Leestijd voor kinderen: 5 min
Er was eens een boer, en die had een trouw paard; het was oud geworden en kon geen dienst meer doen, en toen wilde zijn meester hem niets meer te eten geven en zei: „Ik kan je weliswaar niet meer gebruiken, maar ik meen het goed met je; als je je nog eens zó sterk toont, dat je me een leeuw hier brengt, dan zal ik je houden; maar verdwijn nu maar uit mijn stal.“ En daarmee joeg hij hem het veld in. Het paard voelde zich treurig en ging naar het bos, om wat beschutting te zoeken tegen de kou. Toen kwam hij een vos tegen en die zei: „Waarom laat je je hoofd zo hangen en loop je zo eenzaam rond?“ – „Och,“ zei het paard, „gierigheid en trouw wonen nu eenmaal niet samen; mijn meester is vergeten, hoe ik hem gediend heb al die jaren lang, en nu ik niet meer voor de ploeg kan, wil hij me geen voer meer geven en heeft me weggejaagd.“ – „Zonder enige troost?“ vroeg de vos. „Een schrale troost. Hij zei, als ik zo sterk was, dat ik hem nog een leeuw kon brengen, dan zou hij me houden. Maar hij weet ook wel, dat ik dat niet kan.“ Nu zei de vos: „Hoor eens, ik zal je helpen. Ga maar liggen, strek je uit en verroer je niet, doe alsof je dood was.“ Het paard deed wat de vos hem zei. Maar de vos ging naar de leeuw die zijn hol niet ver daarvandaan had en hij zei: „Daar buiten ligt een dood paard; kom toch eens kijken, het is een stevig maal.“ De leeuw ging dadelijk mee, en toen ze bij het paard stonden, zei de vos: „Hier is het geen rustig plekje voor je, weetje wat? Ik zal hem met zijn staart aan je vastbinden, dan kan je het naar je hol slepen en ongestoord opeten.“ Dat vond de leeuw een goede raad, hij ging staan, zodat de vos het paard aan hem vast zou binden, en daarom stond hij heel stil. Maar de vos bond de leeuw de paardestaart stijf om zijn poten, en snoerde het zo secuur en stevig vast, dat het niet los te trekken was. En toen hij dit naar zijn zin klaargespeeld had, klopte hij het paard op de schouder en zei: „Trek maar, schimmel, trekken!“ Daar sprong het paard opeens overeind, en sleepte de leeuw achter zich aan. De leeuw begon te brullen, zodat alle vogels in het bos van schrik opvlogen, maar ‚t paard liet hem maar brullen, en trok en sleepte hem het land over tot zijn meesters voordeur. Toen de meester dat zag, werd hij vriendelijker en zei tegen het paard: „Nu kun je bij me blijven, je zult het goed hebben!“ en hij gaf hem heerlijk voer tot aan zijn dood.

Achtergronden
Interpretaties
Tekstanalyse
Het sprookje „De vos en het paard“ van de Gebroeders Grimm vertelt het verhaal van een oude, trouwe paard dat door zijn meester wordt verwaarloosd en weggestuurd omdat het niet meer kan werken. De meester zegt dat hij het paard zal houden als het in staat is een leeuw te brengen, wetende dat dit een onmogelijke taak is voor het oude dier. Verdrietig en verlaten zwerft het paard door het bos, waar het een slimme vos ontmoet.
De vos bedacht een plan om het paard te helpen en instrueerde het dier om zich dood te houden. De vos ging vervolgens naar een leeuw en overtuigde hem dat er een dood paard lag dat een stevige maaltijd kon zijn. De leeuw volgde de vos naar het paard. Toen bood de vos aan om het paard aan de leeuws staart vast te binden, zogenaamd om het naar zijn hol te slepen en in alle rust op te eten.
In plaats daarvan bond de vos de leeuw stevig vast aan de paardestaart. Zodra alles goed en stevig vastgesnoerd was, gaf de vos het paard het teken om op te staan en te trekken. Het paard sprong overeind en sleepte de verbaasde en brullende leeuw met zich mee naar het huis van zijn meester. Onder de indruk van het schouwspel veranderde de meester van gedachte en beloofde hij het paard goed te verzorgen tot aan zijn dood.
Dit verhaal benadrukt de waarde van loyaliteit en slimme oplossingen, en het toont aan dat zelfs degenen die als zwak of onbetekenend worden beschouwd, onverwachte krachten kunnen hebben als ze op de juiste manier geholpen worden. De vos speelt hier de rol van de slimme helper, terwijl de verwaarlozing en vervolgens berouw van de meester een morele les bevatten over hoe men trouw en dienstbaarheid moet waarderen.
„De vos en het paard“ van de Gebroeders Grimm biedt een interessante kijk op thema’s zoals loyaliteit, verwaarlozing en slimheid. Het verhaal begint met een oude paard, dat na jaren van trouwe dienst door zijn gierige meester wordt weggezonden omdat het niet langer in staat is te werken. Dit toont de ondankbaarheid en vergetelheid van de mens, wat een veelvoorkomend thema is in sprookjes.
De ontmoeting met de vos verandert echter het lot van het paard. De vos, die vaak als een symbool van sluwheid en intelligentie wordt gezien, bedenkt een plan om wraak te nemen op de meester en tegelijkertijd het paard te helpen. Door middel van zijn listigheid weet de vos de situatie in het voordeel van het paard te keren. Deze wending benadrukt hoe vindingrijkheid en samenwerking tegen onrecht kunnen overwinnen.
Het verhaal eindigt met de meester die zijn fout inziet nadat hij de leeuw voor zijn deur vindt en belooft beter voor het paard te zorgen. Deze verandering van hart van de meester kan gezien worden als een les in nederigheid en dankbaarheid. Het sprookje laat daarmee zien dat goede daden worden beloond en dat loyaliteit erkend kan worden, zelfs na een periode van verwaarlozing.
In bredere zin kan het verhaal verschillende interpretaties hebben, afhankelijk van de context. Het kan een kritiek zijn op hoe ouderdom en onvermogen vaak leiden tot uitsluiting, maar het kan ook een optimistische boodschap uitdragen over de kracht van solidariteit en vriendschap. De personages in dit sprookje laten zien dat met een beetje hulp en vindingrijkheid zelfs de moeilijkste situaties kunnen worden opgelost.
Het sprookje „De vos en het paard“ van de Gebroeders Grimm is een klassiek voorbeeld van volksvertellingen die belangrijke thema’s en lessen bevatten.
Structuur en Opbouw:
Het sprookje volgt de traditionele opbouw van probleem, actie en oplossing.
Het begint met een introductie van het probleem: het paard is oud en niet meer nodig, en de boer wil het niet meer voeden. Vervolgens vindt er een interactie plaats tussen het paard en de vos, waarna de vos een plan formuleert om het paard te helpen. Uiteindelijk lost de actie van de vos het probleem op en eindigt het verhaal met een positieve noot voor het paard.
Taalgebruik en Stijl: De conversaties in het sprookje zijn eenvoudig en direct, typisch voor volksverhalen, zodat ze makkelijk te begrijpen zijn voor een breed publiek, inclusief kinderen. Er wordt gebruikgemaakt van herhaling, zoals in de opmerking van de boer over het vangen van een leeuw, wat helpt om de nadruk te leggen op de onmogelijkheid van de taak en de wanhopige situatie van het paard. De dialogen zijn kort maar effectief, waarbij elke zin het verhaal voortstuwt.
Vertrouwen en Vriendschap: Het verhaal benadrukt de waarde van wederzijds vertrouwen en vriendschap, geïllustreerd door de hulp die de vos biedt aan het paard.
Loyaliteit en Onrechtvaardigheid: Het paard heeft jarenlang trouw gediend, maar wordt ondanks zijn loyaliteit verstoten, wat de onrechtvaardigheid van de boer benadrukt.
Slimheid en Omkeerbaarheid van Situaties: De slimheid van de vos illustreert hoe een slimme strategie een ogenschijnlijk hopeloze situatie kan omkeren.
Het paard: kan gezien worden als een symbool voor trouw en dienstbaarheid die niet altijd beloond worden.
De vos: staat symbool voor sluwheid en vindingrijkheid. Vaak in sprookjes hebben vossen een reputatie voor slimheid.
De leeuw: symboliseert kracht en dreiging, maar ook goedgelovigheid in dit verhaal, omdat hij zich laat misleiden door de vos.
Personificatie: Dieren worden toegeschreven met menselijke eigenschappen, denkwijzen en spraak, wat gebruikelijk is in sprookjes om morele lessen te communiceren op een speelse manier.
Ironie: De ironische omslag waarbij het paard, ogenschijnlijk hulpeloos, uiteindelijk triomfeert over de krachtige leeuw is een onverwachte twist die de lezer verrast.
Deze analyse laat zien hoe „De vos en het paard“ door middel van eenvoudige taal en alledaagse thema’s toch belangrijke lessen biedt over menselijke relaties en waarden.
Informatie voor wetenschappelijke analyse
Kengeta | Waarde |
---|---|
Aantal | KHM 132 |
Aarne-Thompson-Uther-Index | ATU Typ 47A |
Vertalingen | DE, EN, DA, ES, PT, IT, JA, NL, PL, RO, RU, TR, VI, ZH |
Leesbaarheidsindex door Björnsson | 29.4 |
Flesch-Reading-Ease Index | 77.9 |
Flesch–Kincaid Grade-Level | 7.5 |
Gunning Fog Index | 9.8 |
Coleman–Liau Index | 7 |
SMOG Index | 8.5 |
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex | 7.1 |
Aantal karakters | 2.401 |
Aantal letters | 1.827 |
Aantal zinnen | 23 |
Aantal woorden | 472 |
Gemiddeld aantal woorden per zin | 20,52 |
Woorden met meer dan 6 letters | 42 |
Percentage lange woorden | 8.9% |
Totaal lettergrepen | 603 |
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord | 1,28 |
Woorden met drie lettergrepen | 19 |
Percentage woorden met drie lettergrepen | 4% |