Childstories.org
  • 1
  • Alle sprookjes
    van Grimm
  • 2
  • Gesorteerd op
    leestijd
  • 3
  • Perfect voor
    het voorlezen
De verstandige boerendochter
Grimm Märchen

De verstandige boerendochter - Sprookje van de Gebroeders Grimm

Leestijd voor kinderen: 11 min

Er was eens een arme boer. Hij had geen land, alleen maar een klein hutje, en een enige dochter, en toen zei die dochter: „We moesten de koning om een stukje bouwland vragen.“ De koning die van hun armoe had gehoord, gaf er hun een stukje wei bij, en dat spitten zij en haar vader om en daar wilden ze een beetje koren en wat veldvruchten zaaien. Toen ze de akker bijna hadden omgespit vonden ze in de aarde een sleutel van zuiver goud. „Kijk,“ zei de vader tegen het meisje: „omdat onze koning zo genadig voor ons geweest is en ons die akker heeft gegeven, moesten we hem daarvoor die sleutel geven.“ Maar daar wilde de dochter niet op ingaan en ze zei: „Vader, als we de sleutel hebben en niet het slot dat erbij hoort, dan moeten we dat slot liever eerst opzoeken en anders onze mond houden.“ Maar hij wou dat niet toegeven, en hij nam de sleutel, bracht hem naar de koning en vertelde, hoe hij die in de akker gevonden had, en of hij het als een teken van dankbaarheid van hem wou aannemen. De koning nam de sleutel en vroeg of hij niets méér gevonden had. „Nee,“ zei de boer. Maar de koning zei, nu moest hij ook het slot meebrengen. De boer zei: nee, dat hadden ze niet gevonden; maar dat baatte hem evenveel, alsof hij ‚t tegen de wind had gezegd: hij werd in de kerker gezet, en moest zo lang zitten, tot hij het slot erbij geven zou. De knechts moesten hem elke dag water en brood brengen, zoals je dat in de gevangenis krijgt; en toen hoorden ze dat de man aldoor maar riep: „Och, had ik maar naar mijn dochter geluisterd! Och, och, och, had ik toch maar naar mijn dochter geluisterd!“ En de knechts kwamen bij de koning en vertelden, hoe die gevangene steeds maar riep, och, och, had ik toch maar naar mijn dochter geluisterd! en dat hij niet eten of drinken wou. Hij beval de knechts de gevangene bij hem te brengen, en nu vroeg de koning hem, waarom hij aan een stuk doorriep, had ik maar naar mijn dochter geluisterd! „Wat heeft je dochter dan gezegd?“ – „Ja, die heeft gezegd, ik moest die sleutel niet brengen, want dan moest ik ook het slot hebben!“ – „Heb je dan zo’n slimme dochter, laat ze dan eens hier komen!“ En zo moest zij bij de koning komen, en die vroeg of ze dan zo slim was, en hij zei, hij wou haar een raadsel opgeven, als ze dat raden kon, dan wou hij wel met haar trouwen. Ze zei dadelijk: „Ja,“ dat zou ze wel raden. Toen zei de koning: „Dan moet je bij me komen: gekleed en toch niet gekleed, niet op het paard en niet op de wagen, niet op ‚t pad en niet buiten ‚t pad, en als je dat kunt, zal ik je trouwen.“ En ze ging weg en ze kleedde zich poedelnaakt uit, dus dan was ze niet gekleed en ze deed een groot visnet om en dan was ze gekleed, en ze huurde een ezel en ze bond de ezel het visnet aan zijn staart, zodat hij haar voort moest slepen, dat was niet op het paard en op de wagen, en de ezel moest haar over ‚t karrespoor slepen, zodat ze alleen met haar grote teen de grond raakte, dus dat was niet op het pad en niet buiten het pad. En toen ze zo aan kwam rijden, zei de koning, ze had het raadsel opgelost, en alle voorwaarden waren vervuld. Hij liet haar vader vrij, hij nam haar bij zich als zijn vrouw, en hij liet zijn hele koninklijke bezittingen aan haar goede zorgen over. Nu waren er al weer enige jaren voorbij, toen de koning eens naar een parade ging, en toen gebeurde het, dat boeren met hun karren voor het slot stilhielden, want ze hadden hout verkocht, sommigen hadden ossen voor de kar en anderen paarden. Nu was er een boer en die had drie paarden en daarvan kreeg er één een veulentje, en dat veulentje liep weg en ging precies tussen twee ossen liggen, die voor een kar stonden. De boeren liepen te hoop en begonnen te twisten, te smijten en te gooien, en de osseboer wou het veulentje houden en zei dat het van de ossen was, en de andere zei: nee, het was van een paard van hem, dus ‚t veulen was ook van hem. De ruzie kwam voor de koning, en die deed deze uitspraak: waar het veulentje gelegen had, moest het blijven, en zo kreeg de osseboer het, van wie het natuurlijk niet was. En de boer ging weg, huilend en jammerend over dat veulentje. Maar nu had hij horen zeggen dat de koningin zo aardig en genadig was, omdat ze toch ook maar van arme boerenafkomst was, en hij ging naar haar toe en vroeg haar, of zij hem niet helpen kon, zodat hij z’n veulentje weer terug kreeg. Ze zei: „ja, als je belooft, dat je me niet verraden zult, dan zal ik ‚t je zeggen. Morgenvroeg gaat de koning naar de wachtparade. Stel je dan midden op straat op, waar hij langs komt, neem een groot visnet mee en doe alsof je vist, en vis dan steeds door en schud het net nu en dan uit, alsof het vol was,“ en ze gaf hem ook ‚t antwoord op, dat hij zeggen moest als de koning hem wat vroeg. Zo stond de boer de volgende dag op straat en viste op het droge. De koning kwam erlangs, zag het en stuurde er z’n loper heen om te vragen wat die dwaas van plan was. Toen antwoordde hij: „Ik ben aan ‚t vissen.“ De loper vroeg hoe hij vissen kon, er was immers geen water. De boer zei: „Zo goed als twee ossen een veulentje kunnen krijgen, zo goed kan ik op ‚t droge vissen.“ De loper bracht de boodschap aan de koning over, en die liet de boer bij zich komen en zei hem: dat heb je ook niet van jezelf, en van wie hij dat had: hij moest het maar meteen bekennen. Dat wou de boer niet doen en hij zei maar: genadige hemel, hij had ‚t helemaal van zichzelf. Maar toen legden ze hem op een bundel stro en sloegen en knuppelden hem zo lang, tot hij bekende dat de koningin hem geholpen had. De koning kwam thuis en zei tegen zijn vrouw: „Waarom doe je zo vals: ik wil je niet meer tot vrouw hebben, je tijd is om, ga maar weer terug vandaar je gekomen bent: een boerderijtje.“ Maar één ding stond hij haar toch toe: ze mocht het beste en liefste meenemen wat ze wist, en dat zou haar afscheid zijn. Ze zei: „ja lieve man, als je het zo beveelt, dan wil ik het ook doen“ en ze viel hem om de hals en kuste hem en zei, van hem wilde ze afscheid nemen. Ze liet dan een sterke slaapdrank komen om hem een afscheidsdronk toe te drinken: de koning nam een flinke teug, maar zij nipte maar even. Toen viel hij spoedig in een diepe slaap, en toen ze dat zag, riep ze een lakei. Ze nam een mooi wit linnen laken en wikkelde hem daarin, en de lakeien moesten hem in een wagen voor de deur dragen, en ze reed met hem naar haar vaders huisje. Daar legde ze hem in haar bedstee en hij sliep een dag en een nacht door. Hij werd wakker en keek om zich heen en zei: „Ach, God, waar ben ik,“ en hij riep zijn knecht, maar er was niemand. Tenslotte kwam zijn vrouw aan het bed en zei: „Lieve man en koning, u hebt mij bevolen dat ik het liefste en het beste uit het slot mee moest nemen, en nu heb ik niets, dat beter en liever is, dan uzelf, en daarom nam ik u mee.“ De koning sprongen de tranen in de ogen en hij zei: „Lieve vrouw, u bent de mijne en ik ben de uwe“ en hij nam haar weer met zich mee naar ‚t paleis en liet zich opnieuw met haar in de echt verbinden, en ze zullen wel tot heden ten dage nog in leven zijn.

LanguagesLearn languages. Double-tap on a word.Learn languages in context with Childstories.org and Deepl.com.

Achtergronden

Interpretaties

Tekstanalyse

„De Verstandige Boerendochter“ is een van de vele sprookjes verzameld door de Gebroeders Grimm. Het verhaal illustreert thema’s van wijsheid, listigheid en de kracht van vrouwelijke intelligentie en vindingrijkheid in een patriarchale samenleving.

De kern van het sprookje draait om de dochter van een arme boer die herhaaldelijk haar slimheid en scherpzinnigheid gebruikt om haarzelf en haar vader uit moeilijke situaties te redden. Wanneer haar vader een gouden sleutel vindt, raadt de dochter hem aan om te wachten tot ze het bijbehorende slot gevonden hebben voordat ze de koning op de hoogte stellen. De boer negeert haar advies en wordt uiteindelijk door de koning gevangen gezet, wat laat zien dat een gebrek aan inzicht en geduld negatieve gevolgen kan hebben.

De dochter wordt vervolgens opgeroepen om haar wijsheid te tonen door een raadsel van de koning op te lossen. Het raadsel vereist dat ze zichzelf tegenstrijdig presenteert: „gekleed en toch niet gekleed, niet op het paard en niet op de wagen, niet op ‚t pad en niet buiten ‚t pad. “ Het slimme meisje lost het raadsel op door een visnet om zich heen te wikkelen (waardoor ze technisch gezien zowel gekleed als niet gekleed is), op een ezel te zitten die haar niet volledig draagt, en zich zo te positioneren dat ze slechts met een teen het pad raakt. Hierdoor wordt ze beloond met het huwelijk met de koning.

Een andere wending in het verhaal toont de eerlijkheid en vindingrijkheid van de boerendochter opnieuw, wanneer een onrechtvaardige uitspraak van de koning ten gunste van een osseboer wordt omgedraaid door een briljante analogie. Door een visnet aan land te gebruiken, maakt de boer, geholpen door de dochter, het belachelijke van de situatie duidelijk, vergelijken met ossen die een veulentje voortbrengen. Uiteindelijk erkent de koning de list en waardeert hij de wijsheid van zijn vrouw, wat leidt tot hun hereniging en een gelukkig einde.

Het sprookje illustreert niet alleen de triomf van gezond verstand en intelligentie, maar benadrukt ook het belang van partnerschap en wederzijds respect in relaties. De sterke vrouw in dit verhaal is een voorloper van het idee dat vrouwen met wijsheid en inzicht aanzienlijke invloed kunnen uitoefenen, zelfs binnen beperkingen van hun sociaal-economische context. Hierdoor dient het sprookje als een tijdloze vertelling over gelijkheid, liefde en verstand.

„De Verstandige Boerendochter“ is een sprookje van de Gebroeders Grimm dat verschillende thema’s en lessen bevat, die vanuit verschillende perspectieven geïnterpreteerd kunnen worden.

Hier zijn enkele mogelijke interpretaties:

Slimheid en Wijsheid overtreffen Macht: Het sprookje toont aan dat intelligentie en wijsheid soms belangrijker zijn dan macht en rijkdom. De boerendochter gebruikt haar slimheid om de koning te imponeren en daarmee niet alleen haar vader uit de gevangenis te krijgen, maar ook om koningin te worden. Haar inzicht toont aan dat slimheid kan triomferen over autoritair gezag.

Loyaliteit en Liefde: De relatie tussen de boerendochter en haar vader, en later die tussen haar en de koning, benadrukt het belang van loyaliteit en liefde. Ondanks haar nieuw verworven status, blijft ze trouw aan haar vader en helpt ze hem wanneer hij onrecht wordt aangedaan. Haar liefde voor de koning blijkt wanneer ze hem als haar „liefste en beste“ bezit beschouwt.

De Consequenties van Arrogantie en Onderschatting: De koning maakt de fout om de boerendochter en haar vader te onderschatten. Zijn arrogantie leidt hem naar beslissingen die hij later betreurt. Dit toont aan dat het neerzien op anderen vanwege hun status of afkomst misplaatst kan zijn en negatieve gevolgen kan hebben.

Symboliek van de Gouden Sleutel: De gouden sleutel kan symbool staan voor verborgen potentieel of kennis die ontdekt moet worden. Hoewel de sleutel op zichzelf geen waarde heeft zonder het slot, kan het gevonden worden ervan een metafoor zijn voor het vinden van wijsheid of een inzicht dat tot grotere zaken leidt.

Vindingrijkheid en Probleemoplossend Vermogen: Het vermogen van de dochter om creatieve oplossingen te verzinnen voor complexe problemen, zoals het kleden in een net of het meenemen van de koning als „beste bezit“, benadrukt het belang van vindingrijkheid en inventiviteit in het dagelijkse leven.

Uiteindelijk is „De Verstandige Boerendochter“ een verhaal dat de kracht van intelligentie, liefde, en strategie viert en de zwakheid van vooroordelen en autoritaire beslissingen blootlegt.

Bij het analyseren van „De verstandige boerendochter“ van de Gebroeders Grimm op een linguïstische manier, kunnen we verschillende aspecten van de taal en de structuur van het sprookje onderzoeken.

Lexicon en Vocabulaire

Archaïsch taalgebruik: Het sprookje maakt gebruik van ouderwets taalgebruik dat typisch is voor oude volksverhalen. Woorden als „verstandige“, „gewrocht“, en uitdrukkingen zoals „toch maar“ geven een historische context.

Eenvoudig en direct vocabulaire: De woordkeuze is over het algemeen vrij eenvoudig, passend bij de orale traditie van sprookjes die bedoeld zijn om gemakkelijk begrepen te worden door een breed publiek, inclusief kinderen.

Morfologie

Verkleinwoorden: Woorden zoals „huisje“, „veulentje“, en „boerderijtje“ worden vaak gebruikt om aan te geven dat iets klein of onbeduidend is, wat typisch is voor sprookjes om een gevoel van intimiteit en nederigheid te creëren.

Werkwoordsvormen: De verleden tijdsvorm wordt consequent gebruikt, wat kenmerkend is voor verhalen die gebeurtenissen uit het verleden vertellen.

Syntaxis

Eenvoudige zinsstructuren: De zinnen zijn over het algemeen eenvoudig en direct, wat de helderheid bevordert.

Bijvoorbeeld: „En de knechts kwamen bij de koning en vertelden, hoe die gevangene steeds maar riep…“

Gebruik van indirecte rede: Veel dialogen worden door middel van indirecte rede weergegeven, wat bijdraagt aan de vloeiende vertelling.

Pragmatiek

Interpersoonlijke dynamieken: De dialogen en interacties tussen de personages, zoals die tussen de boerendochter en de koning, tonen culturele normen en waarden. Slimheid en wijsheid worden gewaardeerd en uiteindelijk beloond door de maatschappij.

Beleefdheid en hiërarchie: De communicatie onthult hiërarchische verhoudingen, bijvoorbeeld als de boer zich onderdanig opstelt tegenover de koning.

Narratieve Structuur

Traditionele opbouw: Het verhaal volgt een traditionele opbouw waarin het hoofdpersonage voor uitdagingen staat (raadsel van de koning), die met slimheid worden overwonnen.

Moraal en boodschap: Het sprookje bevat impliciete morele boodschappen over wijsheid, eerlijkheid en het belang van luisteren naar wijze raad (zoals van de dochter).

Thematische Elementen

Sociale stand: De overgang van de boerendochter van een nederige achtergrond naar koningin is een reflectie over sociale mobiliteit en wijsheid boven afkomst.

Slimheid en Vindingrijkheid: De boerendochter vertegenwoordigt het archetype van de slimme protagonist die obstakels overwint door intelligentie en vindingrijkheid.

Door deze linguïstische elementen te analyseren, krijgen we een dieper begrip van hoe „De verstandige boerendochter“ door taal, structuur, en narratieve techniek zijn thema’s en boodschappen effectief communiceert.


Informatie voor wetenschappelijke analyse

Kengeta
Waarde
AantalKHM 94
Aarne-Thompson-Uther-IndexATU Typ 875
VertalingenDE, EN, DA, ES, PT, FI, HU, IT, JA, NL, PL, RU, TR, VI, ZH
Leesbaarheidsindex door Björnsson37.3
Flesch-Reading-Ease Index67.3
Flesch–Kincaid Grade-Level10.5
Gunning Fog Index12.7
Coleman–Liau Index7.1
SMOG Index10
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex10.3
Aantal karakters7.043
Aantal letters5.402
Aantal zinnen52
Aantal woorden1.386
Gemiddeld aantal woorden per zin26,65
Woorden met meer dan 6 letters147
Percentage lange woorden10.6%
Totaal lettergrepen1.843
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord1,33
Woorden met drie lettergrepen72
Percentage woorden met drie lettergrepen5.2%
Vragen, opmerkingen of ervaringsverslagen?

Privacyverklaring.

De beste Sprookjes

Copyright © 2025 -   Over ons | Privacyverklaring |Alle rechten voorbehouden Aangedreven door childstories.org

Keine Internetverbindung


Sie sind nicht mit dem Internet verbunden. Bitte überprüfen Sie Ihre Netzwerkverbindung.


Versuchen Sie Folgendes:


  • 1. Prüfen Sie Ihr Netzwerkkabel, ihren Router oder Ihr Smartphone

  • 2. Aktivieren Sie ihre Mobile Daten -oder WLAN-Verbindung erneut

  • 3. Prüfen Sie das Signal an Ihrem Standort

  • 4. Führen Sie eine Netzwerkdiagnose durch