Leestijd voor kinderen: 8 min
Er was eens een keukenmeid, en die heette Grietje. Ze droeg schoenen met rode hakken en als ze daarmee uitging, dan draaide ze zich om en om, was heel vrolijk en dacht: je bent toch een knap meisje. En als ze dan weer thuis kwam, dronk ze uit pure vrolijkheid nog een slok wijn; en omdat wijn dan weer hongerig maakt, probeerde ze het beste dat ze koken kon, zo lang tot ze volop had en zei: „Een keukenmeid moet weten hoe het eten smaakt!“
Nu gebeurde het, dat haar meester eens tegen haar zei: „Grietje, vanavond komt er een gast, maak me eens twee kippen klaar.“ – „Goed meneer,“ zei Grietje. En ze nam twee kippen, plukte ze, broeide ze, stak ze aan ‚t spit en bracht ze tegen de avond voor ‚t vuur, om ze te braden. De kippen begonnen al bruin en gaar te worden, maar de gast was nog niet verschenen. Toen riep Grietje haar mijnheer: „Als die gast nu niet komt, dan moet ik de kippen afzetten, maar ‚t is zonde en jammer, als ze niet meteen opgegeten worden, ze zijn nu knappend en mals en sappig.“ Mijnheer zei: „Ik zal zelf even de gast gaan halen.“
Toen mijnheer zijn hielen gelicht had, legde Grietje het spit met de kippen eraan opzij en dacht: „Zolang bij ‚t vuur staan, maakt een mens warm en dorstig. Wie weet wanneer ze eindelijk komen! Ondertussen spring ik de kelder in en haal een teugje.“ Ze liep naar beneden, zette de kruik onder ‚t vat, zei: „Wel bekome het je, Grietje!“ en nam een flinke teug. „Wijn hangt aaneen,“ zei ze weer. „Het is niet goed, ‚t af te breken“ en ze nam nog een flinke teug. Dan ging ze weer naar boven, zette de kippen weer voor het vuur, bestreek ze nog eens met boter en liet het spit lustig draaien. Maar het rook zo heerlijk en Grietje dacht: „Er zou iets kunnen mankeren: ik moet even proeven“ en ze likte haar vinger af en zei: „O, wat zijn die kippen heerlijk! Het is zonde en schande, dat ze op ‚t ogenblik niet gegeten worden!“
En ze liep naar ‚t venster of meneer er nog niet aan kwam met zijn gast, maar zij zag niemand: en ze ging weer naar de kippen en dacht: „straks verbrandt die ene vleugel, ik moest hem maar liever opeten.“ Dus sneed ze de vleugel af en at die op, en ‚t smaakte kostelijk, en toen ze ermee klaar was, dacht ze: „De andere moet er ook af, anders merkt meneer, dat er iets weg is.“ Toen ze de twee vleugels op had, ging ze weer naar het raam, keek uit naar mijnheer en ze zag hem niet. „Wie weet,“ zo schoot haar ineens te binnen, „wie weet of ze komen helemaal niet en zijn ergens anders heen gegaan.“
Toen zei ze: „Hè, Grietje, wees nu verstandig, die ene kip is toch aangesneden, neem nog een flinke teug en eet hem helemaal op, als hij op is heb je pas rust: waarom moet zo’n kostelijk kipje verbrand worden?“ Zo liep ze nog eens naar de kelder, nam een eerbare dronk, en at de ene kip met alle plezier op. Ze had nu de ene kip helemaal op en nog altijd was mijnheer niet terug. Maar nu keek ze de andere kip erop aan en zei: „Waar de één is, moet de ander ook zijn; die twee kippen horen bij elkaar: wat voor de één goed is, is evenzeer goed voor de ander, ik geloof, als ik nog eens een versterkende teug nam, dan kon niets me deren.“ Dus nam ze nog een hartversterkende dronk en liet toen de tweede kip weer naar de eerste lopen.
Ze zat nog te eten, toen mijnheer binnenkwam en zei: „Gauw, Grietje, de gast komt dadelijk.“ – „Ja, mijnheer ik ben al bezig,“ antwoordde Grietje. Intussen keek mijnheer toe of de tafel al gedekt was, nam het voorsnijmes om de kippen mee te snijden, en wette het nog eens in de gang. Nu kwam de gast; hij klopte bescheiden en keurig aan de voordeur. Grietje liep erheen en keek, wie er was, en toen ze de gast zag, legde ze haar vinger op haar mond en zei: „Stil! Stil! ik raad u aan: maak dat u wegkomt; want als mijnheer u ziet, dan bent u erbij: hij heeft u wel uitgenodigd voor ‚t avondeten, maar hij is van plan, u allebei uw oren af te snijden! Hoort u hem ‚t mes al slijpen?“
De gast hoorde het wetten van het mes en liep wat hij lopen kon de stoep af. Grietje was ook niet lui en liep huilend naar mijnheer en riep: „Daar hebt u me een mooie gast uitgenodigd!“ – „Hoezo Grietje? wat bedoel je daar mee?“ – „Ja,“ zei ze, „hij heeft me allebei de kippen – ik wou ze net opdoen – van de schotel genomen en is ermee weg!“ – „Dat is ook wat moois!“ zei mijnheer, en het speet hem zo van de mooie kippen, „had hij er dan tenminste één overgelaten, dat ik ook nog wat te eten had!“
Hij riep hem na, dat hij even wachten moest, maar de gast deed of hij niets hoorde. Dan liep hij achter hem aan, altijd nog dat mes in z’n hand, en hij schreeuwde „Eén maar, één maar!“ en daarmee bedoelde hij, dat de gast bij hem één kip laten zou en ze niet alle twee meenemen; maar de gast dacht niet anders of hij moest één van z’n beide oren bij hem laten, en hij liep of er vuur onder hem brandde, om ze allebei veilig thuis te brengen.

Achtergronden
Interpretaties
Tekstanalyse
„De Slimme Grietje“ is een van de volksverhalen die zijn verzameld door de Gebroeders Grimm. In dit verhaal staat Grietje, een keukenmeid, centraal. Het verhaal illustreert haar vindingrijkheid en zelfs wat ondeugend gedrag, terwijl het ook een humoristisch licht werpt op menselijke zwakheden zoals gulzigheid en misverstand.
De narratief draait om Grietje die de opdracht krijgt van haar meester om kippen te bereiden voor een gast. Terwijl ze wacht op de komst van de gast, kan ze de verleiding niet weerstaan om eerst van de wijn te proeven en vervolgens van de kippen. Het komische hoogtepunt van het verhaal is wanneer Grietje de naderende gast misleidt door hem te waarschuwen dat de meester van plan is zijn oren af te snijden. Deze misleiding zorgt ervoor dat de gast wegvlucht, waardoor er een hilarisch misverstand ontstaat. Uiteindelijk heeft Grietje beide kippen opgegeten, en de meester blijft achter zonder avondmaal, terwijl de gast er vandoor gaat uit angst voor zijn oren.
Deze vertelling van Grimm benadrukt thema’s zoals misleiding, hebzucht en de gevolgen van kleine ondeugende daden. Het laat ook zien hoe een ogenschijnlijk onschuldig gedrag en een slecht getimede grap kunnen leiden tot grappige, maar onbedoelde, situaties. Het verhaal laat een glimp zien van de menselijke natuur en de subtiliteiten van sociale interacties in de context van humor en ironie.
„De Slimme Grietje“ is een komisch sprookje van de Gebroeders Grimm dat draait om de ondeugende maar slimme keukenmeid Grietje. Hieronder worden enkele mogelijke interpretaties en thema’s van het verhaal toegelicht:
Slimheid en Vindingrijkheid: Grietje is een personage dat zich weet te redden uit een benarde situatie door haar slimheid en vindingrijkheid. Wanneer zij de twee kippen opeet die voor de gast bedoeld waren, weet zij snel een verhaal te verzinnen om zichzelf uit de problemen te houden. Het toont hoe mensen inventief kunnen zijn om zichzelf te redden uit moeilijke omstandigheden.
Verleiding en Zelfbeheersing: Het verhaal kan gezien worden als een les over zelfbeheersing en de gevolgen van toegeven aan verleidingen. Grietje’s onvermogen om de verleiding van de kippen en de wijn te weerstaan, leidt uiteindelijk tot de komische situatie waarin zij zichzelf moet redden met een listig verhaal. Dit kan als een vermaning worden gezien dat het belangrijk is om zelfbeheersing te oefenen.
Misverstanden en Situatiekomedie: Het sprookje is ook een klassieke geval van misverstanden en situatiehumor. De gast wordt op het verkeerde been gezet door Grietje’s waarschuwing en denkt dat zijn oren in gevaar zijn. Deze misvatting leidt tot een chaotische maar humoristische ontknoping, waardoor het verhaal lichtvoetig en vermakelijk blijft.
Kritiek op Sociale Hiërarchie: In een andere interpretatie kan het verhaal gezien worden als een subtiele kritiek op de sociale hiërarchie en de manier waarop de „lagere“ klasse (in dit geval Grietje als keukenmeid) die met list en humor kan ondermijnen. Grietje weet haar superieur, de meester, te misleiden en voor de gek te houden, wat haar in zekere zin de overhand geeft in de sociale context van het verhaal.
Eten en Overvloed: Het verhaal toont ook de culturele nadruk op eten en overvloed. De uitgebreide beschrijvingen van het koken en eten van de kippen kunnen wijzen op de waarde die wordt gehecht aan voedsel en gastvrijheid, en hoe overvloed soms kan leiden tot verspilling of overdaad.
Over het algemeen bevat „De Slimme Grietje“ humoristische en satirische elementen die tot nadenken stemmen over menselijke zwaktes en slimheid. Het weerspiegelt de rijke traditie van sprookjes waarin lesjes worden verpakt in vermakelijke en soms absurde verhalen.
Het sprookje „Slimme Grietje“ van de Gebroeders Grimm biedt een interessante casus voor een linguïstische analyse. Hier zijn enkele aspecten van het verhaal die een nadere beschouwing verdienen:
Lexicaal en morfologisch niveau
Vocabulaire: Het verhaal maakt gebruik van eenvoudige, alledaagse woorden die geschikt zijn voor een breed publiek, inclusief kinderen. Dit maakt het sprookje toegankelijk en begrijpelijk.
Morfologie: De werkwoordsvormen in het verhaal zijn hoofdzakelijk in de verleden tijd, passend bij de traditionele vertelvorm van sprookjes. Er worden zowel sterke als zwakke werkwoorden gebruikt, wat typerend is voor de Duitse grammatica van die tijd.
Syntactisch niveau
Zinsstructuur: De zinnen in het sprookje zijn over het algemeen kort en direct. Dit sluit aan bij de mondelinge traditie van sprookjes vertellen, waar duidelijke en eenvoudig te volgen zinnen de voorkeur hebben. Toch zijn er enkele langere zinnen, wat dynamiek toevoegt aan de vertelstijl.
Directe en indirecte rede: Er is veel gebruik van directe rede, wat helpt om de personages levendig en karakteristiek te maken. Het gebruik van dialogen geeft het verhaal een dynamische en interactieve dimensie.
Stilistisch niveau
Herhaling: Het verhaal maakt gebruik van herhaling, zowel in handelingen (zoals het drinken van de wijn) als in zinsconstructies, wat kenmerkend is voor sprookjes. Dit helpt niet alleen bij het memoriseren maar geeft ook een ritme aan het verhaal.
Humor: De humor in het sprookje is vooral situationeel en komt voort uit de misverstanden en acties van Grietje. Het gebruik van hyperbool, zoals in de angst van de gast dat zijn oren afgesneden zullen worden, voegt een komische noot toe.
Moraliteit en wijsheid: Zoals veel sprookjes biedt „Slimme Grietje“ indirect een moraal of levensles, hoewel dit verhaal ook subversief kan worden gelezen; de ‚listige‘ acties van Grietje worden niet bestraft, maar eerder beloond, wat afwijkt van de traditionele moraal van goed versus kwaad.
Semantisch niveau
Thema’s: Belangrijke thema’s in het sprookje zijn slimheid versus dwaasheid en bedrog versus eerlijkheid. Grietje’s capriolen worden getoond als een vorm van praktische wijsheid, wat kan wijzen op een subtielere waardering voor slimheid en zelfredzaamheid.
Symboliek: Elementen zoals het eten en de wijn kunnen symbolisch worden geïnterpreteerd. Ze kunnen staan voor genot, verleiding en de gevolgen van overdaad. De rode hakken kunnen gezien worden als een symbool van ijdelheid of verlangen naar schoonheid.
Tot slot biedt „Slimme Grietje“ een rijk veld voor analyse, niet alleen voor linguïsten maar ook voor literatuurwetenschappers. Het sprookje combineert humor met culturele en morele observaties, typisch voor het werk van de Gebroeders Grimm.
Informatie voor wetenschappelijke analyse
Kengeta | Waarde |
---|---|
Aantal | KHM 77 |
Aarne-Thompson-Uther-Index | ATU Typ 1741 |
Vertalingen | DE, EN, DA, ES, PT, IT, JA, NL, PL, RU, TR, VI, ZH |
Leesbaarheidsindex door Björnsson | 31.8 |
Flesch-Reading-Ease Index | 71.5 |
Flesch–Kincaid Grade-Level | 8.4 |
Gunning Fog Index | 10.8 |
Coleman–Liau Index | 7.2 |
SMOG Index | 10.4 |
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex | 7.2 |
Aantal karakters | 4.856 |
Aantal letters | 3.666 |
Aantal zinnen | 46 |
Aantal woorden | 939 |
Gemiddeld aantal woorden per zin | 20,41 |
Woorden met meer dan 6 letters | 107 |
Percentage lange woorden | 11.4% |
Totaal lettergrepen | 1.272 |
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord | 1,35 |
Woorden met drie lettergrepen | 72 |
Percentage woorden met drie lettergrepen | 7.7% |