Childstories.org
  • 1
  • Alle sprookjes
    van Grimm
  • 2
  • Gesorteerd op
    leestijd
  • 3
  • Perfect voor
    het voorlezen
De reus en de kleermaker
Grimm Märchen

De reus en de kleermaker - Sprookje van de Gebroeders Grimm

Leestijd voor kinderen: 6 min

Er was eens een kleermaker – een grote praalhans, maar geen betaalhans – en die had zin om eens wat te gaan wandelen in het bos. Zodra hij maar even kon, verliet hij z’n winkel

zwierf langs de wegen
op bruggen en stegen
en liep dan maar,
dan hier, dan daar.

Toen hij buiten was, zag hij in blauwe verten een steile berg. Daarachter een hemelhoge toren, opstijgend uit een wild, donker bos. „Verdraaid!“ riep de kleermaker, „wat’s dat nu?“ en daar hem de nieuwsgierigheid altijd de baas was, ging hij er dadelijk op af. Maar nu deed hij z’n mond en z’n ogen open, toen hij in de buurt kwam, want de toren had benen, sprong ineens over de steile berg, en stond als een machtige reus voor de kleermaker. „Wat wou jij hier, kleine vliegenpoot?“ riep hij met een stem of het van alle kanten onweerde. De kleermaker fluisterde: „Ik wou alleen maar eens kijken of ik een stukje brood in ‚t bos kan verdienen.“

„Als het voor ‚t ogenblik is,“ zei de reus, „dan kan je bij mij wel in dienst komen.“ – „Als ‚t moet, waarom niet? Maar wat voor loon krijg ik?“ – „Wat voor loon je krijgt?“ zei de reus, „dat zul je horen. Alle jaren driehonderd vijf en zestig dagen, en als het een schrikkeljaar is, nog éne dag extra. Vind je dat goed?“ – „Mij best,“ antwoordde de snijder en hij dacht bij zichzelf: „Een mens moet nu eenmaal liggen, zoals hij zijn bedje gespreid heeft. Ik zal me wel gauw weer vrijmaken.“ Daarop zei de reus tegen hem: „Vooruit, kleine schurk, haal eens een kruik water.“ – „Waarom niet liever de beek met de bron erbij?“ vroeg de praalhans en hij ging met de kruik naar de beek. „Wat? de beek met de bron erbij?“ bromde de reus, die een beetje onhandig en dom was, in z’n baard en hij begon zich minder op zijn gemak te voelen, „die vent kan meer, dan appels piepen; hij heeft een alruin in zijn lijf. Wees op je hoede, ouwe Hans, dat is geen knecht voor jou.“ Toen de kleermaker het water had gehaald, beval de reus hem, in ‚t bos een paar stapels hout klein te hakken en naar huis te brengen. „Waarom niet liever het hele bos ineens,

het hele woud
met jong en oud
met tak en blad,
knoestig en glad?“

zei het kleermakertje en hij ging het hout hakken. „Wat?

het hele woud
met jong en oud,
met tak en blad,
knoestig en glad?

en dan de beek met de bron erbij?“ bromde de lichtgelovige reus in zijn baard en hij werd nog banger, „die vent kan meer dan appels piepen, die heeft een alruin in zijn lijf! Wees op je hoede, ouwe Hans: dat is geen knecht voor jou.“ Toen de kleermaker het hout had gebracht, zei de reus hem, twee of drie wilde zwijnen te schieten voor de avondboterham. „Waarom niet liever duizend zwijnen in één schot, en die allemaal hier naar toe brengen?“ vroeg de kleermaker opschepperig. „Wat?“ riep dat hazenhart van een reus, en hij was nu heel bang, „laat het dan maar voor vandaag en ga maar slapen.“

Nu was de reus zo geweldig bang geworden, dat hij de hele nacht geen oog meer dicht deed en aldoor maar dacht, hoe hij het aan moest leggen om zo’n heksenmeester van een knecht kwijt te raken: hoe eerder hoe liever. Maar: komt tijd, komt raad. De volgende morgen gingen de reus en de kleermaker naar een moeras, waar een heleboel wilgen omheen stonden. Toen zei de reus: „Hoor es, mannetje, ga jij eens op een van die wilgentenen zitten, ik zou zo graag zien of jouw gewicht in staat is, die te buigen.“ Wip! zat het mannetje er boven in, hield z’n adem in en maakte zich zwaar, zo zwaar, dat de teen tenslotte ging buigen. Maar toen hij weer adem moest scheppen, zwiepte de teen hem – hij had ongelukkigerwijs geen strijkijzer in zijn zak – tot groot genoegen van de reus zo ver omhoog, dat men hem niet eens meer zien kon. Als hij niet gevallen is, dan vliegt hij vast nog door de lucht.

LanguagesLearn languages. Double-tap on a word.Learn languages in context with Childstories.org and Deepl.com.

Achtergronden

Interpretaties

Tekstanalyse

Dit sprookje van de Gebroeders Grimm, „De reus en de kleermaker“, draait om de slimme kleermaker die zijn schranderheid inzet om een domme reus te slim af te zijn. Het verhaal volgt een traditioneel thema in sprookjes, waarin een kleine en schijnbaar zwakke protagonist, in dit geval de kleermaker, een opzichtig sterke tegenstander verslaat door middel van zijn intelligentie en sluwheid, eerder dan fysieke kracht.

De kleermaker wordt gepresenteerd als een opschepper, maar ook als een slimme en pragmatische figuur die de reus probeert te imponeren met zijn schijnbare kracht en vaardigheden. Zijn antwoorden op de opdrachten van de reus zetten de reus aan het denken dat hij te maken heeft met een wezen van bovennatuurlijke kracht.

Door gebruik te maken van bravoure en overdrijving, wekt de kleermaker bij de reus de indruk dat hij niet zomaar een knecht is, maar iemand met onbekende en wellicht gevaarlijke krachten. Dit zorgt ervoor dat de reus, die al snel voor de slimme trucjes van de kleermaker valt, hem liever kwijt dan rijk is vanwege de angst voor zijn vermeende krachten.

De moraal van het verhaal komt vaak voor in verhalen van de Gebroeders Grimm: onderschat nooit de ondergeschikte of ogenschijnlijk zwakkere persoon, want intelligentie en vindingrijkheid kunnen overweldigende fysieke kracht verslaan. Dit sprookje, zoals vele andere, blijft populair vanwege de combinatie van humor, fantasie en een duidelijke boodschap over de kracht van slimheid en listigheid.

„De reus en de kleermaker“ van de Gebroeders Grimm is een sprookje dat verschillende interpretaties mogelijk maakt, afhankelijk van de invalshoek die je kiest.

Hier zijn een paar mogelijke interpretaties van dit verhaal:

Slimheid en listigheid over brute kracht: Het verhaal benadrukt de triomf van intelligentie en listigheid over fysieke kracht. De kleermaker, die fysiek veel zwakker is dan de reus, weet door zijn slimmigheid en bluf het vertrouwen van de reus te winnen en hem zelfs angst aan te jagen. De kleermaker doet alsof hij veel machtiger en capabeler is dan hij werkelijk is, waardoor de reus begint te twijfelen aan zijn eigen kracht.

Zelfoverschatting en de gevolgen daarvan: De kleermaker begint zelfverzekerd en bluffend aan zijn avontuur, en hoewel zijn bravoure hem aanvankelijk helpt, komt hij uiteindelijk in een situatie die hij niet meer kan controleren. Dit kan een les zijn over hoe zelfoverschatting je soms in de problemen kan brengen als je niet oppast.

De reus als metafoor voor vrees: De reus zou kunnen worden gezien als een personificatie van angsten of obstakels die groter lijken dan ze werkelijk zijn. Door zijn inventiviteit en moed kon de kleermaker deze ‚reus‘ uit de weg ruimen, wat suggereert dat het overwinnen van onze angsten vaak begint met een verandering in perspectief en houding.

Sociale status en middelen: Het sprookje kan ook gelezen worden als een reflectie op sociale structuren en het verschil tussen fysieke macht en economische middelen. De kleermaker heeft niet veel middelen, maar zijn intellect en charme zijn zijn valuta om zich te handhaven in een wereld die wordt gedomineerd door de ‚reuzen‘ van de samenleving.

Lachen om de absurditeit: Het absurde karakter van het verhaal, met de reus die de bluf van de kleermaker gelooft, kan ook eenvoudigweg worden opgevat als een humoristisch element dat de lezers moet amuseren. Het toont hoe absurde situaties kunnen ontstaan vanuit misverstanden en de neiging om dingen te geloven zonder bewijs.

Elk van deze interpretaties biedt een ander perspectief op het verhaal, waardoor de rijke betekenis en de veelzijdigheid van sprookjes als genre worden benadrukt. Sprookjes zoals deze nodigen hun publiek uit om na te denken over menselijke eigenschappen en gedragingen in een fantasierijke setting.

De tekst die je hier hebt gepost, is een deel van het sprookje „De reus en de kleermaker“ van de Gebroeders Grimm. Dit sprookje, net als veel andere Grimm-verhalen, bevat elementen die typisch zijn voor volksverhalen en sprookjes. Hieronder vindt je een linguïstische analyse van de tekst, rekening houdend met enkele kenmerken van het verhaal en de gebruikte taal:

Dialect en Oudere Taalvormen: Het verhaal bevat verschillende archaïsche taalvormen en zinsconstructies die doen denken aan het Duits dialect of oudere vormen van het Nederlands. Woorden als „verlaat z’n winkel“, „prinses“ en „praathans“ dragen bij aan de sprookjesachtige sfeer. Dit helpt bij het creëren van een authentieke, oudere setting voor het verhaal.

Rijm en Ritme: De tekst maakt gebruik van rijm en ritme, wat typerend is voor mondelinge vertelvormen en sprookjes.

Bijvoorbeeld: „zwierf langs de wegen op bruggen en stegen“ en „het hele woud met jong en oud met tak en blad, knoestig en glad“. Deze rijmstructuren maken de tekst melodieus en makkelijker te onthouden en door te vertellen.

Hyperbolen en Opschepperij: Het gebruik van overdrijving is een sleutelkenmerk van het verhaal en wordt voornamelijk gebruikt door de kleermaker. Phrasis zoals „Waarom niet liever duizend zwijnen in één schot“ illustreren zijn opschepperij en creatief denken, wat humoristisch en aantrekkelijk werkt binnen de context van een sprookje.

Dialogen: De dialogen tussen de reus en de kleermaker bevatten taalgebruik dat de karakters en hun relatieve status benadrukt. De reus gebruikt een directe en soms dreigende taal („Wat wou jij hier, kleine vliegenpoot?“), terwijl de kleermaker ironisch en speels antwoordt, vaak met een ondertoon van spot.

Motieven en Thema’s: Het sprookje verbeeldt het thema van de slimme underdog die met list en bravoure een veel sterkere, maar minder slimme tegenstander te slim af is. Dit is een terugkerend thema in volksverhalen, waar vaak wordt gekeken naar verstand versus brute kracht.

Morfologie en Syntax: De syntactische structuren in het verhaal zijn vaak langer en complexer dan hedendaagse zinnen, wat past bij de stijl van literaire sprookjes uit de 19e eeuw, toen de Gebroeders Grimm actief waren.

Deze analyse belicht hoe de taal in „De reus en de kleermaker“ bijdraagt aan zowel de sfeer als de narratieve structuur van het verhaal, en waarom het een aantrekkelijk en tijdloos sprookje blijft.


Informatie voor wetenschappelijke analyse

Kengeta
Waarde
AantalKHM 183
Aarne-Thompson-Uther-IndexATU Typ 1049
VertalingenDE, EN, DA, ES, PT, IT, JA, NL, PL, RU, TR, VI, ZH
Leesbaarheidsindex door Björnsson24.1
Flesch-Reading-Ease Index80.2
Flesch–Kincaid Grade-Level5.5
Gunning Fog Index8.2
Coleman–Liau Index8.3
SMOG Index8.7
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex4.8
Aantal karakters3.744
Aantal letters2.840
Aantal zinnen50
Aantal woorden693
Gemiddeld aantal woorden per zin13,86
Woorden met meer dan 6 letters71
Percentage lange woorden10.2%
Totaal lettergrepen922
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord1,33
Woorden met drie lettergrepen46
Percentage woorden met drie lettergrepen6.6%
Vragen, opmerkingen of ervaringsverslagen?

Privacyverklaring.

De beste Sprookjes

Copyright © 2025 -   Over ons | Privacyverklaring |Alle rechten voorbehouden Aangedreven door childstories.org

Keine Internetverbindung


Sie sind nicht mit dem Internet verbunden. Bitte überprüfen Sie Ihre Netzwerkverbindung.


Versuchen Sie Folgendes:


  • 1. Prüfen Sie Ihr Netzwerkkabel, ihren Router oder Ihr Smartphone

  • 2. Aktivieren Sie ihre Mobile Daten -oder WLAN-Verbindung erneut

  • 3. Prüfen Sie das Signal an Ihrem Standort

  • 4. Führen Sie eine Netzwerkdiagnose durch