Childstories.org
  • 1
  • Alle sprookjes
    van Grimm
  • 2
  • Gesorteerd op
    leestijd
  • 3
  • Perfect voor
    het voorlezen
De verstandige lieden
Grimm Märchen

De verstandige lieden - Sprookje van de Gebroeders Grimm

Leestijd voor kinderen: 11 min

Op een dag haalde een boer zijn beuken stok uit de hoek en zei tegen zijn vrouw: „Trine, ik ga ‚t land in en over drie dagen ben ik terug. Komt de veehandelaar in die tussentijd bij ons en wil hij onze drie koeien kopen, dan kan je ze aan hem kwijt; maar voor niet minder dan tweehonderd daalders hoor je, niets minder.“ – „Ga met God,“ antwoordde de vrouw, „het komt in orde!“ – „Ja jij!“ zei de man, „dat je als klein kind eens op je hoofd gevallen bent, dat merken we nog altijd. Maar dit zeg ik je, als je weer dom doet, dan zal ik je rug blauw verven hoor, en verf heb ik niet nodig, alleen ’n stok, en die verf blijft een vol jaar zitten, daar kun je staat op maken!“ en daarmee stapte de man de deur uit.

De volgende morgen kwam de veekoper, en de vrouw hoefde met hem niet te onderhandelen. Toen hij de koeien gezien had en de prijs gehoord, zei hij: „Dat geef ik er graag voor, dat is wel de waarde. Ik neem ze maar meteen mee.“ Hij maakte hen los, en dreef ze de stal uit. Maar toen hij de poort uit wou, pakte de vrouw hem bij zijn mouw, en zei: „Je moet me eerst die tweehonderd daalders geven, anders kan ik je niet laten gaan.“

„Precies,“ zei de man, „ik had alleen vergeten om de geldbuidel mee te nemen. Maar maak je geen zorgen, ik zal je een borg geven tot ik betaal. Ik neem maar twee koeien mee en de derde laat ik hier achter als pand.“ Natuurlijk begreep de vrouw dat, ze liet de man met de beesten gaan, en dacht: „Wat zal Hans blij zijn als hij ziet, hoe knap ik dat gedaan heb.“

Na drie dagen kwam de boer, zoals hij gezegd had, terug, en het eerste wat hij vroeg was, of de koeien verkocht waren. „Werkelijk, Hans-lief,“ antwoordde de vrouw, „en zoals je gezegd had: tweehonderd daalders. Zoveel zijn ze nauwelijks waard, maar de man deed het ervoor zonder tegenspraak.“ – „Waar is het geld?“ vroeg de boer. „Het geld, dat heb ik niet,“ antwoordde de vrouw, „hij had z’n geldbuidel juist vergeten, maar nu heeft hij een onderpand achtergelaten.“ – „Wat voor onderpand?“ vroeg de man. „Eén van de drie koeien, die krijgt hij niet, voor hij betaald heeft. Ik heb het heel slim gedaan, ik heb de kleinste hier gehouden, want die eet het minste.“

De man werd boos, hief zijn stok op en wilde haar daarmee de beloofde kleur geven. Opeens liet hij hem echter zakken en zei: „Je bent de domste gans die op Gods aardbodem rondwaggelt, maar je bent eigenlijk een stakker. Ik ga de landweg op en dan ga ik drie dagen lang wachten of ik iemand vinden kan, die nog simpeler is dan jij. Lukt ‚t me, dan ben je ervan af, maar vind ik er geen, dan krijg je je verdiende loon zonder enige aftrek.“

Hij liep de grote landweg op, ging op een steen zitten en wachtte op de dingen die komen zouden. Toen kwam er een grote ossekar aan en middenop stond een vrouw, en ze zat niet op de bundel stro die ernaast lag en evenmin liep ze naast de ossen om ze te sturen. De man dacht: „Het lijkt wel dat je er zo één zoekt,“ en hij sprong op en ging precies voor de wagen heen en weer lopen als iemand die niet precies weet wat hij doet. „Wat wilt u, brave vriend,“ zei de vrouw tegen hem, „ik ken je niet: waar kom je vandaan?“ – „Ik ben uit de hemel gevallen,“ zei de man, „en nu weet ik niet, hoe ik er weer terug kom, kun je me niet boven brengen met de kar?“ – „Nee,“ zei de vrouw, „ik weet de weg niet. Maar als je uit de hemel komt, dan kun je me misschien wel zeggen hoe het met mijn man gaat, want die is er al drie jaar: je hebt hem toch zeker gezien?“ – „Ik heb hem wel gezien, maar ‚t gaat daar niet met iedereen even goed. Hij moet schapen hoeden, en de luie dieren bezorgen hem veel last, dat springt maar over de bergen en ze verdwalen er in de wildernis, en dan moet hij ze achternalopen en weer opdrijven. Z’n kleren zijn gescheurd, z’n goed valt haast van z’n lijf. Kleermakers zijn er niet, Sint Pieter laat er geeneen binnen, dat zegt het sprookje immers.“ – „Wie had dat gedacht!“ riep de vrouw, „weet je wat? Ik zal z’n zondagse pak halen, dat thuis nog in de kast hangt: dat kan hij daar met ere dragen. Wil je zo goed zijn dat voor hem mee te nemen?“ – „Dat gaat niet,“ zei de boer. „Kleren mag je niet meebrengen in de hemel, die nemen ze je bij de poort af.“ – „Luister eens,“ zei de vrouw, „gisteren heb ik mijn tarwe verkocht en er flink mee verdiend, dat geld zal ik hem sturen. Als je de buidel in je zak steekt, merkt niemand iets.“ – „Als het niet anders kan,“ zei de boer, „dan wil ik je dat plezier wel doen.“ – „Blijf daar dan zolang zitten,“ zei de vrouw, „dan rijd ik naar huis en haal het geld, ik ben zo weer hier. Ik ga niet op de strozak zitten, maar ik blijf op de wagen staan, dat is lichter om te trekken.“ Ze spoorde haar ossen aan, en de boer dacht: „Die heeft aanleg om gek te worden; als ze het geld werkelijk brengt, dan mag mijn vrouw van geluk spreken, want dan krijgt ze geen slaag.“ Het duurde niet lang of ze kwam er aangelopen, bracht het geld en stak het zelf in zijn zak. En voor ze wegging, dankte ze hem nog duizendmaal voor zijn vriendelijkheid.

Toen de vrouw weer thuis kwam, trof ze haar zoon aan, die van het land terugkwam. Ze vertelde hem wat voor onverwachte dingen zij meegemaakt had, en toen zei ze nog: „Ik ben toch zo blij, dat ik nu een middel gevonden heb om mijn arme man wat te sturen; wie had nu gedacht, dat hij in de hemel nog ergens gebrek aan zou hebben?“ De zoon stond verbaasd. „Maar moeder,“ zei hij, „dat gebeurt niet elke dag dat er iemand uit de hemel hier terecht komt; ik wil meteen gaan kijken of ik die man niet nog kan vinden: die moet me vertellen hoe het er daar uit ziet en hoe ‚t er met ‚t werk staat.“

Hij zadelde zijn paard en reed haastig weg. Hij vond de boer onder een wilgeboom zitten om het geld te tellen. „Heb je die man niet gezien,“ riep de jongen hem toe, „die uit de hemel is gekomen?“ – „Ja,“ zei de boer, „die wou weer terug en hij is daar de berg opgegaan, want dat is een beetje korter. Als je hard rijdt, kun je hem wel inhalen.“ – „Ach,“ zei de jongen, „ik heb me al de hele dag in ‚t zweet gewerkt, en de rit hierheen heeft me uitgeput; u kent die man, wees zo goed en neem mijn paard en vraag hem of hij nog even hier naartoe komt.“ – „Aha,“ meende de boer, „dat is nog iemand, die geen pit in z’n lamp heeft.“ – „Waarom zou ik dat niet voor je doen?“ sprak hij, steeg op en reed in gestrekte draf weg. De jongen bleef zitten tot ‚t invallen van de nacht, maar de boer kwam niet terug. „Zeker,“ dacht hij, „zeker heeft die man van de hemel erg veel haast gehad en niet terug willen gaan, en de boer zal hem ‚t paard hebben meegegeven voor mijn vader.“ En hij ging naar huis en vertelde aan zijn moeder, wat er gebeurd was: dat hij ‚t paard naar vader had gestuurd, zodat hij niet altijd zou hoeven te lopen. „Gelijk heb je,“ antwoordde zij, „jij hebt jonge benen en je kunt best lopen.“

Toen de boer thuis gekomen was, zette hij het paard op stal naast de koe die als pand diende; en toen ging hij naar zijn vrouw en zei: „Trientje, het was je geluk, dat ik er twee gevonden heb, die nog stommere dwazen waren dan jij: ditmaal kom je er zonder pak ransel af; ik spaar dat voor een andere gelegenheid.“ Toen stak hij een pijp op, ging in de grote leunstoel van grootvader zitten en sprak: „Dat was een goed zaakje. Voor twee magere koeien een glanzend paard, en nog een dikke buidel vol geld. Als domheid altijd zoveel opbracht, dan zou ik haar best in ere houden.“ Zo dacht de boer; maar ik denk, jij houdt meer van de domkoppen.

LanguagesLearn languages. Double-tap on a word.Learn languages in context with Childstories.org and Deepl.com.

Achtergronden

Interpretaties

Tekstanalyse

Dit verhaal van de gebroeders Grimm, „De verstandige lieden,“ speelt in op het klassieke thema van dwaasheid en sluwheid, waarbij de dingen niet altijd zijn zoals ze lijken. Het toont aan dat zelfs degenen die als simpel worden beschouwd, hun eigen vorm van sluwheid kunnen bezitten. De boer gaat op zoek naar iemand die nog dommer is dan zijn vrouw, en uiteindelijk vindt hij twee mensen die nog gemakkelijk te misleiden zijn. Hierdoor ontsnapt zijn vrouw aan de straf die haar boven het hoofd hing.

Het verhaal is typisch voor de sprookjesstijl van de gebroeders Grimm, waarin moraliteit, volkse wijsheden en een scherp oog voor de menselijke natuur samenkomen. Dit sprookje laat zien dat in de wereld van de gebroeders Grimm intelligentie niet altijd te meten is aan rationeel denken of leren, maar ook aan een soort praktische slimheid die vaak over het hoofd wordt gezien. Terwijl de boer denkt de dommen te slim af te zijn, profiteert hij in feite van de naïviteit van anderen, wat een ironische draai geeft aan zijn eigen overtuiging van intelligentie. Zo biedt het verhaal zowel vermaak als een subtiele kritiek op het menselijk gedrag.

„De verstandige lieden“ van de Gebroeders Grimm is een sprookje dat draait om menselijke dwaasheid en slimheid. Het verhaal speelt zich af in een dorp waar een boer zijn vrouw de opdracht geeft om hun drie koeien alleen voor een vast bedrag van tweehonderd daalders te verkopen. Als de veehandelaar inderdaad langskomt en twee van de koeien voor het volledige bedrag wil kopen maar zonder direct te betalen, laat de vrouw zich eenvoudig misleiden door het aanbieden van een koe als onderpand. De boer, gefrustreerd door deze handelwijze, zweert een nog grotere dwaas dan zijn vrouw te vinden om haar te sparen van een afstraffing.

Het verhaal neemt een onverwachte wending wanneer de boer op pad gaat en daadwerkelijk mensen tegenkomt die nog dwazer lijken dan zijn vrouw. Eerst ontmoet hij een vrouw die denkt dat ze met behulp van zijn verhaal haar man in de hemel kan helpen door geld mee te sturen. Vervolgens komt hij de zoon van deze vrouw tegen, die hem zelfs zijn paard geeft om de man uit de hemel een boodschap te brengen.

Uiteindelijk keert de boer met een paard en een buidel geld terug naar huis, rijker dan hij ooit had gedacht door de goedgelovigheid van de mensen die hij ontmoette. In een ironische conclusie beseft de boer dat domheid, wanneer goed benut, best lucratief kan zijn.

Dit verhaal kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Het wijst op de menselijke neiging om anderen te overschatten en zichzelf te onderschatten, maar ook op de onverwachte voordelen die kunnen voortkomen uit ogenschijnlijk negatieve situaties. Daarnaast laat het zien hoe de boer, ondanks zijn aanvankelijke frustratie, uiteindelijk kan profiteren van de goedgelovigheid en dwaasheid van anderen.

„Linguïstische analyse van het sprookje ‚De verstandige lieden‘ – Gebroeders Grimm. “

Het sprookje „De verstandige lieden“ van de Gebroeders Grimm biedt een rijk voorbeeld van klassieke sprookjesvertelkunst, met een nadruk op volkswijsheid en humor. De volgende linguïstische kenmerken zijn in het bijzonder opmerkelijk:

Dialoog: Het sprookje maakt uitgebreid gebruik van dialoog, wat helpt om de karakters vorm te geven en de voortgang van het verhaal te bevorderen. De uitwisseling tussen de boer en zijn vrouw, evenals de interacties met de andere personages, zijn cruciaal voor het verhaal.
Herhaling: Er zijn herhaalde zinsdelen en patronen die typisch zijn voor sprookjes, zoals de regelmaat van „drie dagen“ en het inwisselen van personages en bezittingen. Deze herhaling is kenmerkend voor het creëren van ritme en verwachting in sprookjes.

Volksvertelkunst: De taal is eenvoudig en direct, wat typerend is voor volksvertellingen die bedoeld zijn om mondeling te worden overgedragen. Het gebruik van spreektaal zorgt ervoor dat de lezer of luisteraar zich verbonden voelt met de verteltraditie.
Ironie en Humor: De humoristische toon van het sprookje wordt versterkt door ironische opmerkingen, zoals wanneer de boer de naïviteit van zijn vrouw beschrijft en zijn eigen voordeel uit de situatie haalt. De ironie ligt ook in het feit dat het gebrek aan verstand juist tot een positief resultaat leidt.

Domheid versus Slimheid: Het centrale thema van het sprookje is de tegenstelling tussen domheid en slimheid. De boer zoekt naar mensen die dommer zijn dan zijn vrouw om haar domheid te vergeven, maar de werkelijke slimheid ligt uiteindelijk in het vermogen om voordeel te halen uit ogenschijnlijke domheid.
Omgekeerde Rollen: Het sprookje speelt met de verwachtingen van rollen binnen het gezin en de samenleving. De vrouw wordt verondersteld dom te zijn, maar haar ‚domme‘ acties leiden tot een beter resultaat dan het handelen volgens de conventionele slimheid.

Stereotypen en Archetypes: De personages zijn veelal archetypisch, zoals de domme boerin en de slimme boer. Dit gebruik van archetypes helpt bij het snel communiceren van karaktereigenschappen zonder uitgebreide beschrijvingen.
Ontwikkeling: In tegenstelling tot sommige andere sprookjes is er weinig karakterontwikkeling in „De verstandige lieden“. De personages blijven consistent in hun handelen en denken, waardoor de boodschap van het verhaal centraal blijft staan.

Morele en Didactische Functie: Zoals veel sprookjes van de Gebroeders Grimm, bevat ook dit verhaal een moralistische ondertoon. Het suggereert dat domheid niet altijd negatief hoeft te zijn en dat het vaak de omstandigheden zijn die bepalen hoe we ‚domheid‘ en ’slimheid‘ waarderen.

Samengevat biedt „De verstandige lieden“ een intrigerende blik op menselijk gedrag en perceptie, verpakt in een luchtige satirische vertelstijl. Het demonstreert de kracht van eenvoud en herhaling in sprookjes en laat zien hoe deze elementen worden gebruikt om belangrijke levenslessen op een toegankelijke manier over te brengen.


Informatie voor wetenschappelijke analyse

Kengeta
Waarde
AantalKHM 104
Aarne-Thompson-Uther-IndexATU Typ 1384
VertalingenDE, EN, DA, ES, PT, FI, HU, IT, JA, NL, PL, RU, TR, VI, ZH
Leesbaarheidsindex door Björnsson27.6
Flesch-Reading-Ease Index77
Flesch–Kincaid Grade-Level7.2
Gunning Fog Index9.5
Coleman–Liau Index7
SMOG Index8.9
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex6.2
Aantal karakters7.462
Aantal letters5.611
Aantal zinnen77
Aantal woorden1.446
Gemiddeld aantal woorden per zin18,78
Woorden met meer dan 6 letters127
Percentage lange woorden8.8%
Totaal lettergrepen1.894
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord1,31
Woorden met drie lettergrepen74
Percentage woorden met drie lettergrepen5.1%
Vragen, opmerkingen of ervaringsverslagen?

Privacyverklaring.

De beste Sprookjes

Copyright © 2025 -   Over ons | Privacyverklaring |Alle rechten voorbehouden Aangedreven door childstories.org

Keine Internetverbindung


Sie sind nicht mit dem Internet verbunden. Bitte überprüfen Sie Ihre Netzwerkverbindung.


Versuchen Sie Folgendes:


  • 1. Prüfen Sie Ihr Netzwerkkabel, ihren Router oder Ihr Smartphone

  • 2. Aktivieren Sie ihre Mobile Daten -oder WLAN-Verbindung erneut

  • 3. Prüfen Sie das Signal an Ihrem Standort

  • 4. Führen Sie eine Netzwerkdiagnose durch