreeg meer dan genoeg van hem en dacht: stierf hij maar, maar hij stierf niet doch bleef daar liggen. Nu gebeurde het dat er markt in de stad was en de boer wilde ernaar toe gaan en hij vroeg aan zijn vrouw wat hij voor haar zou meebrengen. „Een beetje vlees en een paar broodjes voor het huishouden,“ zei zij. Daarop vroeg hij het aan de meid en die wilde een paar pantoffels en kousen met ingebreide hielen hebben. En tenslotte vroeg hij: „Hans mijn Egel, wat wil jij dan wel hebben?“ – „Vadertje,“ zei hij, „breng alsjeblieft een doedelzak voor mij mee.“ Toen nu de boer weer thuiskwam gaf hij zijn vrouw wat hij voor haar had gekocht: vlees en broodjes, daarop gaf hij de meid de pantoffels en de kousen en tenslotte liep hij naar de kachel en gaf Hans mijn Egel de doedelzak. En toen Hans mijn Egel de doedelzak had, zei hij: „Vadertje, ga alsjeblieft naar de smid en laat de haan voor mij beslaan, dan zal ik daarna wegrijden en nooit meer terugkomen.“ De vader was blij hem kwijt te raken en liet de haan beslaan en toen het klaar was ging Hans mijn Egel erop zitten en reed weg en verder nam hij ook varkens en ezels mee die hij buiten in het bos wilde hoeden. In het bos echter moest de haan met hem in een hoge boom vliegen en daar bleef hij zitten en hoedde zijn ezels en zijn varkens en hij zat daar vele jaren totdat de kudde heel groot was geworden, maar zijn vader wist niets van hem af. En terwijl hij in die boom zat blies hij op zijn doedelzak en maakte heel mooie muziek. Eens kwam er een koning voorbijrijden die verdwaald was en hij hoorde de muziek. Hij verbaasde zich daarover en zond zijn bediende erop uit om te kijken waar die muziek vandaan kwam. Deze keek om zich heen maar zag niets anders dan een klein dier dat boven in de boom zat en dat op een haan leek – en op die haan zat een egel die muziek maakte. Toen sprak de koning tot de bediende, dat hij de egel moest gaan vragen waarom hij daar zat en of hij de weg naar zijn koninkrijk misschien wist. Toen klom Hans mijn Egel uit de boom en zei, dat hij hem de weg zou wijzen als de koning hem schriftelijk datgene beloofde wat hem aan het koninklijk hof het eerst tegemoet trad zodra hij thuiskwam. Toen dacht de koning: dat kan ik gemakkelijk doen, Hans mijn Egel begrijpt het toch niet en ik kan schrijven wat ik wil. Daarop nam de koning pen en inkt en schreef iets op en toen dat gebeurd was, wees Hans mijn Egel hem de weg en de koning kwam behouden thuis. Zijn dochter echter was zo blij toen zij hem van verre zag, dat zij hem tegemoet liep en hem kuste. Toen herinnerde hij zich Hans mijn Egel en hij vertelde aan zijn dochter hoe het hem was vergaan en dat hij een wonderlijk dier schriftelijk had moeten beloven te geven wat hem thuis het eerst tegemoet zou komen en dat dier had op een haan gezeten als op een paard en het had mooie muziek gemaakt. Hij had echter geschreven dat hij dat juist niet zou krijgen, want Hans mijn Egel kon immers toch niet lezen. Daar was de prinses blij om en zij zei, dat was maar goed ook, want zij zou er toch nooit heen gegaan zijn.

Intussen hoedde Hans mijn Egel de ezels en de varkens, hij was altijd vrolijk en zat in de boom op zijn doedelzak te blazen. Nu gebeurde het dat er een andere koning kwam aanrijden met zijn bedienden en zijn lopers. Hij was verdwaald en wist niet hoe hij thuis moest komen omdat het bos zo groot was. Toen hoorde ook hij die mooie muziek in de verte en hij vroeg aan een van zijn lopers wat dat wel was, hij moest maar eens gaan kijken. Toen ging de loper naar de boom toe en zag de haan zitten met Hans mijn Egel er bovenop. De loper vroeg hem wat hij daarboven deed. „Ik hoed mijn ezels en mijn varkens, maar waarmee kan ik u van dienst zijn?“ De loper zei dat zij verdwaald waren en niet meer naar het koninkrijk toe konden komen en of hij hun de weg niet kon wijzen. Toen klom Hans mijn Egel met de haan uit de boom en zei tegen de oude koning dat hij hem de weg zou wijzen als de koning hem datgene als zijn eigendom wilde geven wat hem voor zijn koninklijk slot het eerst tegemoet zou treden. De koning zei ja en bevestigde Hans mijn Egel schriftelijk dat hij dat zou krijgen. Toen dat gebeurd was reed Hans mijn Egel op zijn haan voor de koning uit en wees hem de weg en de koning kwam behouden weer in het rijk. Toen hij op de binnenplaats van het slot aankwam heerste er grote vreugde over zijn thuiskomst. Nu had hij één dochter die heel mooi was en zij liep hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem en was verheugd dat haar oude vader weer terug was. Zij vroeg hem ook waar hij zo lang in de wereld geweest was en hij vertelde haar dat hij verdwaald was en bijna helemaal niet meer was teruggekomen; toen hij echter door een groot bos was gereden had iemand, half egel, half mens, die schrijlings op een haan in een hoge boom zat en mooie muziek maakte, hem geholpen en hem de weg gewezen. Hij had hem daar echter datgene voor moeten beloven wat hem op de koninklijke hof het eerst tegemoetkwam en dat was zij geweest en dat deed hem nu zo’n verdriet. Zij echter beloofde hem dat zij terwille van haar oude vader gaarne mee zou gaan als hij kwam.

Hans mijn Egel echter hoedde zijn varkens en die varkens kregen weer varkens en het werden er zoveel dat het hele bos er vol van was. Toen wilde Hans mijn Egel niet langer in het bos wonen en hij liet zijn vader weten dat ze alle stallen in het dorp moesten ontruimen want hij kwam met zó’n grote kudde aanzetten dat iedereen kon slachten die maar slachten wilde. Maar zijn vader was bedroefd toen hij dat hoorde, want hij dacht dat Hans mijn Egel allang was gestorven. Hans mijn Egel echter ging op zijn haan zitten, dreef de varkens voor zich uit het dorp in en liet ze slachten; oei, dat was me een slachting en een gehak, dat je het twee uren ver kon horen. Daarna zei Hans mijn Egel: „Vadertje, laat mijn haan nog eenmaal door de smid beslaan, dan rijd ik weg en kom van mijn levensdagen niet meer terug.“ Toen liet de vader de haan beslaan en was blij dat Hans mijn Egel niet meer terug zou komen.

Hans mijn Egel reed naar het eerste koninkrijk. Daar had de koning bevolen dat als er iemand op een haan kwam aanrijden en een doedelzak bij zich had, dan moesten zij op hem schieten, hem neerhouwen en hem steken, opdat hij niet het slot in kwam. Toen nu Hans mijn Egel kwam aanrijden, kwamen zij met bajonetten op hem af, maar hij gaf zijn haan de sporen en vloog naar boven over de poort heen tot voor het venster van de koning. Daar streek hij neer en riep de koning toe, dat hij hem moest geven wat hij hem had beloofd, anders zou hij hem en zijn dochter van het leven beroven. Toen overreedde de koning zijn dochter met zachte woorden om naar hem toe te gaan, opdat zij haar vader en zichzelf het leven zou redden. Toen kleedde zij zich in het wit en haar vader gaf haar een koets met zes paarden en prachtige bedienden en geld en goed. Zij ging in de koets zitten en Hans mijn Egel ging met zijn haan en zijn doedelzak naast haar zitten. Daarna namen zij afscheid en reden weg en de koning dacht dat hij haar nooit meer zou zien. Maar het liep anders dan hij gedacht had, want toen zij een eind buiten de stad waren, trok Hans mijn Egel haar haar mooie kleren uit en stak haar met de stekels van zijn egelvel tot zij helemaal bebloed was en toen zei hij: „Dat is het loon voor jullie valsheid, ga weg, ik wil jou niet!“ en daarmee joeg hij haar naar huis en zij was voor haar leven met schande overladen.

Maar gezeten op zijn haan, reed Hans mijn Egel met zijn doedelzak verder naar het tweede koninkrijk; aan die koning had hij ook de weg gewezen. Deze echter had bevolen dat als er zo iemand als Hans mijn Egel kwam, dan moesten zij het geweer presenteren, hem naar binnen leiden, lang-zal-hij-leven roepen en hem naar het koninklijk slot brengen. Toen nu de koningsdochter hem zag schrok zij, omdat hij er zo wonderlijk uitzag, maar zij dacht: het is nu eenmaal niet anders, ik heb het mijn vader beloofd. Toen werd Hans mijn Egel door haar verwelkomd en zij trouwde met hem en hij moest mee naar de koninklijke dis en zij ging naast hem zitten en zij aten en dronken. Toen nu de avond viel en zij wilden gaan slapen was zij erg bang voor zijn stekels; hij echter sprak tot haar dat zij niet bang behoefde te zijn, er zou haar niets overkomen en hij zei tegen de oude koning dat hij vier mannen moest laten komen die voor de kamerdeur moesten waken en een groot vuur moesten aanmaken en als hij de kamer in ging om naar bed te gaan, zou hij uit zijn egelhuid kruipen en die voor het bed laten liggen – dan moesten die mannen snel toespringen en de huid in het vuur werpen en erbij blijven tot de huid door het vuur was verteerd. Toen de klok elf uur sloeg, ging hij de kamer binnen, stroopte de egelhuid af en liet die voor het bed liggen. Toen kwamen de mannen, zij gristen de huid weg en wierpen hem in het vuur; en toen het“ vuur de huid verteerd had was hij verlost en lag in bed als een volledig mens maar hij was roetzwart alsof hij was verbrand. De koning liet zijn lijfarts komen die hem met helende zalven inwreef en behandelde; toen werd hij blank en was een schone jongeman. Toen de koningsdochter dat zag was zij blij en de volgende morgen stonden zij vol vreugde op, aten en dronken en toen werd de bruiloft pas goed gevierd en Hans mijn Egel kreeg het koninkrijk van de oude koning.

Toen er enige jaren verstreken waren, reed hij met zijn gemalin naar zijn vader en zei dat hij zijn zoon was; de vader echter zei dat hij geen zoon had, hij had er maar één gehad en die was als egel met stekels geboren en was de wijde wereld ingetrokken. Toen maakte Hans mijn Egel zich bekend en zijn oude vader verheugde zich en ging met hem mee naar zijn koninkrijk.

LanguagesLearn languages. Double-tap on a word.Learn languages in context with Childstories.org and Deepl.com.

Achtergronden

Interpretaties

Tekstanalyse

„Hans mijn Egel“ is een merkwaardig en boeiend sprookje van de Gebroeders Grimm dat zich richt op thema’s zoals anders-zijn, beloftes, en transformatie.

Hier zijn enkele achtergronden en thema’s bij het sprookje:

Achtergronden en Motieven:

Oorsprong en Variaties: Het verhaal van „Hans mijn Egel“ is een van de vele uit de verzameling van de Gebroeders Grimm. Sprookjes zoals deze zijn vaak gebaseerd op mondelinge volksverhalen die generaties lang zijn doorverteld. „Hans mijn Egel“ heeft gelijkenissen met andere sprookjes waarin een magische transformatie centraal staat, zoals „De kikkerkoning“ of „De IJzeren Hans“.

Anders-zijn en Acceptatie: Hans wordt geboren als een hybride wezen, half egel en half mens, waardoor hij vanaf zijn geboorte isoleert wordt en anders wordt behandeld. Dit thema van anders-zijn en de zoektocht naar acceptatie is universeel en raakt diepere sociale en persoonlijke vraagstukken aan.

Beloftes en Hun Gevolgen: Een sleutelgebeurtenis in het sprookje is de belofte die de koningen aan Hans mijn Egel doen om hem te krijgen wat hem het eerst tegemoet treedt. Dit verwijst naar het belang van woorden en het feit dat beloftes consequenties hebben, een veelvoorkomend thema in sprookjes.

Thema’s:

Transformatie: Hans ondergaat fysieke en symbolische transformaties. Zijn uiteindelijke metamorfose in een knappe jongeman kan worden gezien als een beloning voor zijn geduld en trouw.

Uitsluiting en Acceptatie: Het sprookje behandelt hoe Hans, vanwege zijn uiterlijk, door zijn omgeving wordt uitgesloten. Uiteindelijk leidt zijn volharding tot acceptatie en waardering.

Papier en Traditionele Rollen: De vrouwelijke personages in het sprookje, zoals de koningsdochters, spelen belangrijke rollen in de vervulling van de beloftes en de transformatie van Hans. Het sprookje reflecteert op traditionele rollen en verwachtingen binnen relaties en huwelijken.

Conclusie:

„Hans mijn Egel“ is rijk aan symboliek en kent een diepte die verder gaat dan het bijzondere uitgangspunt van de hybride protagonist. Het sprookje nodigt uit tot reflectie over hoe we verschillen waarnemen en erop reageren, en over de kracht van beloftes en transformatie. Het is een verhaal dat, ondanks zijn ouderdom, nog steeds relevantie heeft in een moderne context.

„Hans mijn Egel“ van de Gebroeders Grimm is een fascinerend sprookje dat zich leent voor verschillende interpretaties. Onder de oppervlakte van een verhaal over een half egel, half mens die zijn weg in de wereld vindt, liggen diepere thema’s die het verhaal interessant maken voor analyse:

Identiteit en Uiterlijk: Het sprookje speelt met het thema van uiterlijk versus innerlijk. Hans mijn Egel is zowel egel als mens, wat symbolisch kan staan voor de strijd tussen zijn ware zelf en hoe hij door de wereld wordt gezien. Zijn uiteindelijke transformatie in een mens kan gezien worden als een metafoor voor zelfontdekking en acceptatie van zijn identiteit.

Wensvervulling en de Gevolgen van Verlangen: De vader van Hans wenste een kind, ongeacht de vorm, wat uiteindelijk tot een leerervaring leidt over de gevolgen van onnadenkend verlangen. Dit kan worden gezien als een waarschuwing over het oppassen met wat je wenst.

Sociale Uitsluiting en Acceptatie: Hans wordt door zijn uiterlijk en unieke eigenschappen uitgesloten, zowel door zijn ouders als door de samenleving. Het sprookje onderzoekt de reis naar acceptatie, waarbij Hans uiteindelijk zijn plaats vindt nadat hij zijn waarde bewijst door middel van zijn daden en vaardigheden.

Belofte en Bedrog: De koningen die Hans tegenkomt, beloven iets dat ze niet willen nakomen. Dit onderdeel van het verhaal kan worden gezien als een commentaar op de aard van verraad en de consequenties van het breken van beloften. Terwijl de eerste koning weggejaagd wordt, houdt de tweede koning zijn belofte, wat uiteindelijk beloond wordt.

Transformatie en Groei: Het sprookje kan ook worden gelezen als een verhaal over persoonlijke groei. Hans verandert van een afgewezen en geminacht wezen in een gewaardeerde figuur. Zijn reis kan worden gezien als een symbolische route naar volwassenheid en de realisatie van potentieel.

Familierelaties en Vergeving: De complexe relatie met zijn vader en zijn uiteindelijke verzoening na vele jaren geeft het sprookje een persoonlijk en emotioneel aspect. Deze verzoening kan interpretaties over vergeving en genegenheid, ondanks vroegere tekortkomingen, oproepen.

In het geheel genomen is „Hans mijn Egel“ een verhaal dat thema’s van identiteit, verandering en vergeving verkent, en hoewel het zich afspeelt in een sprookjesachtige wereld, spreekt het tot universele menselijke ervaringen.

De linguïstische analyse van het sprookje „Hans mijn Egel“ van de Gebroeders Grimm kan vanuit verschillende invalshoeken worden benaderd.

Hier zijn enkele aspecten van de analyse:

Lexicale en Semantische Analyse

Lexicon en Woordenschat: Het sprookje maakt gebruik van een rijk en gevarieerd lexicon dat typisch is voor de sprookjes van de Gebroeders Grimm. Veelgebruikte woorden zijn typisch voor de pastorale en magische setting van sprookjes, zoals „boer“, „koning“, „doedelzak“, en „haan“.

Semantiek: Het element van transformatie (de egel die een mens wordt) is een veelvoorkomend motief in sprookjes, dat symboliseert hoe uiterlijke verschijning kan veranderen om innerlijke kwaliteiten te onthullen. Er zijn ook semantische elementen van beloning en straf – de eerlijke koning en zijn dochter worden beloond, terwijl de oneerlijke koning en zijn dochter worden gestraft.

Morfologische Analyse

Samenstellingen en Afleidingen: Er zijn talrijke samenstellingen zoals „koninkrijk“, „lijfarts“, en „koningsdochter“. De samenstellingen dragen bij aan de rijke klank van de tekst en reflecteren de sociale rang en rollen van de personages binnen het verhaal.

Verbuigingen en vervoegingen: De tekst maakt gebruik van verouderde werkwoordsvormen en zinsconstructies die kenmerkend zijn voor de tijd waarin de Gebroeders Grimm schreven.

Syntactische Analyse

Zinsstructuur: De zinsstructuur is vaak complex en maakt gebruik van samengestelde zinnen met meerdere bijzinnen. Dit is typisch voor de narratieve stijl van sprookjes.

Directe Rede: Er wordt vaak gebruik gemaakt van directe rede, waardoor de dialogen tussen personages levendig en direct worden weergegeven.

Pragmatische en Contextuele Analyse

Pragmatici: De taalhandelingstheorie kan worden toegepast om de beloftes en bedrog te analyseren. De belofte van de koningen tegenover Hans mijn Egel is een sleutelmoment dat leidt tot de uiteindelijke uitkomst van het verhaal.

Culturele Context: Het sprookje reflecteert de culturele en historische context van de tijd, met thema’s van verlangen naar kinderen, beloftes, en de moraal over trouw en bedrog.

Motieven en Thema’s: Veel thema’s in dit sprookje zijn standaard in Grimm-sprookjes, zoals transformatie, loyaliteit, verbreking van beloftes, en uiteindelijke beloning voor goede daden.

Door deze verschillende linguïstische aspecten te analyseren, krijgen we een beter begrip van hoe het sprookje functioneert als verhaal, evenals zijn plaats in de traditie van folklore en zijn invloed op de lezers.


Informatie voor wetenschappelijke analyse

Kengeta
Waarde
AantalKHM 108
Aarne-Thompson-Uther-IndexATU Typ 441
VertalingenDE, EN, ES, FR, PT, IT, JA, NL, PL, RU, TR, VI, ZH
Leesbaarheidsindex door Björnsson39.8
Flesch-Reading-Ease Index63.7
Flesch–Kincaid Grade-Level11.3
Gunning Fog Index13.6
Coleman–Liau Index8.4
SMOG Index10.8
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex12
Aantal karakters10.808
Aantal letters8.527
Aantal zinnen74
Aantal woorden2.072
Gemiddeld aantal woorden per zin28,00
Woorden met meer dan 6 letters244
Percentage lange woorden11.8%
Totaal lettergrepen2.809
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord1,36
Woorden met drie lettergrepen128
Percentage woorden met drie lettergrepen6.2%
Vragen, opmerkingen of ervaringsverslagen?

Privacyverklaring.

De beste Sprookjes

Copyright © 2025 -   Over ons | Privacyverklaring |Alle rechten voorbehouden Aangedreven door childstories.org

Keine Internetverbindung


Sie sind nicht mit dem Internet verbunden. Bitte überprüfen Sie Ihre Netzwerkverbindung.


Versuchen Sie Folgendes:


  • 1. Prüfen Sie Ihr Netzwerkkabel, ihren Router oder Ihr Smartphone

  • 2. Aktivieren Sie ihre Mobile Daten -oder WLAN-Verbindung erneut

  • 3. Prüfen Sie das Signal an Ihrem Standort

  • 4. Führen Sie eine Netzwerkdiagnose durch