Childstories.org
  • 1
  • Alle sprookjes
    van Grimm
  • 2
  • Gesorteerd op
    leestijd
  • 3
  • Perfect voor
    het voorlezen
Slangensprookjes
Grimm Märchen

Slangensprookjes - Sprookje van de Gebroeders Grimm

Leestijd voor kinderen: 5 min

I

Er was eens een klein kind, en z’n moeder gaf hem iedere dag een kommetje brood in melk geweekt, en daar ging het kind altijd buiten mee zitten op het erf. En als het dan ging eten, dan kwam het huisslangetje uit een spleet van de muur gekropen, stopte z’n kopje in de melk en at mee. Dat vond het kind prettig, en als hij met z’n kommetje ging zitten en het beestje was er nog niet, dan riep hij:

Slangetje, wil je brood en melk? Kom maar hier en neem van elk,
Van het brood een brokje,
Van de melk een slokje. En dan kwam het slangetje aangegleden en liet ‚t zich heerlijk smaken. En hij toonde zich ook dankbaar, want hij had een geheime schatkamer en daaruit bracht hij het kind allerlei prachtige dingen: mooie steentjes en parels en gouden speelgoed. Maar het slangetje dronk alleen maar van de melk, en de brokjes liet hij liggen. En eens op een keer nam het kind het lepeltje, tikte hem daarmee op zijn kopje en zei: „Ding, eet ook brokken!“ De moeder die in de keuken stond, hoorde dat het kind praatte, en toen ze zag dat hij met z’n lepeltje naar een slangetje sloeg, liep ze met een grote houten lepel naar buiten en sloeg het dier dood. Van die tijd af veranderde het kind. Zolang het slangetje met hem gegeten had, was hij groot en sterk geweest, maar nu verloor hij zijn mooie, rode wangen en werd mager. En het duurde niet lang of ’s nachts begon de uil te roepen, en het roodborstje zocht takjes en blaadjes bijeen voor een dodenkrans, en kort daarop was het kind gestorven.

II

Een weeskind zat bij de stadsmuur te spinnen, toen zag ze een slangetje uit een spleet onder aan de muur komen. Vlug spreidde ze haar blauwzijden halsdoek, waar slangen bijzonder veel van houden, en waar ze alleen op willen liggen, naast zich op de grond. Zo gauw het slangetje dat zag, keerde ‚t om, was weer terug en kwam met een klein gouden kroontje aandragen, en legde ‚t op het doekje en ging weer weg. Het meisje nam het kroontje op, ‚t schitterde en was van fijn gouddraad. En kort daarna kwam het slangetje weer terug, maar toen hij ‚t kroontje niet meer zag, kroop hij naar de muur en sloeg z’n kopje van verdriet er zo lang tegenaan, als hij maar kracht had, tot hij eindelijk dood neerlag. Had het meisje het kroontje laten liggen, dan had het slangetje nog wel meer schatten uit z’n hol aangedragen.

III

De slang roept: oehoe, oehoe. Kind zegt: Kom d’r uit. De slang komt eruit – het kind vraagt naar zijn zusje: „Heb je Roodkousje niet gezien?“ Slangetje zegt: „Nee, ik ook niet, hoe zou jij?“ Oehoe, oehoe, oehoe.

LanguagesLearn languages. Double-Tap on one word.Learn languages in context with Childstories.org and Deepl.com.

Informatie voor wetenschappelijke analyse

Kengeta
Waarde
AantalKHM 105
Aarne-Thompson-Uther-IndexATU Typ 285
VertalingenDE, EN, DA, ES, PT, FI, IT, JA, NL, PL, RU, TR, VI, ZH
Leesbaarheidsindex door Björnsson30.8
Flesch-Reading-Ease Index71.8
Flesch–Kincaid Grade-Level7.6
Gunning Fog Index9.8
Coleman–Liau Index8.9
SMOG Index9.7
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex7
Aantal karakters2.535
Aantal letters1.967
Aantal zinnen27
Aantal woorden469
Gemiddeld aantal woorden per zin17,37
Woorden met meer dan 6 letters63
Percentage lange woorden13.4%
Totaal lettergrepen651
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord1,39
Woorden met drie lettergrepen34
Percentage woorden met drie lettergrepen7.2%
Vragen, opmerkingen of ervaringsverslagen?

Privacyverklaring.

De beste Sprookjes

Copyright © 2024 -   Over ons | Privacyverklaring |Alle rechten voorbehouden Aangedreven door childstories.org

Keine Internetverbindung


Sie sind nicht mit dem Internet verbunden. Bitte überprüfen Sie Ihre Netzwerkverbindung.


Versuchen Sie Folgendes:


  • 1. Prüfen Sie Ihr Netzwerkkabel, ihren Router oder Ihr Smartphone

  • 2. Aktivieren Sie ihre Mobile Daten -oder WLAN-Verbindung erneut

  • 3. Prüfen Sie das Signal an Ihrem Standort

  • 4. Führen Sie eine Netzwerkdiagnose durch