Childstories.org
  • 1
  • Alle sprookjes
    van Grimm
  • 2
  • Gesorteerd op
    leestijd
  • 3
  • Perfect voor
    het voorlezen
De waternimf in de vijver
Grimm Märchen

De waternimf in de vijver - Sprookje van de Gebroeders Grimm

Leestijd voor kinderen: 16 min

Er was eens een molenaar en die was heel gelukkig met zijn vrouw. Ze hadden geld en goed, en hun welstand nam ieder jaar toe. Maar het ongeluk komt ’s nachts: zoals hun rijkdom gegroeid was, zo smolt die ieder jaar sterker weg, en tenslotte kon de molenaar de molen die hij bewoonde ternauwernood nog zijn eigendom noemen. Hij was heel bezorgd, en als hij na zijn dagelijkse arbeid ging slapen, dan vond hij geen rust, maar woelde vol zorgen om en om in zijn bed. Op een morgen stond hij voor het krieken van de dag op, ging naar buiten, en dacht dat hij dan wat opgewekter zou worden. Toen hij over de molendam liep, kwam juist de eerste zonnestraal aan de horizon, en hij hoorde in de vijver een zacht geplas. Hij draaide zich om, en daar zag hij een zeer mooie vrouw, die zich langzaam uit het water ophief. Haar lange haar, dat ze met beide handen om haar schouders vast had, golfde aan beide zijden langs haar heen en bedekte haar blanke gestalte. Nu zag hij wel, dat het de nimf van de vijver was, en van angst wist hij niet wat hij doen zou: weggaan of blijven staan. Maar de nimf liet haar zachte stem horen, riep hem bij zijn naam, en vroeg, waarom hij zo verdrietig was. Eerst was de molenaar met stomheid geslagen, maar toen hij haar zo vriendelijk hoorde spreken, vatte hij moed en vertelde haar, dat hij vroeger gelukkig en rijk geleefd had, maar dat hij nu zo arm was geworden, dat hij zich geen raad meer wist. „Wees maar kalm,“ antwoordde de nimf, „ik zal je nog rijker en nog gelukkiger maken dan je ooit geweest bent, alleen moetje aan mij beloven, dat je me zult geven wat voor jongs er nu in je huis is gekomen.“ – „Wat zou dat nu anders kunnen zijn,“ dacht de molenaar, „dan een jonge hond of een jong poesje?“ en hij stemde toe in haar wens. De nimf dook neer in het water, en hij snelde getroost en vol goede moed naar de molen. Nog was hij niet zo ver gekomen, of de meid kwam de deur uit naar buiten en riep hem toe: hij zou wel blij zijn, want zijn vrouw had juist een zoontje gekregen. De molenaar stond als door de bliksem getroffen stil, en hij begreep wel dat de ondeugende nimf dat had geweten en hem had bedrogen. Met hangend hoofd kwam hij bij het bed van zijn vrouw, en toen die hem vroeg: „Ben je dan niet blij met zo’n mooie jongen?“ vertelde hij haar wie hij had ontmoet en welke belofte hij de waternimf had gedaan. „Wat helpt rijkdom en geluk,“ voegde hij erbij, „als ik dit kind moet verliezen? Maar wat kan ik eraan doen?“ En ook de familie die kwam wensen wist er geen raad op. Intussen keerde het geluk weer bij de molenaar terug. Waaraan hij begon, lukte hem en het was of de kisten en kasten vanzelf vol raakten en het geld in de kas ’s nachts nog meer werd. En het duurde niet lang of zijn rijkdom was groter dan hij ooit was geweest. Maar hij kon er zich niet ongestoord over verheugen: de toezegging aan de nimf vrat hem aan ‚t.hart. Zo dikwijls hij de vijver langs ging, vreesde hij, dat ze weer op kwam duiken en hem aan zijn belofte zou herinneren. De jongen mocht niet in de buurt van het water komen: „Pas op!“ zei hij, „als je het water daar aanraakt, dan komt er opeens een hand uit, pakt je, en trekt je naar beneden!“ Maar toen het ene jaar na het andere verliep, en de nimf zich nooit meer vertoonde, begon de molenaar het gemakkelijker op te vatten. De jongen groeide op tot een jonkman en hij kwam bij een jager in de leer. Toen hij uitgeleerd was en een flinke jager was geworden, nam de dorpsheer hem in z’n dienst. In ‚t dorp leefde een mooi, trouw meisje, de jager ging van haar houden, en toen zijn meester dat merkte, gaf hij hem een klein huis; ze hielden bruiloft, leefden rustig en gelukkig en hielden heel veel van elkaar.

Eens op een keer was de jager bezig, een ree te achtervolgen. Toen het dier uit het bos het veld oprende, zette hij het na en velde het tenslotte met een goed schot. Hij merkte niet, dat hij in de nabijheid van de gevaarlijke vijver was gekomen, en nadat hij het dier had opgepakt, ging hij naar ‚t water om zijn met bloed bevlekte handen af te wassen. Nauwelijks had hij de handen echter in het water, of de nimf steeg omhoog, ze omarmde hem lachend met haar natte armen en trok hem zo gauw naar beneden, dat de golven over hem heensloegen. Toen het avond was geworden en de jager nog niet thuis was, begon zijn vrouw bang te worden. Ze ging naar buiten om hem te zoeken, en omdat hij haar al vaak had verteld, dat hij voor de vervolging van de waternimf moest oppassen, en zich niet wagen mocht in de buurt van de vijver, vermoedde ze al wat er gebeurd was. Ze snelde naar de vijver, aan de oever en zag ze de weitas liggen; toen kon ze niet langer twijfelen aan het ongeluk. Klagend, handenwringend noemde ze de naam van haar man, maar het was vergeefs; ze snelde naar de andere zijde van het water en riep opnieuw: ze daagde de nimf met harde woorden uit, maar er kwam geen antwoord. De waterspiegel bleef stil, alleen het gezicht van de halve maan keek onbewogen naar haar op.

De arme vrouw ging niet bij de vijver weg. Snel liep ze in een kring eromheen, zonder rust te vinden, altijd weer opnieuw erom lopend, soms een heftige kreet uitstotend, dan weer zacht jammerend. Eindelijk had ze geen kracht meer: zakte in elkaar en viel in een diepe slaap. Weldra droomde ze.

Ze klom tussen grote rotsblokken angstig omhoog, dorens en slingers hadden zich in haar voet gehaakt, de regen sloeg haar in ‚t gezicht, en de wind waaide in haar lange haar. Toen ze de helling bereikt had, kreeg ze een heel ander uitzicht. De hemel was blauw, de lucht zacht, het ging in een flauwe helling naar beneden, en in een groene wei vol bonte bloemen stond een aardige hut. Ze liep erheen, opende de deur; daar zat een oude vrouw met wit haar, die haar vriendelijk toewenkte. Op dat ogenblik werd het arme mens wakker. De dag was al aangebroken, en ze besloot om meteen aan de ingeving van de droom te gehoorzamen. Met grote moeite klom ze de berg op en alles was precies zo als ze het ’s nachts in haar droom had gezien. Het oude vrouwtje ontving haar vriendelijk, wees haar een stoel, waarop ze moest gaan zitten. „Je moet wel een ongeluk gehad hebben,“ zei de oude, „als je zo’n eenzaam hutje komt opzoeken.“ De jonge vrouw vertelde haar in tranen, wat haar overkomen was. „Troost je,“ zei de oude, „ik zal je helpen; daar heb je een gouden kam. Wacht nu, tot het volle maan is. Ga dan naar de vijver, ga zitten aan de oever en dan moet je je lange, zwarte haar met deze kam kammen. Als je daarmee klaar bent, leg hem dan naast je op de rand. En dan zul je wel zien.“

De jonge vrouw ging weer terug, maar het duurde lang, voor de maan vol was. Eindelijk was de lichtende schijf aan de hemel helemaal rond, en toen ging ze naar buiten, naar het water. Ze ging daar zitten en begon haar lange, zwarte haar met de gouden kam te kammen, en toen ze daarmee klaar was, legde ze de kam op de rand. Kort daarop bruiste het in de diepte, een golf steeg op, rolde tot over de rand en nam de kam mee. Niet langer dan de kam nodig gehad had om op de bodem van ‚t water te vallen deelde de waterspiegel zich, en het hoofd van de jager kwam omhoog. Hij sprak niet. Maar hij keek zijn vrouw met een verdrietige blik aan. Op datzelfde ogenblik kwam er een tweede golf aangeruist, die het hoofd van de man bedekte. Alles verdween. De vijver lag stil als te voren, en alleen het gelaat van de volle maan glansde erin.

Troosteloos keerde de vrouw terug, maar een droom toonde haar weer de hut van de oude vrouw. Weer ging ze de volgende morgen op weg, en ze klaagde haar leed bij de wijze vrouw. De oude gaf haar een gouden fluit en zei: „Wacht weer, tot het volle maan is. Neem dan deze fluit, ga aan de oever zitten, blaas er een mooi liedje op en als je het beëindigd hebt, leg dan de fluit naast je neer in ‚t zand. En dan zul je wel zien.“

De jonge vrouw deed, wat de oude haar gezegd had. Nauwelijks was de fluit in het zand gelegd of er was een gebruis in de diepte: een grote golf verhief zich, golfde aan en stortte zich over de fluit, en nam die in ‚t terugspoelen mee. Vlak daarop deelde het watervlak zich; en niet alleen het hoofd, maar de man kwam eruit tot aan zijn heupen. Hij strekte zijn armen verlangend naar haar uit, maar een tweede golf bruiste aan, overdekte hem en trok hem naar beneden.

„Ach, wat helpt mij dat,“ zei de ongelukkige: „ik zie mijn man alleen om hem weer te verliezen.“ Opnieuw vervulde ‚t verdriet haar hart, maar voor de derde keer voerde een droom haar naar het huis van de oude vrouw. Ze ging erheen, en de wijze vrouw gaf haar een gouden spinnewiel, troostte haar en zei: „Nog is niet alles wat gebeuren kan, gedaan; wacht weer op de volle maan; neem dan het spinnewiel, ga aan de oever zitten en spin de spoel vol; en als je klaar bent, zet het spinnewiel dan dicht bij het water; en dan zul je wel zien.“ De jonge vrouw deed nauwkeurig, wat haar gezegd was. Zodra het volle maan was geworden, droeg ze het gouden spinnewiel naar de oever, en spon vlijtig tot het vlas op was en de spoel vol garen was. Maar nauwelijks stond het spinnewiel aan de oever, of het kookte daar beneden nog heftiger dan tevoren, een grote golf rolde aan en zoog het spinnewiel mee. Meteen steeg als met een fontein het hoofd en ‚t hele lichaam van haar man omhoog. Snel sprong hij op de grond, pakte zijn vrouw bij de hand en vluchtte met haar weg. Maar nauwelijks waren ze een klein eind weg, of met ontzettend gebruis verhief zich het water van de hele vijver, en stroomde met geweld over het land uit. Reeds zagen de vluchtende de dood voor zich, en toen riep de vrouw in haar angst de hulp aan van de oude vrouw. En in een oogwenk waren ze omgetoverd: zij in een pad, hij in een kikker. De vloed die hen overstroomde, kon dus niet dodelijk zijn, maar wel voerde zij hen beiden uit elkaar en leidde hen ver weg. Toen het water weer afliep en beiden weer op het droge waren gekomen, kwam hun menselijk gedaante terug. Maar geen van beiden wist, waar de ander gebleven was; ze waren onder vreemden, die hun land niet kenden. Hoge bergen, en diepe dalen scheidden hen. Om de kost te verdienen hoedden ze beiden schapen. En lange jaren dreven ze, ver van elkaar, hun kudden door veld en bos, en waren vol droefheid en verlangen.

Maar toen eens de lente weer uit de aarde brak, gingen ze beiden op dezelfde dag met hun kudden naar buiten, en het toeval wilde, dat ze elkaar tegemoet trokken. Hij zag op de helling van een verre berg een kudde grazen en dreef ook zijn schapen naar die streek. Ze kwamen in een dal bij elkaar, maar ze herkenden elkaar niet, alleen verheugden ze zich dat ze niet meer zo alleen waren. Van nu aan hoedden ze iedere dag hun kudde samen, ze zeiden weinig, maar ze voelden zich getroost. Op een avond, toen de volle maan aan de hemel scheen, en de schapen al waren gaan liggen, haalde de schaapsherder zijn fluit uit zijn zak en blies een mooi, maar droevig liedje. Toen het uit was, zag hij dat het herderinnetje bitter schreide. „Waarom schrei je?“ vroeg hij. „Och,“ zei ze, „zo scheen de volle maan ook, toen ik dit lied voor het laatst op de fluit blies en het hoofd van mijn liefste man uit het water kwam.“ Hij keek haar aan en het was hem alsof er een nevel voor zijn ogen optrok; hij herkende zijn eigen vrouw; en toen zij hem aankeek en de maan hem in ‚t gezicht scheen, herkende zij hem ook. Ze omhelsden elkaar en kusten elkaar, en of ze gelukkig waren, dat hoef je niet te vragen!

LanguagesLearn languages. Double-tap on a word.Learn languages in context with Childstories.org and Deepl.com.

Achtergronden

Interpretaties

Tekstanalyse

„De waternimf in de vijver“ is een van de minder bekende sprookjes van de gebroeders Grimm, maar het draagt dezelfde elementen van mystiek, beproevingen en uiteindelijke verlossing die kenmerkend zijn voor veel van hun werken. In dit verhaal begint het tragische lot van de molenaar met een ogenschijnlijk onschuldige afspraak met een waternimf. De molenaar, verblind door de belofte van rijkdom zonder te beseffen wat hij werkelijk opgeeft, stemt toe in de ruil waarbij hij zich verplicht tot het afstaan van iets kostbaars dat nieuw in zijn huis is gekomen — zijn pasgeboren zoon.

Net als veel verhalen van Grimm, speelt dit sprookje in op oude angsten en mythologieën rond watergeesten en hun bedrog. De waternimf, die de meesteres van de vijver blijkt te zijn, houdt zich aan haar overeenkomst, wat uiteindelijk leidt tot de verdwijning van de volwassen geworden zoon in de vijver. Deze verdwijning en de daaropvolgende tests zijn een weerspiegeling van de beproevingen die nodig zijn om het kwaad te overwinnen of een verloren geliefde te herwinnen, een centrale thematiek in veel sprookjes en volksverhalen.

De vrouw van de jager, gedreven door liefde en wanhoop, overwint haar eigen angsten en zoekt hulp bij een mysterieuze, wijze oude vrouw, een archetype van de goede heks of feeënmoeder die vaak voorkomt in sprookjes. Met haar magische geschenken van een gouden kam, fluit en spinnewiel, krijgt de vrouw uiteindelijk haar man terug, hoewel niet zonder uitdagingen. Elk geschenk dat zij gebruikt, brengt de man dichter terug naar de wereld van de levenden, tot hij uiteindelijk volledig kan ontsnappen aan de greep van de nimf.

In de uiteindelijke hereniging van het stel na hun transformaties in dieren (pad en kikker), wordt de kracht van wederzijdse herkenning, persoonlijke groei en standvastige liefde gevierd. Hun herkenning mondt uit in een ontroerende conclusie die licht werpt op het hart van het sprookje: ware liefde overwint alle obstakels, zelfs die van magische aard.

Dit verhaal is meer dan alleen een fantasierijk avontuur; het onderzoekt de diepten van menselijke emoties, de kracht van liefde, opoffering en de zoektocht naar verlossing, allemaal verpakt in de rijke symboliek en poëtische fantasie waarvoor de sprookjes van Grimm bekendstaan.

„De waternimf in de vijver“, een sprookje van de Gebroeders Grimm, bevat verschillende lagen en mogelijkheden voor interpretatie. Hier zijn enkele manieren waarop het verhaal geïnterpreteerd kan worden:

De gevolgen van ondoordachte beloften: De molenaar stemt impulsief in met het verzoek van de waternimf zonder volledig te beseffen wat hij hiermee riskeert. Dit weerspiegelt het thema van ongeziene consequenties wanneer men onvoorzichtig toezeggingen doet. Het verhaal herinnert ons eraan om goed na te denken voordat we beloften maken, vooral wanneer we de volledige implicaties niet begrijpen.

Materieel succes versus persoonlijk verlies: Het contrast tussen de hernieuwde welvaart van de molenaar en zijn persoonlijke verlies toont de waarde van immateriële zaken boven materieel gewin. Ondanks de rijkdom die hij terugwint, ervaart de molenaar geen vreugde zolang hij met het verlies van zijn zoon geconfronteerd wordt. Dit benadrukt dat materieel succes niet noodzakelijk geluk betekent.

De kracht van liefde en vastberadenheid: De volharding van de jonge vrouw om haar man terug te krijgen, onderstreept de kracht van liefde en toewijding. Ze volgt de aanwijzingen van de oude vrouw in haar dromen en probeert keer op keer haar man te redden uit de greep van de waternimf. Het uiteindelijke weerzien van de geliefden laat zien dat liefde en volharding obstakels kunnen overwinnen.

Symboliek van water en transformatie: Water fungeert als een krachtig symbool van zowel leven als gevaar. Het vertegenwoordigt de grens tussen de wereld van de levenden en de magie van de waternimf. De transformatie van de echtgenoten in een pad en een kikker symboliseert hun aanpassing en veerkracht, en hun uiteindelijke hereniging toont het vermogen om veranderingen te doorstaan en terug te keren naar een staat van heelheid.

Dromen als leidraad: De dromen van de jonge vrouw dienen als symbolische aanwijzingen die haar richting geven in haar zoektocht. Ze vertegenwoordigen intuïtie en de innerlijke wijsheid die het onderbewustzijn aan de oppervlakte brengt. In sprookjes zijn dromen vaak een middel waarmee het bovennatuurlijke communiceert met de menselijke wereld.

Net als veel andere sprookjes, kan „De waternimf in de vijver“ gezien worden als een verhaal met morele lessen en diepere wijsheden die relevant blijven voor de menselijke ervaring.

„Linguïstische analyse van het sprookje ‚De waternimf in de vijver‘ door de Gebroeders Grimm“ kan verschillende aspecten omvatten, zoals de structuur, stijl, thematiek en symboliek van de tekst.

Hier is een korte analyse:

Het sprookje volgt een klassieke narratieve structuur, bekend als de ‚reisbeschrijving‘ (departure, initiation, return), die veel sprookjes kenmerkt:

Introductie: Het verhaal begint met een beschrijving van de molenaar en zijn aanvankelijke rijkdom.

Crisis: De molenaar verliest zijn rijkdom en sluit een fatale overeenkomst met de waternimf.

Climax: De uitvoering van de belofte dreigt de zoon van de molenaar ten onder te brengen.

Resolutie: Na veel omzwervingen en hulp van een oude wijze vrouw, worden problemen opgelost.

Conclusie: De hoofdpersoon wordt herenigd met zijn vrouw.

Sprookjesachtig en Traditioneel: Het gebruik van „Er was eens“ zet direct de toon van een sprookje. Het verhaal maakt gebruik van archetypische figuren zoals de nimf, de wijze oude vrouw, en de mooie jonge vrouw.

Dialogen: Dialogen worden beperkt gebruikt, maar zijn essentieel voor het verloop van het verhaal (bv. de belofte aan de nimf).

Beschrijvende Taalkunst: De tekst bevat gedetailleerde en levendige beschrijvingen, vooral van natuurlijke elementen zoals de vijver en het bos.

Belofte en Bedrog: Het thema van een belofte en de complexiteit van trouw en bedrog worden centraal gesteld in het verhaal. De overeenkomst met de nimf leidt tot onverwachte en tragische consequenties.

Liefde en Verlies: De liefde tussen de jager en zijn vrouw wordt in het verhaal op de proef gesteld door het verlies en de uiteindelijke hereniging.

Natuur en Bovennatuurlijke Krachten: De vijver en de waternimf symboliseren de onvoorspelbare en soms wrede kracht van de natuur.

Water als Leven en Dood: De vijver staat symbool voor zowel leven (rijkdom) als gevaar (de mogelijke dood van de zoon), en is direct verbonden met de waternimf.

Kammen, Fluiten, Spinnewielen: Deze voorwerpen symboliseren traditionele aspecten van vrouwelijkheid en ambacht en spelen een sleutelrol in het redden van de jager.

De moraal van het verhaal kan worden gezien als een waarschuwing tegen het maken van onbezonnen beloftes zonder begrip van de consequenties. Daarnaast spreekt het tot de kracht van volharding en hoop, zoals geïllustreerd door de vrouw die uiteindelijk de verloren man terugvindt.

Deze analyse belicht enkele van de belangrijkste elementen van de tekst en biedt een overzicht van de literaire en thematische constructies in het sprookje ‚De waternimf in de vijver‘.


Informatie voor wetenschappelijke analyse

Kengeta
Waarde
AantalKHM 181
Aarne-Thompson-Uther-IndexATU Typ 316
VertalingenDE, EN, DA, ES, FR, PT, HU, IT, JA, NL, PL, RU, VI, ZH
Leesbaarheidsindex door Björnsson31.6
Flesch-Reading-Ease Index71.4
Flesch–Kincaid Grade-Level8.2
Gunning Fog Index10.8
Coleman–Liau Index8.4
SMOG Index10.1
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex7.8
Aantal karakters11.423
Aantal letters8.887
Aantal zinnen109
Aantal woorden2.162
Gemiddeld aantal woorden per zin19,83
Woorden met meer dan 6 letters254
Percentage lange woorden11.7%
Totaal lettergrepen2.947
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord1,36
Woorden met drie lettergrepen155
Percentage woorden met drie lettergrepen7.2%
Vragen, opmerkingen of ervaringsverslagen?

Privacyverklaring.

De beste Sprookjes

Copyright © 2025 -   Over ons | Privacyverklaring |Alle rechten voorbehouden Aangedreven door childstories.org

Keine Internetverbindung


Sie sind nicht mit dem Internet verbunden. Bitte überprüfen Sie Ihre Netzwerkverbindung.


Versuchen Sie Folgendes:


  • 1. Prüfen Sie Ihr Netzwerkkabel, ihren Router oder Ihr Smartphone

  • 2. Aktivieren Sie ihre Mobile Daten -oder WLAN-Verbindung erneut

  • 3. Prüfen Sie das Signal an Ihrem Standort

  • 4. Führen Sie eine Netzwerkdiagnose durch