Childstories.org
  • 1
  • Alle sprookjes
    van Grimm
  • 2
  • Gesorteerd op
    leestijd
  • 3
  • Perfect voor
    het voorlezen
Het gespuis
Het gespuis Märchen

Het gespuis - Sprookje van de Gebroeders Grimm

Leestijd voor kinderen: 7 min

Het haantje zei tegen het hennetje: „Nu is het herfst, nu zijn de noten rijp, nu moeten we samen de berg opgaan en ons buikje vol eten vóór de eekhoorn alles wegkaapt.“ – „Ja,“ zei het hennetje, „dat gaan we eens heerlijk doen!“ Zo gingen ze samen op weg, de berg op, en omdat het een mooie lichte dag was, bleven ze tot de avond. Nu weet ik niet, of ze zich zo volgestopt hadden, of zo overmoedig geworden waren, maar kort en goed, ze wilden niet te voet naar huis, en het haantje maakte een wagentje van notendoppen. Toen hij klaar was, ging ‚t hennetje erin zitten en zei tegen het haantje: „Span jij je er nu maar voor.“ – „Dat zou je denken,“ zei het haantje, „dan maar liever te voet naar huis dan dat ik zou moet trekken; nee, zo zijn we niet getrouwd. Koetsier wil ik zijn en op de bok zitten, dat wel, maar me laten inspannen, dat doe ik niet.“

Het gespuis SprookjeBeeld: Oskar Herrfurth (1862-1934)

Terwijl zij zo kibbelden, kwam de eend aangesnaterd: „Jullie dieven, wie had jullie gezegd mijn notenberg op te gaan? Wacht maar, dat zal je slecht bekomen!“ en hij ging met wijdopen snavel op het haantje los. Maar ‚t haantje was ook niet sloom, vloog de eend te lijf, tenslotte hakte hij er met zijn sporen duchtig op in, tot de eend om genade smeekte en zich graag voor straf voor het karretje liet spannen. ‚t Haantje zette zich op de bok en was koetsier, en voort ging het in één draf: „Eend, loop wat je lopen kunt!“ Toen ze een eind gereden hadden, kwamen ze twee voetgangers tegen; een speld en een naald. Die riepen: „halt! halt!“ en zeiden dat het zometeen stikdonker werd, dan konden ze geen stap meer doen, en ‚t was zo smerig op de weg, of ze niet een eindje mochten meerijden: ze waren in de herberg bij de poort geweest en ze hadden zich bij een potje bier wat verlaat. Omdat het toch maar magere heren waren die niet veel plaats innamen, liet ‚t haantje ze maar instappen, maar ze moesten beloven om hemzelf en ‚t hennetje niet op hun pootjes te trappen. ’s Avonds laat kwamen ze bij een herberg en daar ze ’s nachts niet door wilden rijden, en de eend ook niet meer zo vlot ter been was en van de ene kant op de andere viel, gingen ze er naar binnen.

Het gespuis SprookjeBeeld: Oskar Herrfurth (1862-1934)

De waard had eerst veel bezwaren, zijn huis was al vol, misschien dacht hij ook dat ‚t geen voorname klanten waren, maar tenslotte, toen ze mooie praatjes hadden – hij mocht ‚t ei hebben, dat ‚t hennetje onderweg had gelegd – en hij mocht ook de eend houden en die legde er elke dag één – zei hij tenslotte: ze konden die nacht wel blijven. Toen lieten ze weer een maal aanrukken, en ze namen het er nog eens goed van. ’s Morgens vroeg, toen ‚t nog schemerde en alles sliep, maakte ‚t haantje het hennetje wakker, haalde het ei, pikte het open en ze aten het samen op, maar de schaal gooiden ze in de haard. Toen gingen ze naar de naald – die sliep nog – pakten hem bij de kop, en staken hem in ‚t stoelkussen van de waard, en de speld in zijn handdoek, en eindelijk vlogen ze, frank en vrij over de heide weg. De eend die liefst onder de blote hemel sliep en op het erf gebleven was, hoorde hen vliegen, hij schudde z’n veren en vond een beek die hij afzwom, dat ging vlugger dan voor het karretje. Een paar uur later kwam de waard ook uit de veren, waste zich en wilde zich met zijn handdoek drogen, toen ging speld over zijn gezicht en trok een rode streep van het ene oor naar het andere. Toen ging hij naar de keuken en wilde een pijp opsteken, maar toen hij bij de haard kwam, sprongen de eierschalen hem in ‚t oog.

Het gespuis SprookjeBeeld: Oskar Herrfurth (1862-1934)

„Vanmorgen staat mijn hoofd verkeerd,“ zei hij en hij liet zich in zijn grote leunstoel vallen, maar meteen vloog hij weer in de hoogte en riep: „Au!“ want de naald had hem nog erger en niet in zijn hoofd gestoken. Nu werd hij helemaal kwaad en begon de gasten die gisteravond laat gekomen waren, te verdenken; en toen hij hen overal zocht – waren ze weg. Toen zwoer hij bij zichzelf, nooit meer schooiers in zijn huis te halen, ze maken veel op, ze betalen niet en halen nog streken uit als dank!

LanguagesLearn languages. Double-tap on a word.Learn languages in context with Childstories.org and Deepl.com.

Achtergronden

Interpretaties

Tekstanalyse

„Achtergronden bij het sprookje: ‚Het gespuis'“ van de Gebroeders Grimm is een levendig verhaal vol humor en subtiliteit. Het verhaal vertelt over een haantje en een hennetje die besluiten de herfstvruchten te plukken voordat ze door anderen worden meegenomen. Hun avontuur wordt een heerlijke en mysterieuze reis waarin allerlei eigenaardige gebeurtenissen plaatsvinden.

In dit verhaal zijn het de dieren die menselijke eigenschappen aannemen. De hoofdpersonages, het haantje en het hennetje, gedragen zich als mensen door plannen te maken, te discussiëren en hun ideeën door te zetten. Deze antropomorfe eigenschappen maken het verhaal toegankelijk en herkenbaar, ondanks de eigenaardigheden van de plot.

De ontmoeting met de eend introduceert een element van conflict. Terwijl de eend in eerste instantie boos is vanwege de veronderstelde diefstal van de noten, draait het verhaal door de slimme list van het haantje en het hennetje. Het verhaal maakt hierbij gebruik van slimme onderhandeling en onverwachte bondgenootschappen. Door hun sluwe oplossingen weten het haantje en het hennetje hun doel te bereiken en zelfs gebruik te maken van de situatie door de eend voor hun karretje te spannen.

De episode met de speld en de naald als reizigers is kenmerkend voor een Grimm-sprookje: belangrijk is hier de onverwachte combinatie van karakters en de subtiele humor die ontstaat uit hun ontmoeting. De impliciete boodschap kan zijn dat ook de kleinste en schijnbaar onbelangrijke karakters hun rol in het verhaal vervullen, wat leidt tot de algehele dynamiek en humor.

Bij het bereiken van de herberg, wordt het thema van gastvrijheid en misleiding verder uitgediept. De waard wordt overgehaald om de reisgenoten onderdak te bieden met valse beloften en mooie woorden. De slotscène waarbij de eigenaar van de herberg het slachtoffer wordt van verschillende grapjes, zoals de speld en de naald die in zijn textiel zijn achtergelaten, bekrachtigt de moraal: wees voorzichtig met wie je vertrouwt, zelfs als ze charmant lijken. De waard zijn conclusie om zijn gastvrijheid terug te trekken voor zwervers, laat zien hoe één slechte ervaring negatieve gevolgen kan hebben voor toekomstige ontmoetingen.

Kortom, ‚Het gespuis‘ is een verhaal dat speelt met het idee van slimheid en arglist, en de gevolgen van vertrouwen en misleiding. Met grappige wendingen en een rijke symboliek, biedt het een inzicht in menselijke relaties en gedrag verpakt in een eenvoudig dierenverhaal.

„Het gespuis“ is een sprookje van de gebroeders Grimm dat op satirische wijze maatschappelijke thema’s als sociaal gedrag, gastvrijheid en opportunisme behandelt. Het verhaal volgt een haan en een hen die beslissen om de herfst te vieren door noten te verzamelen op een berg. Na een conflict over wie het wagentje moet trekken, komt een eend hen ter hulp, maar onder dwang. Het absurde en soms wrede gedrag van de personages is kenmerkend voor de Grimm-sprookjes, die vaak een donkere, moralistische ondertoon hebben.

In dit verhaal worden thema’s zoals misleiding, samenwerking en klasseverschillen naar voren gebracht. De haan en de hen, samen met hun nieuwe metgezellen, misbruiken de goedheid van de herbergier. De speld en naald staan symbool voor de messcherpe gevolgen van hun verblijf. Het verhaal eindigt met de herbergier die zich voorgoed afwendt van zijn gastvrijheid, een commentaar op de wijze waarop goedgelovigheid kan leiden tot uitbuiting.

Het gebruik van dierfiguren in dit sprookje weerspiegelt hoe menselijke ondeugden, zoals hebzucht en opportunisme, in iedere sociale laag voorkomen. Het verhaal toont ook de gevolgen van oneerlijke praktijken en waarschuwt voor de valkuilen van naïeve gastvrijheid. Deze allegorische interpretatie maakt „Het gespuis“ tot een tijdloze parabel over vertrouwen en verraad.

Het sprookje „Het gespuis“ van de Gebroeders Grimm leent zich voor een interessante linguïstische analyse, omdat het verschillende elementen van de traditionele vertellenstijl van sprookjes bevat. Hier volgt een overzicht van enkele opvallende linguïstische kenmerken:

Dialect en Spreektaal: Er is gebruikgemaakt van informele taal en directe aanspreekvormen, zoals in de dialoog tussen het haantje en het hennetje. Uitspraken zoals „Dat zou je denken“ en „Koetsier wil ik zijn“ weerspiegelen de spreektaal en karakteriseren de personages op een speelse manier.

Anthropomorfisme: Dieren met menselijke eigenschappen en gedragingen (zoals het haantje, hennetje en eend) zijn typisch voor sprookjes en tonen aan hoe dierenmetaforen worden toegepast om menselijke kwesties en moraal te verkennen.

Directe Rede: Het gebruik van directe rede in dialogen zorgt voor een levendige tekst. Personages worden aangehaald in hun directe manier van spreken, wat bijdraagt aan de dynamiek en visualisatie van de scène.

Narratieve Structuur: Er is een duidelijke progressie in het verhaal met een herkenbaar begin, midden en einde. Het avontuur begint met een alledaagse handeling (noten verzamelen), ontwikkelt zich tot een conflict (de ruzie met de eend) en eindigt met de resolutie en een moraal (de effecten van hebzucht en wraak).

Symboliek en Moraliteit: Zoals vaak in sprookjes speelt symboliek een cruciale rol. De dieren en objecten (zoals de naald en speld) hebben meerlagige betekenissen die de thema’s van vriendschap, bedrog en opportunisme verkennen. De uiteindelijke straf van de waard dient als moraliserende boodschap over gastvrijheid en alertheid jegens vreemden.

Herhaling en Ritme: Herhalingen, zoals in zinnen met parallelle structuren („&039;s Morgens vroeg, toen &039;t nog schemerde“), maar ook de opsomming van hun streken, helpen een ritmisch patroon te scheppen dat de tekst een soort muzikale kwaliteit geeft die vaak in mondelinge overlevering te vinden is.

Gebruik van Humor: De situaties waarin de dieren zich bevinden en de woorden die ze uitwisselen, bevatten elementen van humor, vaak getrokken uit ironie en absurde logica, zoals de ruzie tussen het haantje en het hennetje over wie er moet trekken.

Deze linguïstische aspecten zorgen ervoor dat „Het gespuis“ niet alleen een boeiend verhaal is, maar ook een rijk voorbeeld van hoe taal gebruikt wordt om thema’s en boodschappen in de sprookjescultuur over te brengen.


Informatie voor wetenschappelijke analyse

Kengeta
Waarde
AantalKHM 10
Aarne-Thompson-Uther-IndexATU Typ 210
VertalingenDE, EN, DA, ES, FR, PT, FI, HU, IT, JA, NL, PL, RU, TR, VI, ZH
Leesbaarheidsindex door Björnsson38.4
Flesch-Reading-Ease Index65.4
Flesch–Kincaid Grade-Level10.6
Gunning Fog Index13.1
Coleman–Liau Index8
SMOG Index10.8
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex10.6
Aantal karakters3.945
Aantal letters3.034
Aantal zinnen29
Aantal woorden749
Gemiddeld aantal woorden per zin25,83
Woorden met meer dan 6 letters94
Percentage lange woorden12.6%
Totaal lettergrepen1.020
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord1,36
Woorden met drie lettergrepen51
Percentage woorden met drie lettergrepen6.8%
Vragen, opmerkingen of ervaringsverslagen?

Privacyverklaring.

De beste Sprookjes

Copyright © 2025 -   Over ons | Privacyverklaring |Alle rechten voorbehouden Aangedreven door childstories.org

Keine Internetverbindung


Sie sind nicht mit dem Internet verbunden. Bitte überprüfen Sie Ihre Netzwerkverbindung.


Versuchen Sie Folgendes:


  • 1. Prüfen Sie Ihr Netzwerkkabel, ihren Router oder Ihr Smartphone

  • 2. Aktivieren Sie ihre Mobile Daten -oder WLAN-Verbindung erneut

  • 3. Prüfen Sie das Signal an Ihrem Standort

  • 4. Führen Sie eine Netzwerkdiagnose durch