Childstories.org
  • 1
  • Alle sprookjes
    van Grimm
  • 2
  • Gesorteerd op
    leestijd
  • 3
  • Perfect voor
    het voorlezen
Meester Priem
Grimm Märchen

Meester Priem - Sprookje van de Gebroeders Grimm

Leestijd voor kinderen: 11 min

Meester Priem was een klein, mager mannetje, maar zeer levendig, en hij had geen ogenblik rust. Zijn gezicht waar alleen de neus uit kwam kijken, was pokdalig en lijkbleek, zijn haar grijs en stoppelig, zijn ogen klein, maar ze flitsten naar links en naar rechts. Hij lette op alles, had overal een aanmerking op, wist alles beter dan iedereen en had altijd en overal gelijk. Liep hij op straat, dan zwaaide hij geweldig met allebei zijn armen; en eens sloeg hij de emmer van een meisje, dat water aandroeg, zo hoog in de lucht, dat hij er zelf mee werd overgoten. „Schaapskop!“ riep hij haar na, terwijl hij zich afschudde, „kon je dan niet zien, dat ik achter je liep?“ Van z’n vak was hij schoenmaker, en als hij daarmee bezig was, trok hij zijn draad met zoveel geweld uit, dat hij iedereen die zich niet genoeg op een afstand hield, de vuist in ‚t gezicht stootte. Geen knecht bleef langer dan een maand bij hem, want op het beste werk had hij altijd wat aan te merken. Of de steken waren niet gelijk, of één van de schoenen was wat langer, of de ene hak was hoger dan de andere, of het leer was niet lang genoeg geklopt. „Wacht,“ zei hij tegen de leerjongen, „ik zal je wel eens laten voelen, hoe je een vel zacht kan kloppen,“ en hij haalde een riem en gaf hem een paar striemen over zijn rug. Luilakken noemde hij ze allemaal. Toch voerde hij zelf niet zo veel uit, omdat hij geen kwartier stil kon blijven zitten. Als zijn vrouw ’s morgens vroeg was opgestaan en vuur had aangemaakt, dan sprong hij het bed uit en liep op blote voeten door de keuken. „Wou je het hele huis in brand steken?“ riep hij dan, „dat is immers een vuur om een os mee te braden! Kost dat hout soms geen geld?“ Stonden de meiden aan de wastobbe, en waren ze aan ‚t lachen en babbelen over ‚t laatste nieuws, dan schold hij ze uit: „Daar staan die ganzen te snateren en vergeten bij hun gekwebbel, dat ze werken moeten. Waarom nog nieuwe zeep? Zinloze verkwisting en bovendien niets dan luiheid: ze zijn bang voor d’r handjes en willen het wasgoed niet behoorlijk wrijven.“ En hij sprong weg en stootte een emmer met zeepsop om, zodat de keuken drijfnat werd. Waren ze bezig, een nieuw huis te bouwen, dan ging hij naar ‚t venster om te kijken. „Daar maken ze weer van die muren van rode zandsteen!“ riep hij, „die droogt nooit goed; in zo’n huis blijft geen mens gezond. En kijk nu eens hoe slecht die metselaars de stenen opmetselen. Die mortel deugt ook niet, er moet kiezel in en geen zand. Ik zal het nog zien en beleven, dat het huis boven z’n eerste bewoners ineenstort!“ Dan ging hij zitten en naaide een paar steken, maar dan sprong hij weer op, maakte z’n schootsvel los en riep: „Ik ga uit, ik wil erheen, ik moet die mensen hun geweten wakker schudden.“ Nu kwam hij bij de timmerlui. „Wat is dat nu weer?“ riep hij, „jullie maken dat niet goed haaks. Dacht je dat die balk recht komt te staan? Eens gaat alles uit de voegen.“ Hij rukte een timmerman de bijl uit de hand en wou hem tonen, hoe moest hakken, toen er een kar, opgetast met leem, langs kwam; hij gooide de bijl neer en sprong naar de boer die ernaast liep. „Jullie zijn niet goed snik,“ riep hij, „wie spant er nu jonge paarden voor zo’n zwaar beladen kar? De arme dieren zullen je nog voor je neus neervallen.“ De boer gaf geen antwoord, en meester Priem liep van pure boosheid weer naar zijn werkplaats terug. Toen hij weer aan ‚t werk wou gaan, gaf de leerjongen hem een schoen aan. „Wat is dat nu weer?“ raasde hij, „heb ik je niet gezegd datje een schoen nooit zo diep moet uitsnijden? Wie koopt er nu zo’n schoen waar haast niets dan zool aan zit? Ik wil dat mijn bevelen zonder mankeren worden opgevolgd!“ – „Meester,“ gaf de leerjongen ten antwoord, „daar kon u wel gelijk aan hebben – dat dié schoen niet deugt – maar het is juist de schoen die u zelf gesneden hebt en zelf ter hand hebt genomen. Toen u daarnet weer was opgevlogen, hebt u hem van de tafel gegooid, en het enige wat ik eraan gedaan heb, was, hem oprapen. Maar een engel van de hemel zou het u nog niet naar de zin kunnen maken!“

Eens op een nacht droomde meester Priem, dat hij gestorven was, en dat hij op weg was naar de hemel. Toen hij daar aankwam, klopte hij luid aan de poort: „Dat verwondert me nu,“ zei hij, „dat jullie hier geen ring aan de poort hebben, je klopt je knokkels kapot.“ De apostel Petrus deed open en wou eens kijken, wie daar met zoveel drukte om toegang vroeg. „O, bent u het, meester Priem,“ zei hij, „ik wil u wel binnenlaten maar ik moet u wel waarschuwen: u moet die gewoonte afleggen en niet op alles aanmerkingen maken wat u in de hemel ziet: dan kon het je wel eens kwaad vergaan.“ – „Die opmerking had je wel voor je kunnen houden,“ zei Priem terug, „ik weet heel goed, hoe het hoort, en hier is, dankzij God, niets te verbeteren zoals op de aarde.“ Dus kwam hij binnen en liep in de wijde hemelzalen op en neer. Hij keek eens op, naar rechts, naar links, schudde evenwel soms ‚t hoofd of bromde zo wat voor zich heen. Intussen zag hij twee engelen, die een balk wegdroegen. Het was de balk, die iemand in zijn oog had gehad, terwijl hij zocht naar de splinter in het oog van een ander. Nu droegen ze de balk evenwel niet in de lengte, maar dwars. „Heeft iemand ooit zo’n stommiteit gezien?“ dacht meester Priem, maar hij sprak die gedachte niet uit en hield zich kalm. „Het is tenslotte hetzelfde, hoe je een balk draagt, rechtuit of dwars, als je er maar door kunt, en werkelijk, ze stoten nergens.“ Kort daarop kreeg hij twee engelen in ‚t oog, die water schepten uit een bron in een vat en tegelijkertijd merkte hij, dat het een vat met gaten was en dat het water er aan alle kanten uitliep. Ze waren namelijk bezig, de aarde met regen te drenken. „Wat hagel!“ barstte hij uit, maar gelukkig bezon hij zich nog en dacht: „Misschien is het alleen maar tijdverdrijf; als iemand daar nu plezier in heeft, kan hij zulke zinloze dingen wel doen, vooral in de hemel, waar iedereen – zoals ik al merken kan – toch maar luiert.“ Hij ging verder en zag er een kar die in een diep gat was blijven steken. „Het is heus geen wonder!“ zei hij tegen de man die erbij stond, „wie zal er nu zo onhandig opladen? Wat is het allemaal?“ – „Vrome wensen,“ antwoordde de man „en daar kon ik maar niet goed mee op de weg komen, maar ik heb de wagen toch nog goed op gang gebracht en hier zullen ze me zeker niet in de steek laten.“ En werkelijk, daar kwam een engel en spande er twee paarden voor. „Dat is heel goed,“ meende Priem, „maar twee paarden, dat is te weinig, minstens vier moeten het er wezen.“ Juist kwam er een andere engel aan, ook met twee paarden, maar deze spande hij niet voor, maar achter de wagen. Dat was meester Priem te machtig. „Stommerds!“ barstte hij los, „wat doe je daar nu? Heeft iemand nu ooit, zolang de wereld op z’n plaats staat, op die manier een kar uit een kuil getrokken? Maar iedereen denkt hier in z’n overmoed, dat hij alles beter weet.“ Hij wilde nog verder spreken, maar één van de hemelingen had hem bij de kraag gepakt en duwde hem met onweerstaanbare kracht naar buiten. Onder de poort draaide meester Priem zijn hoofd nog eenmaal om en zag nog net, hoe de kar door vier gevleugelde paarden omhoog werd getild. Op dit ogenblik ontwaakte meester Priem. „Ja,“ zei hij, „het gaat in de hemel natuurlijk wel een beetje anders dan op aarde, en dan kun je heel wat dingen vergeven, maar wie kan nu geduldig toezien, dat iemand de paarden én van voren én van achteren spant? Nu ja, ze hadden vleugels, maar hoe kun je dat nu weten? Het is trouwens grote onzin, om paarden, die vier benen hebben, om te lopen, nog een paar vleugels aan te zetten bovendien. Maar ik moet opstaan, anders doen ze me in huis weer alles verkeerd. Het is maar gelukkig, dat ik nog niet echt dood ben.“

LanguagesLearn languages. Double-tap on a word.Learn languages in context with Childstories.org and Deepl.com.

Achtergronden

Interpretaties

Tekstanalyse

„Meester Priem“ is een kort verhaal van de Gebroeders Grimm dat draait om de kritische en onrustige aard van de hoofdpersonage, meester Priem, een schoenmaker die voortdurend kritiek heeft op het werk van anderen en over alles een mening heeft. Ondanks zijn beroep als schoenmaker is hij ontevreden over de inzet en resultaten van zijn leerjongens en heeft hij kritiek op hun werk, ook al verricht hij zelf niet veel werk.

Meester Priem is altijd in beweging en stelt nooit iets onopgemerkt – of het nu gaat om de manier waarop meisjes water dragen, hoe huizen worden gebouwd, of hoe boeren hun karren beladen. Zijn overdreven kritische aard leidt ertoe dat hij mensen om zich heen verstoort en zelfs na zijn dood geeft het hem geen rust.

In een droom navigeert Priem naar de hemel en begint door zijn eigen kritische aard tegenstrijdigheden en inefficiënties in de hemel op te merken, zoals engelen die onpraktisch een balk dragen of water in lekke vaten verzamelen. Ondanks waarschuwend advies van de apostel Petrus om zijn kritiek in te houden, is het meester Priem die het uiteindelijk niet kan laten. Zijn opmerkingen en onvoorzichtige uitbarstingen brengen hem uiteindelijk in de problemen.

Het verhaal eindigt met Priem die uit de droom ontwaakt, enigszins verlicht dat hij nog in het leven is gebleven, hoewel zijn houding niet lijkt te zijn veranderd.

Dit verhaal is een satire op mensen die altijd overal kritiek op hebben, vaak zonder zelf met substantiële verbeteringen of eigen prestaties te komen. Het belicht het nutloze van zijn kritisch gedrag en maakt zichtbaar dat overmatige kritiek zowel in het leven als in het hiernamaals niet zonder gevolgen blijft.

„Meester Priem“ is een sprookje van de Gebroeders Grimm dat een moralistische les biedt over de karaktereigenschappen van een voortdurend ontevreden en bemoeizuchtige man. Het verhaal volgt meester Priem, een schoenmaker die constant ontevreden is over alles en iedereen om hem heen, inclusief zijn werknemers, zijn vrouw, en zelfs vreemden op straat. Priem vindt altijd iets om over te klagen of te verbeteren, ongeacht of hij zich in de juiste positie bevindt om dat te doen.

Het verhaal levert kritiek op mensen die zich overal mee bemoeien zonder goede reden en die denken het altijd beter te weten dan anderen. Dit gedrag brengt Priem uiteindelijk in de hemel, waar hij dezelfde kritieken probeert te uiten. Echter, zelfs daar wordt hij gecorrigeerd, als zijn bemoeienissen hem bijna zijn plek in de hemel kosten.

Er kunnen verschillende interpretaties aan het verhaal gegeven worden:

Zelfreflectie en Zelfoverschatting: Het verhaal kan gezien worden als een waarschuwing tegen arrogantie en het zich bemoeien met zaken waar men geen verantwoordelijkheid voor heeft. Meester Priem is niet in staat om zijn eigen beperkingen en fouten in te zien, waardoor hij voortdurend in conflict verkeert met zijn omgeving.

De Ontevreden Ziel: De constante ontevredenheid van meester Priem over alles wat er om hem heen gebeurt, benadrukt de problemen die kunnen ontstaan wanneer iemand zich niet op zijn eigen taken en verantwoordelijkheden focust. Het verhaal moedigt lezers aan om zich te concentreren op hun eigen leven en werk, in plaats van kritiek te leveren op anderen.

Perceptie van Perfectie: De ironie aan het eind van het verhaal, waarin Priem zelfs met de perfect georganiseerde hemel een probleem heeft, laat zien dat voor iemand met zijn instelling zelfs perfectie niet voldoende is. Dit kan een waarschuwing zijn voor mensen om te leren omgaan met imperfecties in zowel zichzelf als hun omgeving.

Leren Vertrouwen: Priem’s ervaring in de hemel toont ook de noodzaak aan van vertrouwen in het onbekende en het leren loslaten van controle. De gebeurtenissen in de hemel laten zien dat, zelfs als dingen niet volgens zijn standaard worden gedaan, ze alsnog goed kunnen aflopen.

Door deze verschillende interpretaties kan „Meester Priem“ lezers aanzetten tot nadenken over hun eigen gedrag en attitudes ten opzichte van anderen, en het belang van zelfbeheersing en bescheidenheid in alledaagse interacties benadrukken. Het verhaal maakt op humoristische wijze duidelijk dat niemand perfect is en dat het belangrijk is om een open geest te hebben en te leren van je omgeving.

De linguïstische analyse van het sprookje „Meester Priem“ van de Gebroeders Grimm biedt een interessant inzicht in de structuur, stijl en het taalgebruik van dit verhaal.

Laten we enkele belangrijke elementen en kenmerken bekijken:


Oud-Nederlandse Invloeden: De tekst bevat ouderwetse woorden en uitdrukkingen die in modern Nederlands minder gebruikelijk zijn, zoals „pokdalig“ en „schootsvel“. Dit draagt bij aan de sfeer en het historische gevoel van het sprookje.
Indirecte Karakterisering: De eigenschappen van Meester Priem worden indirect getoond door zijn acties en interacties met anderen, eerder dan expliciet te beschrijven. Zijn ongeduld, bemoeizucht en neiging tot kritiek worden duidelijk via zijn daden en reacties op dagelijkse situaties.
Kritische Blik op Perfectionisme: Het verhaal speelt in op de thema’s van perfectionisme en bemoeizucht. Meester Priems obsessie met perfectie en voortdurende kritiek leiden uiteindelijk tot zijn isolement en frustratie.
Ironie en Humor: Er is een duidelijke aanwezigheid van ironie en humor door de absurde situaties waarin Meester Priem zichzelf plaatst, zoals zijn discussie met de engelen in de hemel. Zijn alledaagse kritiek wordt in een verheven context geplaatst, hetgeen leidt tot humoristische confrontaties.
Het verhaal volgt een driedelige structuur: introductie van karakter en setting, escalatie door verschillende situaties waarin zijn eigenschappen problemen veroorzaken, en een climax/droom die tot inzicht en zelfreflectie zou kunnen leiden, hoewel Priem zelf nauwelijks verandert.
Droom als Narratieve Techniek: De droomfunctie dient als een spiegel voor Meester Priems eigen tekortkomingen, een vaak gebruikte techniek in sprookjes om karakterontwikkeling of een moraal over te brengen.
Gebruik van Allegorie: De personages en situaties in het verhaal (zoals de kar met vrome wensen) fungeren als allegorieën voor menselijke eigenaardigheden en maatschappelijke problemen. Dit biedt de lezer een dieper inzicht in sociaal-maatschappelijke commentaren die de auteurs mogelijk willen maken.
Korte en Krachtige Dialogen: De dialogen zijn kort en meestal beladen met kritiek. Dit versterkt de het karakter van Meester Priem als iemand die snel en impulsief kritiek geeft.
Interactie als Karakterontwikkeling: De interacties tussen Priem en anderen dienen als de belangrijkste manier waarop zijn karakter wordt ontwikkeld. Zijn onvermogen om anderen te plezieren of te accepteren leidt tot conflict en vermaak in het verhaal.

„Linguïstische analyse van het sprookje van Meester Priem laat zien hoe de Gebroeders Grimm taal en stijl gebruiken om personages en thema’s over te brengen. Het verhaal combineert humor en een kritische blik op menselijke tekortkomingen in een narratief dat zowel onderhoudend als moralistisch is. De stijl en structuur van het verhaal zijn kenmerkend voor de sprookjes van de Gebroeders Grimm en bieden inzicht in de culturele waarde die deze verhalen destijds hadden en nog steeds hebben.


Informatie voor wetenschappelijke analyse

Kengeta
Waarde
AantalKHM 178
Aarne-Thompson-Uther-IndexATU Typ 801
VertalingenDE, EN, DA, ES, FR, PT, IT, JA, NL, PL, RU, TR, VI, ZH
Leesbaarheidsindex door Björnsson30.2
Flesch-Reading-Ease Index73
Flesch–Kincaid Grade-Level7.5
Gunning Fog Index9.8
Coleman–Liau Index8.6
SMOG Index9.6
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex6.9
Aantal karakters7.769
Aantal letters5.989
Aantal zinnen82
Aantal woorden1.447
Gemiddeld aantal woorden per zin17,65
Woorden met meer dan 6 letters182
Percentage lange woorden12.6%
Totaal lettergrepen1.983
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord1,37
Woorden met drie lettergrepen100
Percentage woorden met drie lettergrepen6.9%
Vragen, opmerkingen of ervaringsverslagen?

Privacyverklaring.

De beste Sprookjes

Copyright © 2025 -   Over ons | Privacyverklaring |Alle rechten voorbehouden Aangedreven door childstories.org

Keine Internetverbindung


Sie sind nicht mit dem Internet verbunden. Bitte überprüfen Sie Ihre Netzwerkverbindung.


Versuchen Sie Folgendes:


  • 1. Prüfen Sie Ihr Netzwerkkabel, ihren Router oder Ihr Smartphone

  • 2. Aktivieren Sie ihre Mobile Daten -oder WLAN-Verbindung erneut

  • 3. Prüfen Sie das Signal an Ihrem Standort

  • 4. Führen Sie eine Netzwerkdiagnose durch