Childstories.org
  • 1
  • Alle sprookjes
    van Grimm
  • 2
  • Gesorteerd op
    leestijd
  • 3
  • Perfect voor
    het voorlezen
In de kinderkamer
Grimm Märchen

In de kinderkamer - Sprookje van Hans Christian Andersen

Leestijd voor kinderen: 9 min

Vader en moeder en alle broertjes en zusjes waren naar de komedie; alleen de kleine Anna en haar peetoom waren thuis. „Willen wij óók komedie spelen?“ zei hij, „die kan dadelijk beginnen.“ – „Maar we hebben geen toneel,“ zei de kleine Anna, „en wij hebben niemand om te spelen! Mijn oude pop kan niet, want zij is zo lelijk en mijn nieuwe mag haar mooie kleren niet kreukelen.“ – „Je kan altijd toneelspelers krijgen, als je maar neemt wat je hebt,“ zei peetoom. „Nu zetten wij het toneel op.

Hier zetten wij een boek, daar weer een en daar nog een, schuin achter elkaar. Nu drie aan de andere kant: dan hebben wij de coulissen! De oude doos die hier ligt kan voor achterdoek dienen, met de bodem naar buiten.

Het toneel stelt een kamer voor, dat kan iedereen zien. Nu moeten wij toneelspelers hebben!

Laten wij eens kijken wat er in de speelgoedla te vinden is. Eerst de toneelspelers, dan zetten wij een komedie in elkaar, Het een volgt uit het ander, het wordt prachtig! Hier ligt een pijpekop en hier een linker handschoen, die kunnen best vader en dochter zijn!“ – „Maar dat zijn er maar twee,“ zei de kleine Anna. „Hier ligt mijn broers oude vest! Kan dat geen komedie spelen?“

„Het is er groot genoeg voor,“ zei peetoom. „Dat moet de minnaar zijn.

Het heeft niets in zijn zakken, dat is al heel interessant, dat is al half ongelukkige liefde! — En hier hebben wij de laars van de notenkraker meteen spoor eraan! Potz, Blitz, Mazurka! Hij kan stampen en zijn kop in de lucht steken.

Hij moet de aanbidder voorstellen, die ongelegen komt, van wie het jonge meisje niets moet hebben. Wat voor soort komedie wil je nu hebben? Een treurspel of een familiestuk?“ – „Een familiestuk!“ zei de kleine Anna; „daar houdt iedereen van. Ken je er een?“ – „Ik ken er honderden,“ zei peetoom. „De meest geliefde stukken zijn naar Frans model, maar die zijn niet erg netjes voor kleine meisjes. Wij kunnen intussen een van de netste nemen, van binnen lijken ze allemaal op elkaar. Nu schud ik de zak: hokus pokus! splinternieuw! Nu zijn ze splinternieuw! Hoor nu het programma.“

En peetoom nam een krant en deed alsof hij voorlas:

„PIJPEKOP EN KNAPPE KOP“

Familiestuk in één bedrijf.

Personen:

De heer Pijpekop,

vader Mejuffrouw Handschoen,

dochter

De heer Vest, minnaar,

en Van Laars, aanbidder van de dochter.

En nu beginnen wij! Het scherm gaat op; wij hebben geen scherm, maar nu is het op. Alle spelers zijn op het toneel, dan hebben wij ze dadelijk bij elkaar. Nu spreek ik als vader Pijpekop.

Hij is boos vandaag, je kan zien dat hij doorgerookt meerschuim is: „Snik, snak, snorre, basselorre!

Ik ben de baas hier in mijn huis! Ik ben vader van mijn dochter! Zal je luisteren naar wat ik zeg! Van Laars is een persoon waarin je je spiegelen kan, saffiaan van boven en een spoor van onderen; snikke, snakke, snak! Hij zal mijn dochter hebben!“

Let nu op het vest, Annetje,“ zei peetoom. „Nu praat het vest.

Het heeft een omgeslagen kraag, het is heel bescheiden, maar het kent zijn eigen waarde en heeft recht om te zeggen wat het zegt:

„Ik ben vlekkeloos! De kwaliteit moet je ook in aanmerking nemen. Ik ben van echte zijde en ik draag koorden.“ – „Op de bruilofsdag, langer niet! Zij zijn niet wasecht!“

Dat is de heer Pijpekop die spreekt.

„Van Laars is waterdicht, hij heeft een harde en toch heel fijne huid, hij kan kraken, met zijn spoor rinkelen en ziet er Italiaans uit.“

„Maar zij moeten toch in verzen praten!“ zei de kleine Anna, „dat is veel mooier.“

„Dat kunnen zij ook!“ zei peetoom. „Men spreekt zoals het publiek beveelt! Kijk eens naar de kleine juffrouw Handschoen, hoe zij haar vingers uitstrekt:

„Liever jaar na jaar, Een enkele handschoen maar, Dan dat! Ach, wat moet ik treuren! Ik voel, dat ik ga scheuren.“

„Och wat!“ Dat was vader Pijpekop,

nu spreekt de heer Vest: „O, geliefde handschoen, Al’was je uit fatsoen, De mijne zal je worden! Ik doe, wat ik kan doen.“

Van Laars valt uit, stampt op de grond, rinkelt met zijn spoor, en gooit drie coulissen om.“

„Het is prachtig!“ zei de kleine Anna.

„Stil, stil!“ zei peetoom; „stille bijval bewijst dat je tot het beschaafd publiek in de stalles hoort.

Nu zingt juffrouw Handschoen haar grote aria:

„Ik kan niet meer praten, ik kan niet meer staan Dus moet ik kraaiend verder gaan, Kukelend, zoals de haan!“

Nu komt het spannende ogenblik, Annetje! Dat is het gewichtigste ogenblik in de hele komedie. Kijk, de heer Vest knoopt zich los, hij slingert je zijn verzen toe, opdat je zult applaudisseren; doe dat niet, het is veel voornamer.

Hoor eens hoe de zijde kraakt: „Wij zijn nu het hoogtepunt genaderd! Pas op, nu komt de intrige!

U bent Pijpekop, ik ben de knappe kop – wip, nu ben je weg!“

„Zag je dat, Annetje?“ zei peetoom. „Dat is een uitstekende scène en voortreffelijk spel: de heer Vest pakte de oude Pijpekop beet en stak hem in zijn zak; daar ligt hij en het vest zegt:

„U bent in mijn zak, in het diepst van mijn zak! Nooit komt u er weer uit vóór u belooft mij en uw dochter te verenigen, Handschoen aan de linkerkant; ik steek de rechter uit!“

„Het is verschrikkelijk mooi!“ zei de kleine Anna.

„En nu antwoordt de oude Pijpekop:

„Ik word toch zo raar! Hoe speelde hij het klaar. Mijn humeur loopt gevaar.

Had ik nu mijn mondstuk maar! In geen dag of jaar, Voelde ik mij zo naar. Och, haal toch mijn hoofd Uit je zak gezwind, Dan ben je verloofd Met mijn dochter en kind!“

„Is de komedie nu al uit?“ vroeg de kleine Anna.

„Lieve hemel!“ zei peetoom, „die is alleen maar uit voor de heer Van Laars.

De beide geliefden knielen, de ene zingt:

„Vader!“

de andere:

„Hier is uw hoofd, ziedaar, Zegen nu het jonge paar!“

Zij krijgen de zegen, vieren bruiloft en de meubelen zingen in koor:

„Knik, knak, Mooi was dat, Nu is het stuk gedaan.“

„En nu applaudisseren wij,“ zei peetoom, „we roepen ze allemaal terug, ook de meubelen.

Die zijn van mahoniehout!“

„Is onze komedie nu net zo goed als die de anderen hebben in de echte schouwburg?“

„Onze komedie is veel beter!“ zei peetoom: „zij is korter, wij hebben niets behoeven te betalen en de tijd is omgevlogen; nu gaan wij theedrinken.“

Lees nog een kort sprookje (5 min)

LanguagesLearn languages. Double-tap on a word.Learn languages in context with Childstories.org and Deepl.com.

Achtergronden

Interpretaties

Tekstanalyse

Dit verhaal van Hans Christian Andersen, getiteld „In de kinderkamer,“ toont de creatieve verbeelding en het plezier in het eenvoudige spel van een kind en haar peetoom. Zonder veel middelen of acteurs weten ze een hele komedie op te zetten met alledaagse voorwerpen zoals een pijpekop, een handschoen, een oud vest en een laars. Het verhaal benadrukt hoe de kracht van verbeeldingskracht en creativiteit even vermakelijk kan zijn als een bezoek aan het theater.

De gebruikte voorwerpen hebben menselijke eigenschappen gekregen en hun interacties worden door de peetoom en Anna tot leven gebracht, wat een grappig en fantasierijk spel oplevert. De dialogen en de manier waarop ze tegen elkaar praten, bekritiseren en aanspreken is een charmant voorbeeld van hoe kinderen de wereld om hen heen, vol met verhalen en dramatische momenten, vormgeven met hun verbeelding. Het stuk eindigt met een virtuele buiging en een sense of accomplishment, wat laat zien dat verbeeldingsvolle spelletjes vaak net zo voldoening gevend kunnen zijn als „echte“ producties. Het doet ook denken aan het belang van creatief spel in de kindertijd en hoe volwassenen dit kunnen aanmoedigen en eraan kunnen deelnemen.

„In de kinderkamer“ van Hans Christian Andersen is een charmant en fantasierijk verhaal dat voortborduurt op het idee van improvisatie en het gebruik van alledaagse objecten om een toneelstuk op te voeren.

De setting is eenvoudig: een klein meisje, Anna, blijft samen met haar peetoom thuis, terwijl de rest van de familie naar het theater is. De peetoom stelt voor om hun eigen theaterstuk te maken met de objecten die ze in huis kunnen vinden.

De peetoom en Anna zetten een geïmproviseerd podium op met boeken als coulissen en een oude doos als achterdoek. Ze verzamelen verschillende voorwerpen om als personages te dienen: een pijpekop als vader, een linker handschoen als dochter, een vest als minnaar, en de laars van een notenkraker als onwelkome aanbidder. Elk object krijgt een eigen persoonlijkheid en rol in het verhaal.

Het toneelstuk dat ze opvoeren, Pijpekop en Knappe Kop, is een humoristisch familiestuk dat wordt gekenmerkt door speelse dialogen en rijmende verzen. De peetoom, die het verhaal vertelt en de stemmen van de personages vertolkt, maakt gebruik van zijn verbeeldingskracht om van de geïmproviseerde voorstelling een spannende en onderhoudende ervaring te maken voor zijn petekind.

Het verhaal dient als een herinnering aan de kracht van verbeelding en creativiteit, vooral in een tijdperk zonder televisies of computers. Andersen laat zien hoe eenvoudig plezier te vinden is in het creëren van verhalen en avonturen met de middelen die je hebt en herinnert ons eraan dat theater en kunst in alle vormen waardevol en verrijkend zijn.

Het verhaal „In de kinderkamer“ van Hans Christian Andersen is een charmante vertelling die gebruikmaakt van eenvoudige rekwisieten en veel verbeeldingskracht om een geïmproviseerd toneelstuk op te voeren. Laten we het analyseren vanuit een linguïstisch perspectief.

Dialoog en Vertelvorm: Het verhaal maakt gebruik van directe rede om gesprekken tussen de personages tot leven te brengen. De dialogen zijn levendig en geven inzicht in de karakters, in het bijzonder die van peetoom en kleine Anna. De vertelvorm is direct en kindvriendelijk, met veel aandacht voor beschrijvingen van de speelgoedobjecten die als personages dienen in de geïmproviseerde komedie.

Lexicale Keuze: Andersen gebruikt eenvoudige taal en woordenschat die toegankelijk is voor kinderen. Woorden zoals „peetoom,“ „toneelspelers,“ en „komedie“ worden binnen de kinderlijke context geïntroduceerd, wat bijdraagt aan de fantasierijke sfeer van het verhaal. Humoristische elementen zijn verweven in de tekst, zoals „snik, snak, snorre, basselorre,“ wat de speelse toon van het verhaal onderstreept.

Morfologie en Syntax: De zinsstructuren in het verhaal zijn over het algemeen eenvoudig en direct, wat de verstaanbaarheid voor jonge lezers verhoogt. Er is een speelse omgang met de taal, met nonsensachtige uitdrukkingen en rijm („Knik, knak, Mooi was dat, Nu is het stuk gedaan“) die de sfeer van een kinderverhaaltje versterken.

Thematiek en Symboliek: Het verhaal verheerlijkt de kracht van verbeelding en creativiteit. Peetoom laat zien hoe alledaagse objecten tot leven kunnen komen door fantasie. Er is een meta-commentaar op de aard van theater en kunst, met peetooms opmerking dat hun komedie „veel beter“ is omdat het korter is, gratis, en de tijd sneller doet gaan—een knipoog naar het publiek en de waarde van eenvoudige plezieren.

Pragmatiek: De interacties tussen peetoom en Anna zijn pragmatisch gezien een weerspiegeling van een leerproces: Anna leert over rollen en theater, en tegelijkertijd over het gebruik van taal in verschillende contexten. De humor en speelse natuur van peetoom’s scripts benadrukken informeel leren door middel van spel.

Stijl: De vertelstijl van Andersen is speels en poëtisch, met een focus op ritme en klank, vooral merkbaar in de dialogen van de personages die de speelgoedstukken vertegenwoordigen. Er is een nadruk op de zintuiglijke ervaring, zoals gezien kan worden in de beschrijving van het „kraken“ van de zijde, wat de setting tastbaarder maakt voor de lezer.

Dit verhaal is een prachtig voorbeeld van hoe taal en verbeelding kunnen worden samengebracht om een wereld te creëren die zowel voor kinderen als volwassenen aantrekkelijk is. Het toont Andersen’s meesterlijke vermogen om eenvoudige onderwerpen op een rijke en plezierige manier te presenteren.


Informatie voor wetenschappelijke analyse

Kengeta
Waarde
VertalingenEN, ES, NL
Leesbaarheidsindex door Björnsson24.9
Flesch-Reading-Ease Index76.9
Flesch–Kincaid Grade-Level4.7
Gunning Fog Index6.8
Coleman–Liau Index9.6
SMOG Index8.5
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex3.3
Aantal karakters6.158
Aantal letters4.655
Aantal zinnen121
Aantal woorden1.080
Gemiddeld aantal woorden per zin8,93
Woorden met meer dan 6 letters173
Percentage lange woorden16%
Totaal lettergrepen1.543
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord1,43
Woorden met drie lettergrepen100
Percentage woorden met drie lettergrepen9.3%
Vragen, opmerkingen of ervaringsverslagen?

Privacyverklaring.

De beste Sprookjes

Copyright © 2025 -   Over ons | Privacyverklaring |Alle rechten voorbehouden Aangedreven door childstories.org

Keine Internetverbindung


Sie sind nicht mit dem Internet verbunden. Bitte überprüfen Sie Ihre Netzwerkverbindung.


Versuchen Sie Folgendes:


  • 1. Prüfen Sie Ihr Netzwerkkabel, ihren Router oder Ihr Smartphone

  • 2. Aktivieren Sie ihre Mobile Daten -oder WLAN-Verbindung erneut

  • 3. Prüfen Sie das Signal an Ihrem Standort

  • 4. Führen Sie eine Netzwerkdiagnose durch