Leestijd voor kinderen: 7 min
Er was eens een man met zeven zonen en nog steeds geen dochtertje; hoe graag hij dat ook wilde hebben. Eindelijk gaf zijn vrouw hem weer de hoop op een kindje, en toen het ter wereld kwam, was het inderdaad een meisje. Grote vreugde, maar het kindje was teer en klein en omdat het zo zwak was, moest het snel gedoopt worden. De vader stuurde één van zijn jongens vlug naar een bron om doopwater te halen, de andere zes liepen allemaal mee en omdat ze allemaal de eerste schep wilden doen, viel de kruik in het water. Daar stonden ze. Ze wisten niet wat te doen en naar huis durfde er niemand. Maar toen ze niet terugkwamen, werd de vader ongeduldig en zei: „Ze hebben het natuurlijk weer onder het spelen vergeten, die goddeloze deugnieten.“
Hij werd bang, dat het meisje ongedoopt zou sterven, en in zijn boosheid riep hij: „Ik wou dat die jongens allemaal raven werden!“

Nauwelijks was het woord gesproken, of hij hoorde een gesuis in de lucht boven zijn hoofd, hij keek omhoog en zag zeven koolzwarte raven opvliegen en wegzwieren.
De ouders konden de verwensing niet meer terugnemen; maar hoe bedroefd zo ook waren over het verlies van hun zonen, ze werden toch enigszins getroost door hun lief dochtertje, dat weldra op krachten kwam en elke dag mooier werd. Lange tijd wist zij niet eens, dat haar ouders nog andere kinderen hadden, want de ouders hoedden zich er wel voor hen te noemen, tot ze eens op een dag heel toevallig de mensen over haarzelf hoorde spreken, het meisje was dan wel mooi, maar toch de schuld van het ongeluk van haar zeven broers. Toen werd ze heel verdrietig, en vroeg of ze dan broers had gehad en waar die heen waren? Nu durfden de ouders het geheim niet langer te bewaren, maar ze zeiden, dat het een beschikking van de hemel was en haar geboorte maar een onschuldige aanleiding. Maar het meisje verweet het zichzelf dagelijks en ze geloofde dat zij hen weer moest verlossen. Ze had rust noch duur, tot ze zich eindelijk klaarmaakte om de wijde wereld in te gaan, haar broeders te vinden en te bevrijden wat het ook kosten mocht. Ze nam niets anders mee dan een ringetje als aandenken aan haar ouders, een groot brood voor de honger, een kruikje water voor de dorst en een stoeltje voor de moeheid.
Nu liep ze aldoor voort, ver, ver weg tot aan het eind van de wereld. Toen kwam ze bij de zon, maar die was al te heet en vreselijk en ze at de kleine kinderen op.

Haastig holde ze weg en liep naar de maan, maar die was te koud en te griezelig en te boos, en toen die het kind zag, zei de maan: „Ik ruik, ik ruik, ik ruik mensenvlees!“

Daarom maakte ze dat ze weg kwam en liep naar de sterren. Die waren vriendelijk en goed, en ieder zat op een eigen stoeltje. Maar de morgenster stond op, gaf haar een kippepootje en zei: „Als je zo’n pootje niet hebt, kun je de glazen berg niet openmaken, en in de glazen berg zijn je broers.“

Het meisje nam het beentje, wikkelde het goed in haar schortje en ging weer zo lang verder tot ze bij de glazen berg kwam. De poort was gesloten, maar toen ze het pootje loswikkelde, was haar schortje leeg: ze had het geschenk van de ster verloren. Wat nu te doen? Haar broers wilde ze toch redden, en ze had geen sleutel voor de glazen berg. Het lieve kind nam een mes, sneed zichzelf haar pink af, stak die in de poort en meteen ging hij open.
Toen ze naar binnen was gegaan, kwam haar een dwergje tegemoet, dat zei: „Kind, wat zoek je?“

„Ik zoek mijn broers, de zeven raven,“ antwoordde ze. De dwerg sprak: „De heren raven zijn niet thuis, maar als je zo lang wilt wachten, kom dan maar binnen.“ Nu ging het dwergje het eten voor de zeven raven opdienen, op zeven bordjes en in zeven bekertjes, en van elk van de bordjes at het zusje één broodje, uit elk van de bekertjes dronk ze een slokje, maar in het laatste bekertje liet ze het ringetje vallen dat ze meegenomen had.
Opeens klonk er in de lucht een gesuis van wiekslagen; toen sprak het dwergje: „Nu komen de heren raven naar huis gevlogen.“ Daar waren ze, ze wilden eten en drinken en zochten hun bordjes en bekertjes. Toen zei de één na de ander: „Wie heeft van mijn bord gegeten? Wie heeft uit mijn bekertje gedronken? Dat moet een mensenmond zijn geweest.“ En toen de zevende zijn bekertje tot de bodem leeg gedronken had, rolde het ringetje naar hem toe. Hij bekeek het en zag dat het de ring van zijn vader en zijn moeder was, en zei: „God, geve dat onze zuster hier geweest is, want dan zouden we verlost kunnen worden.“ Zodra het meisje, dat achter de deur stond te luisteren, dat hoorde, kwam zij te voorschijn, en meteen hadden alle raven hun mensengedaante terug.

Ze kusten elkaar verheugd en trokken juichend naar huis.

Achtergronden
Interpretaties
Tekstanalyse
„De zeven raven“ is een sprookje van de Gebroeders Grimm dat, net als veel van hun verhalen, ingebed is in thema’s van familie, opoffering, en verlossing. Het verhaal begint met een vader die zeven zonen heeft en verlangt naar een dochter. Wanneer zijn wens in vervulling gaat en er een dochtertje wordt geboren, leidt een reeks ongelukkige gebeurtenissen ertoe dat de zeven jongens in raven worden veranderd door een onbedoelde vloek van hun vader.
Dit sprookje gaat verder met het meisje dat, na te horen over haar broers en de rol die haar geboorte speelde in hun lot, besluit hen te redden. Het bevat talrijke elementen kenmerkend voor sprookjes, waaronder een magische reis, ontmoetingen met bovennatuurlijke elementen zoals de zon, de maan, en de sterren, en een moeilijke missie die niets minder dan opoffering van het meisje verlangt—ze snijdt haar pink af om binnen te komen in de glazen berg waar haar broers vastzitten.
De motieven van doorzettingsvermogen en liefde worden sterk gepresenteerd: ondanks de gevaren en hindernissen die ze tegenkomt, blijft de zus vastberaden om haar broers te redden. Het eindigt met een bevredigende ontknoping waarin haar vastberadenheid wordt beloond en de broers hun menselijke gedaante terugkrijgen. Ze keren verenigd en gelukkig naar huis terug.
Dit sprookje behandelt thematisch de schadelijke kracht van woorden en ongecontroleerde woede (zoals blijkt uit de wens die de vader uitspreekt), maar ook de helende kracht van familiebanden en liefde die zelfs de zwaarste vloeken kunnen verbreken. Het biedt veel mogelijkheden voor reflectie op thema’s als schuld, vergeving en de moed om jezelf op te offeren voor degenen die je liefhebt.
„De zeven raven“ is een fascinerend sprookje van de Gebroeders Grimm met diverse thema’s en lessen die het verhaal openstellen voor verschillende interpretaties.
Verantwoordelijkheid en Schuld: Een belangrijk thema in het sprookje is de vraag naar verantwoordelijkheid en schuld. De vader spreekt in een opwelling van woede een vloek uit over zijn eigen kinderen. Dit roept vragen op over de gevolgen van impulsieve acties en woorden. Het verhaal suggereert dat acties voortkomend uit woede ernstige en onomkeerbare gevolgen kunnen hebben.
Zelfopoffering en Moed: De zus toont een sterke wil en bereidheid tot zelfopoffering in haar zoektocht naar haar broers. Dit aspect van het verhaal kan worden geïnterpreteerd als een voorbeeld van familiebanden en liefde, waar het overwinnen van obstakels en het brengen van offers centraal staan. Haar reis door gevaarlijke werelden toont haar moed en vastberadenheid.
Geluk en Wederzijdse Hulp: Het sprookje laat zien dat zelfs in ogenschijnlijk hopeloze situaties onverwachte hulp kan komen, zoals van de sterren die vriendelijk en behulpzaam zijn. Dit kan wijzen op de rol van geluk en wederzijde ondersteuning die soms nodig zijn om doelen te bereiken.
Symboliek van Transformatie: De transformatie van de broers in raven en hun uiteindelijke terugkeer naar menselijke gedaante kan symbolisch worden gezien als een reis van loutering. Het is een proces van het herstellen van de orde, waarbij fouten uit het verleden worden rechtgezet door liefde en vergeving.
De Kracht van Woorden en Belofte: Het verhaal benadrukt dat woorden krachtig zijn en dat een belofte of vloek serieuze consequenties kan hebben. De vader realiseert zich te laat de impact van zijn woorden, wat een les kan zijn over bewustzijn en verantwoordelijkheid in communicatie.
Hoewel het verhaal specifiek is voor zijn tijd met elementen als sprookjesachtige werelden en bovennatuurlijke gebeurtenissen, blijven de onderliggende boodschappen universeel en tijdloos. Het benadrukt de complexiteit van menselijke emoties en relaties, met name binnen de gezinsdynamiek.
De linguïstische analyse van het sprookje „De zeven raven“ van de Gebroeders Grimm biedt inzicht in de structuur en stijl van de tekst en onderzoekt de betekenis en functie van taal in het verhaal. Hieronder worden enkele belangrijke linguïstische elementen van het sprookje besproken:
Traditionele Opbouw: Het sprookje volgt een klassieke verhaallijn met een inleiding (situatie van de vader en zijn zonen), een complicatie (verandering van de zonen in raven), een zoektocht (het meisje dat haar broers wil bevrijden), en een oplossing (het meisje bevrijdt de broers en ze keren terug naar huis).
Herhaling: Herhalingen komen vaak voor in sprookjes en zijn ook hier aanwezig, zoals de zeven broers, zeven bordjes, en zeven bekertjes. Deze herhalingen versterken de magische sfeer en geven structuur.
Sprookjeselementen: Het gebruik van vaste uitdrukkingen zoals „Er was eens“ en magische elementen zoals de glazen berg en de betovering van de broers in raven, zijn kenmerkend voor sprookjes.
Symboliek: De getallen (zoals zeven), objecten (ring, kruik, en stoeltje), en lichaamsdelen (de pink) hebben symbolische betekenissen en dragen bij aan de thematiek van transformatie, opoffering, en familiebanden.
Directe en Indirecte Spraak: De directe spraak van personages, zoals de vader en de dwerg, maakt de emoties en motivaties duidelijk en bevordert de betrokkenheid van de lezer.
Emotionele Toon: De taalgebruik weerspiegelt de emoties van personages, van vreugde tot verdriet en vastberadenheid, en schetst een levendig beeld van hun innerlijke wereld.
Familiebanden en Opoffering: Het sprookje verhaalt over de sterke familiebanden en de bereidheid van de zus om grote offers te brengen voor haar broers.
Magie en Transformatie: De plot draait om magische transformaties en bevrijding, met een impliciete boodschap over vergeving en herstel.
Volksvertellingen: Het sprookje verankert zich in de mondelinge traditie van volksvertellingen en weerspiegelt sociale en culturele waarden uit de tijd van de Gebroeders Grimm.
Deze linguïstische elementen werken samen om de rijke verhalende en culturele dimensie van „De zeven raven“ tot leven te brengen, waardoor het sprookje zowel in de literaire traditie als in de populaire cultuur blijft boeien.
Informatie voor wetenschappelijke analyse
Kengeta | Waarde |
---|---|
Aantal | KHM 25 |
Aarne-Thompson-Uther-Index | ATU Typ 451 |
Vertalingen | DE, EN, DA, ES, FR, PT, FI, HU, IT, JA, NL, PL, RO, RU, TR, VI, ZH |
Leesbaarheidsindex door Björnsson | 35.8 |
Flesch-Reading-Ease Index | 65.2 |
Flesch–Kincaid Grade-Level | 9.5 |
Gunning Fog Index | 12 |
Coleman–Liau Index | 9.3 |
SMOG Index | 11 |
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex | 9.4 |
Aantal karakters | 4.660 |
Aantal letters | 3.656 |
Aantal zinnen | 40 |
Aantal woorden | 859 |
Gemiddeld aantal woorden per zin | 21,48 |
Woorden met meer dan 6 letters | 123 |
Percentage lange woorden | 14.3% |
Totaal lettergrepen | 1.217 |
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord | 1,42 |
Woorden met drie lettergrepen | 74 |
Percentage woorden met drie lettergrepen | 8.6% |