Childstories.org
  • 1
  • Alle sprookjes
    van Grimm
  • 2
  • Gesorteerd op
    leestijd
  • 3
  • Perfect voor
    het voorlezen
De Hond en de Musch
Grimm Märchen

De Hond en de Musch - Sprookje van de Gebroeders Grimm

Leestijd voor kinderen: 9 min

Een herdershond had een baas die niet goed voor hem was want hij liet hem hongerlijden. Toen hij het niet langer bij hem kon uithouden, liep hij heel treurig weg. Op de grote weg ontmoette hij een mus die sprak: „Broeder hond, waarom ben je zo bedroefd?“ – De hond antwoordde: „Ik heb honger en ik heb niets te eten.“ Toen sprak de mus: „Broederlief, kom mee naar de stad dan zal ik zorgen dat je je buik vol kunt eten.“ Zo gingen ze samen naar de stad en toen ze voor een slagerswinkel kwamen, zei de mus tegen de hond: „Blijf daar staan dan zal ik een stuk vlees voor je pikken.“ Hij streek neer op de toonbank, keek rond of niemand het zag en pikte, trok en rukte net zo lang aan een stuk vlees dat aan de kant lag, tot het naar beneden viel. Toen pakte de hond het beet, kroop in een hoekje en at het op. „Kom nu mee naar een andere winkel,“ zei de mus, „dan zal ik nog een stuk voor je naar beneden halen, zodat je genoeg hebt.“ Toen de hond ook het tweede stuk verorberd had, vroeg de mus: „Broeder hond ben je nu verzadigd?“ – „Ja, vlees heb ik genoeg gehad,“ antwoordde hij, „maar ik heb nog geen brood gekregen.“ De mus zei: „Ook dat zal je hebben, kon maar mee.“ Hij bracht hem naar een bakkerswinkel en pikte tegen een paar broodjes tot ze op de grond rolden en toen de hond nog meer wilde hebben, bracht hij hem naar een andere bakkerij en haalde nog meer brood naar beneden. Toen dat op was zei de mus: „Broeder hond, heb je nu genoeg?“ – „Ja,“ antwoordde de hond, „laat ons nu samen wat buiten de stad gaan wandelen.“

Toen liepen ze samen de grote weg op. Maar het was warm weer en toen ze een eindje gelopen hadden, zei de hond: „Ik ben moe en ik zou graag willen slapen.“ – „Ga jij maar slapen,“ antwoordde de mus, „dan ga ik intussen op een takje zitten.“ De hond ging dus op de weg liggen en viel vast in slaap. Terwijl hij daar lag te slapen kwam er een voerman aanrijden met een wagen met drie paarden, waarop twee vaten wijn waren geladen. De mus zag echter dat hij niet wilde uitwijken maar in het karrenspoor bleef rijden waarin de hond lag; hij riep: „Voerman, doe dat niet, of ik maak je arm.“ Maar de voerman bromde voor zich heen: „Jij zult mij niet arm maken,“ knalde met zijn zweep en joeg de wagen over de hond, zodat de wielen hem doodden. Nu riep de mus: „Jij hebt mijn broeder hond doodgereden, dat zal je kar en paard kosten.“ – „Jawel, kar en paard,“ zei de voerman, „wat zou jij mij nu voor schade kunnen berokkenen?“ en hij reed verder. Maar de mus kroop onder het wagenzeil en pikte net zolang aan een spongat tot hij de spon los had. Toen liep alle wijn eruit zonder dat de voerman het merkte. En toen hij eens even omkeek zag hij dat er iets uit de wagen druppelde, onderzocht de vaten en zag dat er één leeg was: „Ach, ik arme!“ riep hij uit. „Nog niet arm genoeg,“ zei de mus en vloog op het hoofd van het ene paard en pikte hem zijn ogen uit. Toen de voerman dat zag pakte hij zijn bijl en wilde de mus raken maar de mus vloog op en de voerman trof zijn paard op het hoofd zodat het dood neerviel. „Ach, ik arme!“ riep hij uit. „Nog niet arm genoeg,“ zei de mus, en toen de voerman met de twee paarden verder reed, kroop de mus weer onder het zeil en pikte ook de spon uit het tweede vat los, zodat alle wijn eruit gutste. Toen de voerman dat merkte riep hij weer: „Ach, ik arme!“ maar de mus antwoordde: „Nog niet arm genoeg“ en hij vloog op het hoofd van het tweede paard en pikte hem zijn ogen uit. De voerman holde erheen, haalde uit met zijn bijl, maar de mus vloog op en toen trof de slag het paard zodat het neerviel. „Ach, ik arme!“ – „Nog niet arm genoeg,“ zei de mus en ging ook op het hoofd van het derde paard zitten en pikte naar zijn ogen. In zijn drift sloeg de voerman in het wilde weg op de mus los, raakte hem echter niet maar sloeg ook zijn derde paard dood. „Ach, ik arme!“ riep hij uit. „Nog niet arm genoeg,“ antwoordde de mus, „nu ga ik je thuis arm maken,“ en hij vloog weg.

De voerman moest de wagen laten staan en ging vol van ergernis en boosheid naar huis. „Ach,“ sprak hij tot zijn vrouw, „wat heb ik een tegenspoed gehad. De wijn is uit de vaten gelopen en de paarden zijn alle drie dood.“ – „Ach man,“ antwoordde zij, „en wat voor een boze vogel is er in ons huis gekomen! Hij heeft alle vogels van de wereld bij elkaar gehaald en die zijn boven op onze tarwe neergestreken en eten alles op.“ Toen klom hij naar boven en daar zaten duizenden en duizenden vogels op de zolder die de tarwe hadden opgegeten en de mus zat midden tussen hen in. Toen riep de voerman uit: „Ach, ik arme!“ – „Nog niet arm genoeg,“ antwoordde de mus, „voerman, het kost je nog je leven ook,“ en hij vloog naar buiten.

Nu had de voerman al zijn goed verloren; hij liep naar beneden, naar de woonkamer, ging achter de kachel zitten en was heel boos en gifnijdig. Maar de mus zat buiten voor het venster en riep: „Voerman, het kost je je leven!“ Toen greep de voerman zijn bijl en wierp die naar de mus: maar hij sloeg alleen de ruiten kapot, de mus raakte hij niet. Nu wipte de mus naar binnen, ging op de kachel zitten en riep: „Voerman, het kost je je leven.“ Helemaal dol en blind van woede, slaat hij de kachel in stukken en vernielt vervolgens zijn hele huisraad, telkens als de mus van de ene plek naar een volgende vliegt: het spiegeltje, de banken, de tafel en tenslotte de muren van zijn huis, maar hij kon de mus niet raken. Maar eindelijk vangt hij hem toch met zijn hand. Toen sprak zijn vrouw: „Zal ik hem doodslaan?“ – „Nee,“ riep hij uit, „dat zou te mild zijn. Die moet een veel gruwelijker dood sterven, ik zal hem verslinden,“ en hij pakt hem beet en verslindt hem in zijn geheel. Maar nu begint de mus in zijn buik te fladderen, fladdert weer naar boven, tot in de mond van de man – dan steekt hij zijn kop naar buiten en roept: „Voerman, het kost je toch je leven.“ De voerman reikt zijn vrouw de bijl aan en spreekt: „Vrouw, sla de vogel in mijn mond dood.“ De vrouw slaat toe, maar zij mist en slaat de voerman precies op zijn hoofd, zodat hij dood neervalt. Maar de mus vliegt op en gaat er vandoor.

LanguagesLearn languages. Double-tap on a word.Learn languages in context with Childstories.org and Deepl.com.

Achtergronden

Interpretaties

Tekstanalyse

„Achtergronden bij het sprookje: ‚De Hond en de Mus‘ – Gebroeders Grimm“ biedt ons een blik op de donkere en moralistische kant van volksverhalen. Dit verhaal is een klassiek voorbeeld van de thema’s van rechtvaardigheid en vergelding die vaak voorkomen in de sprookjes van de Gebroeders Grimm. Hier wordt het verhaal gepresenteerd van een hond en een mus die bevriend raken, waarbij de mus de hond helpt om aan voedsel te komen in de stad nadat hij heeft geleden onder zijn baas.

Belangrijke thema’s en elementen in het verhaal zijn onder andere:

Onrecht en Vergelding: Het verhaal begint met de hond die slecht wordt behandeld en honger lijdt. Dit leidt tot een reeks gebeurtenissen waarin de mus wraak neemt op de voerman die de hond onrecht aandoet. De extreme vergelding die volgt, weerspiegelt het idee dat onrechtvaardige handelingen uiteindelijk fatale consequenties kunnen hebben.

Vriendschap en Loyaliteit: De relatie tussen de hond en de mus laat zien hoe onwaarschijnlijke vriendschappen kunnen ontstaan en sterke loyaliteit kunnen ontwikkelen. De mus gaat tot het uiterste om zijn vriend te wreken, wat zijn toewijding benadrukt.

Ironie en Fataal Lot: Er is een sterke dosis ironie in het lot van de voerman. Zijn eigen acties om schade te voorkomen, leiden uiteindelijk tot zijn ondergang. Dit weerspiegelt het idee dat hebzucht en woede zelfdestructief kunnen zijn.

Dieren als Symbolen: De dieren in het sprookje fungeren als symbolen van menselijke eigenschappen en rollen. De hond vertegenwoordigt trouw en onrecht, terwijl de mus sluwheid, wraak, en uiteindelijk rechtvaardigheid vertegenwoordigt.

Moraliteit: Het sprookje eindigt zonder een duidelijk positief resultaat voor de mus, behalve dat hij zijn belofte aan de hond houdt. Dit brengt een moraal naar voren dat gerechtigheid door zelfopoffering en vastberadenheid kan worden bereikt, ook al brengt het niet altijd persoonlijke tevredenheid of vreugde.

De Grimm-sprookjes staan bekend om hun mix van grimmige realiteit en bovennatuurlijke elementen die al eeuwenlang verschillende interpretaties hebben geïnspireerd. „De Hond en de Mus“ illustreert de blijvende kracht van deze verhalen om kwesties zoals rechtvaardigheid, loyaliteit en de gevolgen van ons handelen aan te kaarten.

„De Hond en de Mus“ is een sprookje van de Gebroeders Grimm dat sterke thema’s van vriendschap, wraak en rechtvaardigheid bevat.

Dit verhaal leent zich goed voor meerdere interpretaties:

Vriendschap en Loyaliteit: De hond en de mus ontwikkelen ondanks hun verschillen een sterke band. De mus helpt de hond om te overleven door voedsel voor hem te stelen. Dit kan worden opgevat als een commentaar op hoe vriendschap en loyaliteit kunnen bloeien, zelfs tussen de meest uiteenlopende wezens, en hoe onbaatzuchtige daden van vriendelijkheid wederzijds welzijn bevorderen.

Onrecht en Wraak: De wrede behandeling van de herdershond door zijn meester en de later fatale verwaarlozing door de voerman illustreren thematisch het idee dat onrecht niet ongestraft blijft. De mus fungeert als een instrument van wraak en rechtvaardigheid, wat de lezer laat nadenken over de proportionele en ethische aspecten van wraak. De mus straft de voerman op een steeds escalerende manier, wat uiteindelijk zijn ondergang veroorzaakt.

Hebzucht en Verlies: De voerman’s hebzuchtige en onverschillige houding tegenover het leven van de hond resulteert in zijn eigen ondergang. Dit kan worden gezien als een metafoor voor hoe egoïsme en een gebrek aan empathie uiteindelijk tot het verlies van alles kunnen leiden, inclusief het leven zelf.

Kritiek op Sociale Ongelijkheid: Het sprookje kan ook gelezen worden als kritiek op de sociale ongelijkheid. De hond, die honger lijdt door verwaarlozing, en de mus, die hem helpt, kunnen symbool staan voor lagere sociale klassen die elkaar steunen tegenover een onderdrukkende sociale hiërarchie vertegenwoordigd door de voerman, die meer geeft om zijn goederen dan om leven.

Machtsverhoudingen: De interactie tussen de voerman en de mus laat ook zien hoe macht verloren kan gaan. De mus, ondanks zijn kleine omvang, is in staat om de voerman te bedwingen en te vernederen. Dit aspect van het verhaal kan een les bevatten over het onderschatten van hen die zwakker of minder belangrijk lijken.

Via deze verschillende interpretaties biedt het verhaal een rijke bron voor reflectie over menselijke en maatschappelijke waarden. Het toont de complexiteit van moraliteit en de neiging van mensen om situaties simpelweg als goed of slecht te zien, zonder ze in een breder perspectief te plaatsen.

Het sprookje „De Hond en de Mus“ van de Gebroeders Grimm biedt een rijke basis voor een linguïstische analyse. In deze vertelling staat een wederzijdse relatie tussen de hond en de mus centraal, die uiteindelijk leidt tot een tragische confrontatie tussen de mus en een voerman.

Structuur en Morfologie:
Het verhaal volgt de klassieke opbouw van sprookjes met een inleiding waarin de situatie van de hoofdpersonages wordt geschetst, gevolgd door een reeks van gebeurtenissen die resulteren in een climax en uiteindelijk een oplossing of morele les.

Verleden tijd: Het sprookje is geschreven in de verleden tijd, een gebruikelijke tijdvorm in verhalen en sprookjes die de vertellende afstand en een dromerige sfeer creëren.

Herhaling: De zin „Ach, ik arme!“ en „Nog niet arm genoeg“ toont de effectieve herhaling die vaak gebruikt wordt in orale tradities om spanning op te bouwen en het verhaal te versterken.

Syntaxis:
Het verhaal gebruikt relatief eenvoudige zinnen, karakteristiek voor sprookjes, om toegankelijk te zijn voor een jong publiek.

Directe Rede: Er is veel gebruik van directe rede, wat de dialogen levendig maakt en de lezer dichter bij de personages brengt.

Opsommingen: Zinnen zoals „hij knalde met zijn zweep en joeg de wagen over de hond“ laten samengestelde acties zien die bijdragen aan de dynamiek van het verhaal.

Semantiek en Stilistiek:
De woordenschat en stijl zijn typisch voor sprookjes en richten zich op het begrijpelijk overbrengen van de morele boodschap.

Anthropomorfisme: Het geven van menselijke eigenschappen aan dieren (de hond en de mus kunnen praten en plannen), een vaak voorkomend element in fabels en sprookjes.

Symboliek: De hond en de mus vertegenwoordigen verschillende waarden en thema’s zoals loyaliteit, vriendschap, en wraak. De hond staat voor trouw maar ook hulpeloosheid in zijn relatie met de mens (zijn baas). De mus vertegenwoordigt een sluwe maar rechtvaardige beschermer.

Thematiek:
Het sprookje bevat meerdere thema’s, waaronder onrechtvaardigheid, vergelding en de nederlaag van arrogantie.

Onrecht en Wraak: De wraak van de mus op de voerman voor het doden van de hond brengt een donkere toon die typisch is voor Grimm-sprookjes. Deze illustreren dat slechte daden tot negatieve gevolgen kunnen leiden.

Noodlot: Valt te herleiden tot een centrale les in veel sprookjes, waarin personages geleid worden naar hun lot door hun eigen acties.

Pragmatiek:
De communicatie tussen de dieren en de mens en hun acties dragen impliciete boodschappen.

Waarschuwing: De mus geeft meerdere waarschuwingen aan de voerman, die hij negeert, met als gevolg zijn ondergang. Het niet luisteren naar waarschuwingen en raad is een pragmatisch thema dat leidt tot de climax.

Over het algemeen interpreteert dit verhaal het idee van gerechtigheid en wraak door middel van symbolische en antropomorfe karakterisering van dieren. De stilistische keuzes van de Gebroeders Grimm maken het toegankelijk voor een breed publiek, terwijl het toch complexe morele vraagstukken behandelt.


Informatie voor wetenschappelijke analyse

Kengeta
Waarde
AantalKHM 58
Aarne-Thompson-Uther-IndexATU Typ 248
VertalingenDE, EN, DA, ES, PT, FI, HU, IT, JA, NL, PL, RU, TR, ZH
Leesbaarheidsindex door Björnsson27.5
Flesch-Reading-Ease Index78.2
Flesch–Kincaid Grade-Level6.9
Gunning Fog Index9.2
Coleman–Liau Index7.4
SMOG Index8.6
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex6.3
Aantal karakters6.083
Aantal letters4.619
Aantal zinnen64
Aantal woorden1.172
Gemiddeld aantal woorden per zin18,31
Woorden met meer dan 6 letters108
Percentage lange woorden9.2%
Totaal lettergrepen1.524
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord1,30
Woorden met drie lettergrepen55
Percentage woorden met drie lettergrepen4.7%
Vragen, opmerkingen of ervaringsverslagen?

Privacyverklaring.

De beste Sprookjes

Copyright © 2025 -   Over ons | Privacyverklaring |Alle rechten voorbehouden Aangedreven door childstories.org

Keine Internetverbindung


Sie sind nicht mit dem Internet verbunden. Bitte überprüfen Sie Ihre Netzwerkverbindung.


Versuchen Sie Folgendes:


  • 1. Prüfen Sie Ihr Netzwerkkabel, ihren Router oder Ihr Smartphone

  • 2. Aktivieren Sie ihre Mobile Daten -oder WLAN-Verbindung erneut

  • 3. Prüfen Sie das Signal an Ihrem Standort

  • 4. Führen Sie eine Netzwerkdiagnose durch